Algemene technische uitgangspunten

Algemene technische uitgangspunten

Voorgesteld wordt bij de samenstelling van de programmabegroting 2020-2023 de navolgende algemene uitgangspunten te hanteren:

IJkpunt
De programmabegroting 2020-2023 wordt opgesteld op basis van het tot en met de kadernota 2020 vastgestelde beleid c.q. meegenomen ontwikkelingen. Dit met inbegrip van voorstellen voor nieuw beleid die geld kosten, en waartoe in het kader van de aanzet voor de integrale afweging bij de besluitvorming rondom de kadernota 2020 al is besloten. Deze kadernota 2020 is 'beleidsarm' ingestoken. Dat betekent dat alleen het nieuw beleid waarvan wij van oordeel zijn dat dit onontkoombaar is, in deze kadernota is verwerkt.

Materieel sluitende begroting
Het streven is (o.b.v. het collegeprogramma) is het uitgangspunt van een structureel sluitende meerjarenbegroting opgenomen.

Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
De programmabegroting 2020-2023 wordt opgesteld conform de wet- en regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

 Aantal inwoners
Mede op basis van de bevolkingsprognose Gelderland door Provincie verstrekte prognose inwonersaantallen en aantal huishoudens en onze eigen inzichten (ook op basis van het woningbouwprogramma) wordt voor de begroting 2020-2023 uitgegaan van de navolgende aantallen inwoners:

Prognose inwonersaantallen

Werkelijke stand 1-1-2019

1-1-2020

1-1-2021

1-1-2022

1-1-2023

Totaal aantal inwoners per 1-1

11.148

11.067

10.992

10.963

10.927

Waarvan jonger dan 20 jaar

2.125

2.100

2.050

2.000

1.950

Waarvan ouder dan 64 jaar

2.801

2.850

2.900

2.950

3.000

De bevolkingsprognose Gelderland loopt tot en met 2034.
De verwachting is dat:

  • de bevolkingsomvang van Gelderland minder hard zal groeien dan in de vorige prognose voorspeld werd;
  • de natuurlijke aanwas (geboortes minus sterfte) voor het eerst negatief zal zijn;
  • rond 2019 voor het eerst 1 op 5 Gelderlanders 65 jaar of ouder is.

Aantal huishoudens
Voor de raming van het aantal huishoudens hebben wij ons gebaseerd op de door de Provincie verstrekte gegevens van Primos (bron: Primos 2014 plus Trend). Daarbij is rekening gehouden met de realisatie van het extra toegekend woningbouwprogramma aan de Koppelweg (maximaal 80 woningen). Deze raming ziet er als volgt uit:

Prognose aantal huishoudens

Werkelijke stand  1-1-2019

1-1-2020

1-1-2021

1-1-2022

1-1-2023

Aantal huishoudens

5.267

5.300

5.330

5.360

5.390

Onvoorzien
De post onvoorzien wordt gesteld op een vast bedrag van € 15.000.

Rentepercentages
In de begroting 2020 worden mede op basis van de actuele rentetarieven van de BNG (mei 2019) de navolgende rentepercentages gehanteerd:

  • Financieringstekort (rentelast kasgeld 1 maand)                                                              0,00 %
  • Financieringsoverschot (rentebaat deposito 1 maand)                                                 0,00 %
  • Rente eigen financieringsmiddelen (bespaarde rente)                                                   0,00 %
  • Rente lang geld (lang geld gelijk 25 jaar)                                                                                 0,74 %

Algemene uitkering uit het gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt in de begroting 2020-2023 geraamd op basis van de meicirculaire 2019.

Algemene prijsstijgingen
Ten aanzien van de in de begroting 2020 op te nemen ramingen wordt ten opzichte van de actuele ramingen 2019 uitgegaan van de verwachte aanpassing van de overheidsconsumptie van 2,30%. Dit percentage dat voor de prijsstijgingen wordt gehanteerd, is gebaseerd op de Centraal Economisch Plan 2019 (maart 2019) van het Centraal Plan Bureau (CPB). Voorgesteld wordt in de programmabegroting 2020-2023 voor het jaar 2020 een percentage op zowel de uitgaven als de inkomsten van 2,30% toe te passen.

Hierbij kan worden afgeweken wanneer op basis van contracten of wetgeving een ander percentage is bepaald.

Salarislasten eigen personeel
Op basis van de verwachte uitkomst van de Cao-onderhandelingen wordt uitgegaan van een loonstijging voor de begroting van 2020 van 4,0%. Indien de Cao-onderhandelingen voor gemeentepersoneel tijdig (voor het opmaken van de begroting) bekend is, wordt rekening gehouden met het werkelijk overeengekomen percentage.

