Algemene technische uitgangspunten

Algemene technische uitgangspunten

Terug naar navigatie - Algemene technische uitgangspunten

Voorgesteld wordt bij de samenstelling van de programmabegroting 2021-2024 de navolgende algemene uitgangspunten te hanteren:

 

IJkpunt

De programmabegroting 2021-2024 wordt opgesteld op basis van het tot en met de kadernota 2021 vastgestelde beleid c.q. meegenomen ontwikkelingen. Normaal gesproken is dit met inbegrip van voorstellen voor nieuw beleid die geld kosten en waartoe in het kader van de aanzet voor de integrale afweging bij de besluitvorming rondom de kadernota al is besloten. De integrale afweging van voorstellen voor nieuw beleid vindt dit jaar echter plaats in het begrotingsproces van de programmabegroting 2021-2024. Deze kadernota 2021 is daarom 'beleidsarm' ingestoken. Daarnaast zijn er ook geen beleidsvoorstellen waarvan wij van oordeel zijn dat deze onontkoombaar zijn.

 

 

Materieel sluitende begroting

Het uitgangspunt is een structureel sluitende meerjarenbegroting op basis van het collegeprogramma.

 

Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

De programmabegroting 2021-2024 wordt opgesteld conform de wet- en regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

 

Aantal inwoners

Mede op basis van de bevolkingsprognose Gelderland  met door de Provincie verstrekte prognoses over  inwonersaantallen en aantal huishoudens en onze eigen inzichten (ook op basis van het woningbouwprogramma) wordt voor de begroting 2021-2024 uitgegaan van de navolgende aantallen inwoners:

Prognose inwonersaantallen

Werkelijke stand 1-1-2020

1-1-2021

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

Totaal aantal inwoners per 1-1

11.073 11.021 10.970 10.890 10.836

Waarvan jonger dan 20 jaar

2.015 2.006 1.953 1.884 1.842

Waarvan ouder dan 64 jaar

2.841 2.883 2.945 2.989 3.011


De bevolkingsprognose Gelderland loopt tot en met 2034.
De verwachting is dat:

  • de bevolkingsomvang van Gelderland minder hard zal groeien dan in de vorige prognose voorspeld werd;
  • de natuurlijke aanwas (geboortes minus sterfte) negatief zal zijn;

 

Aantal huishoudens

Voor de raming van het aantal huishoudens hebben wij ons gebaseerd op het werkelijk aantal huishoudens per 1 januari 2020 en het woningbouwprogramma in de gemeente:

Prognose aantal huishoudens

Werkelijke stand  1-1-2020

1-1-2021

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

Aantal huishoudens

5.295

5.310

5.384

5.407

5.449

 

Onvoorzien

De post onvoorzien wordt gesteld op een vast bedrag van € 15.000.

 

Rentepercentages

In de begroting 2021 worden mede op basis van de actuele rentetarieven van de BNG (mei 2020) de navolgende rentepercentages gehanteerd:

  • Financieringstekort (rentelast kasgeld 1 maand)                                                              0,00 %
  • Financieringsoverschot (rentebaat deposito 1 maand)                                                 0,00 %
  • Rente eigen financieringsmiddelen (bespaarde rente)                                                   0,00 %
  • Rente lang geld (lang geld gelijk 25 jaar)                                                                                 0,74 %

 

Algemene uitkering uit het gemeentefonds

De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt in de begroting 2021-2024 geraamd op basis van de septembercirculaire 2019.

 

Algemene prijsstijgingen

Ten aanzien van de in de begroting 2021 op te nemen ramingen wordt ten opzichte van de actuele ramingen 2020 uitgegaan van de prijs materiële overheidsconsumptie van 1,7%. Dit percentage is gebaseerd op de aanvullende kerngegevenstabel van de raming door het CPB voor het Centraal Economisch Plan 2020 (maart 2020). Hiervan kan worden afgeweken wanneer op basis van contracten of wetgeving een ander percentage is bepaald.

Salarislasten eigen personeel

De stijging van de salarissen van het eigen personeel wordt gebaseerd op bestaande cao-afspraken c.q. een zo goed mogelijke inschatting van de uitkomsten over de onderhandelingen daarover.  De huidige CAO loopt af op 1 januari 2021. Om die reden wordt voor de ramingen uitgegaan van de prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers van 2,8%. Dit percentage is gebaseerd op de aanvullende kerngegevenstabel van de raming door het CPB voor het Centraal Economisch Plan 2020 (maart 2020).

 

Belastingopbrengsten

Bij de raming van de opbrengst van de gemeentelijke heffingen wordt, m.u.v. de rioolheffing en de precario op ondergrondse kabels en leidingen, rekening gehouden met een algemene stijging van 2,25%. Dit is een gewogen gemiddelde van de prijsstijgingen (gewicht 50%) en de salarisstijgingen (gewicht 50%). Ook de opbrengst van de toeristenbelasting en de parkeerheffing wordt op dit percentage gebaseerd. De opbrengst van de rioolrechten wordt gebaseerd op het Watertakenplan Olburgen 2018-2022. De precario op kabels en leidingen mag wettelijk niet worden verhoogd en blijft gebaseerd op het tarief 2016. Het laatste jaar waarop deze precario mag worden geheven is 2021.

 

Constante prijzen

De meerjarenramingen 2021-2024 worden gebaseerd op basis van het prijspeil per 1 januari 2021 en opgesteld in constante prijzen.

 

Kapitaallasten nieuwe investeringen

Bij de berekening van de kapitaallasten van nieuwe investeringen wordt voor wat betreft de rentecomponent uitgegaan van de begrote marktrente van lang geld te weten 0,74%. De afschrijvingslast wordt op basis van artikel 9 van de financiële verordening 2017 bepaald en begroot met ingang van het dienstjaar volgend op het jaar waarin de investering gerealiseerd wordt.

 

Aantal bijstandsuitkeringen

Voor het aantal bijstandsuitkeringen (maatstaf voor de Algemene Uitkering van het Rijk) verwachten we gezien de crisis rond COVID-19 een stijging voor de komende jaren. Het is lastig in te schatten hoe hoog deze stijging zal zijn en hoe lang deze zal duren. Op dit moment zien we een toename van de aanvragen en bereiken ons signalen dat het macro-economisch budget vanuit het Rijk voor dit doel zal toenemen. Wij zijn daarom in eerste instantie uitgegaan van een stijging van ca. 10%. Indien in de nabije toekomst meer inzicht ontstaat, dan zullen we deze aantallen bijstellen.

 

2020

2021

2022

2023

Participatiewet

248

273

273

273

IOAW/IOAZ

19

20

20

20

BBZ

1

2

2

2

Totaal

268

295

295

295


Subsidies en inkomensoverdrachten

In het BBV wordt nader onderscheid gemaakt tussen subsidies en inkomensoverdrachten. De subsidies en inkomensoverdrachten voor 2021 worden geraamd op basis van het niveau van 2020, vermeerderd met het inflatiepercentage.

 

Stortingen in voorzieningen

De stortingen in de voorzieningen worden gebaseerd op de meest actuele beheerplannen, waarbij de dotatie aan de voorziening Vervangingsinvesteringen Riolering is gebaseerd op het Watertakenplan Olburgen 2018-2022. Enkele beheerplannen worden geactualiseerd en worden na actualisatie ter vaststelling voorgelegd aan de raad, e.e.a. conform de notitie Materiële vaste Activa van de commissie BBV.



Saldering reserves

De dotatie en onttrekking van enkele bestemmingsreserves gebeurt op begrotingsbasis budgettair neutraal (dotatie gelijk aan onttrekking) of op basis van een realistische planning (bestemmingsreserve kapitaallasten). Op rekeningbasis wordt op basis van het werkelijke saldo gedoteerd, dan wel onttrokken.

Het gaat hierbij om de volgende bestemmingsreserves:

  • bestemmingsreserve kapitaallasten.
  • bestemmingsreserve rehabilitatie wegen.
  • bestemmingsreserve groot onderhoud kapitaalgoederen.

 

Toerekening apparaatslasten en urenverdeling

Apparaatslasten worden toegekend aan taakvelden en aan te activeren investeringen. De verdeling van salariskosten zal in de begroting 2021-2024 worden verwerkt op basis van de meest actuele gegevens.


Dividend

Het dividend wordt geraamd op basis van het gemiddelde gerealiseerde dividend over de afgelopen jaren.