Belastingopbrengsten
Bij de raming van de opbrengst van de gemeentelijke heffingen wordt, m.u.v. de rioolheffing en de precario op ondergrondse kabels en leidingen, rekening gehouden met een algemene stijging van 3,15%. Dit is een gewogen gemiddelde van de prijsstijgingen (gewicht 50%) en de salarisstijgingen (gewicht 50%). De opbrengst van de rioolrechten wordt gebaseerd op het Watertakenplan Olburgen 2018-2022. De precario op kabels en leidingen mag wettelijk niet worden verhoogd en blijft gebaseerd op het tarief 2016. Het laatste jaar waarop deze precario mag worden geheven is 2021.

De toeristenbelasting wordt niet jaarlijks verhoogd met het inflatiepercentage. De jaarlijkse inflatiecorrecties worden opgeteld tot een totaal van € 0,05. Zodra dit totaal is bereikt wordt de toeristenbelasting vanaf dat jaar structureel verhoogd met het tarief van € 0,05. Dit is in begrotingsjaar 2020 het geval. Op een vergelijkbare wijze wordt ook omgegaan met de parkeerheffing; deze wordt ook in begrotingsjaar 2020 aangepast met een inflatiecorrectie, waarbij rekening wordt gehouden met het achterwege laten hiervan in de afgelopen jaren.

Constante prijzen
De meerjarenramingen 2020-2023 worden gebaseerd op basis van het prijspeil per 1 januari 2020 en opgesteld in constante prijzen.

Kapitaallasten nieuwe investeringen
Bij de berekening van de kapitaallasten van nieuwe investeringen wordt voor wat betreft de rentecomponent uitgegaan van de begrote marktrente van lang geld te weten 0,74%. De afschrijvingslast wordt op basis van artikel 9 van de financiële verordening 2017 bepaald en begroot met ingang van het dienstjaar volgend op het jaar waarin de investering gerealiseerd wordt. In de eerste jaarschijf (jaar van realisatie) wordt bij de bepaling van het renteomslag–percentage een half jaar rente geraamd.

Aantal bijstandsuitkeringen
Het aantal bijstandsuitkeringen (maatstaf algemene uitkering) houdt rekening met de verlaging van het aantal uitkeringen dat de afgelopen jaren is gerealiseerd. De verwachting is dat dit aantal de komende jaren stabiel op dit niveau zal blijven. Met de volgende aantallen wordt de komende jaren rekening gehouden voor de berekening van de algemene uitkering:

 

2019

2020

2021

2022

WWB

252

253

253

253

IOAW/IOAZ

25

25

25

25

BBZ

2

2

2

2

Totaal

279

280

280

280


Subsidies en inkomensoverdrachten
In het BBV wordt nader onderscheid gemaakt tussen subsidies en inkomensoverdrachten. De subsidies en inkomensoverdrachten voor 2020 worden geraamd op basis van het niveau van 2019, vermeerderd met het inflatiepercentage. In 2019 zijn deze ramingen ook vermeerderd met het inflatiepercentage van de drie jaar daarvoor te zijn bevroren.

Stortingen in voorzieningen
De stortingen in de voorzieningen worden gebaseerd op de meest actuele beheerplannen, waarbij de dotatie aan de voorziening Vervangingsinvesteringen Riolering is gebaseerd op het Watertakenplan Olburgen 2018-2022. Enkele beheerplannen worden geactualiseerd en worden na actualisatie ter vaststelling voorgelegd aan de raad, e.e.a. conform de notitie Materiële vaste Activa van de commissie BBV.

Saldering reserves
De dotatie en onttrekking van enkele bestemmingsreserves gebeurt op begrotingsbasis budgettair neutraal (dotatie gelijk aan onttrekking) of op basis van een realistische planning (bestemmingsreserve kapitaallasten). Op rekeningbasis wordt op basis van het werkelijke saldo gedoteerd, dan wel onttrokken.

Het gaat hierbij om de volgende bestemmingsreserves:

  • bestemmingsreserve verkiezingen;
  • bestemmingsreserve gladheidsbestrijding;
  • bestemmingsreserve opleidingen personeel;
  • bestemmingsreserve kapitaallasten.

Toerekening apparaatslasten en urenverdeling
Apparaatslasten worden toegerekend aan taakvelden en aan te activeren investeringen. Dit is een wijziging t.o.v. vorige jaren waarin uren niet werden toegerekend aan te activeren investeringen. Op basis van een wijziging in de wet- en regelgeving (BBV) moeten salariskosten ook worden toegerekend aan te activeren investeringen. De verdeling van salariskosten zal in de begroting 2020-2023 worden verwerkt op basis van de meest actuele gegevens, en zijn gebaseerd op de nieuwe organisatie-indeling.

Dividend
Het dividend wordt geraamd op basis van het gemiddelde gerealiseerde dividend over de afgelopen jaren.