> A. BUDGET VRAGENDE BEGROTINGSVOORSTELLEN
A1.1 Regionale brandweer (VGGM)
Betreft de kosten voor de gemeenschappelijke regeling met de VGGM, onderdeel brandweer. De kosten voor deze gemeenschappelijke regeling gaan omhoog. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de gestegen loonkosten en een hogere bijdrage als gevolg van de herverdeling van het gemeentefonds. De bijdragen aan de VGGM voor de brandweertaken worden verdeeld op basis het aandeel van het cluster openbare orde en veiligheid in het gemeentefonds. Dit werkt voor Doesburg nadelig uit. De definitieve begroting voor 2025 wordt naar verwachting in september 2024 vastgesteld. Voorafgaand worden de colleges en raden van de inliggende gemeenten in de gelegenheid gesteld om hun wensen en bedenkingen van de ontwerpbegroting 2025 aan het dagelijks bestuur mee te geven (zienswijzeprocedure). De bijstelling is dus nu gebaseerd op de ontwerpbegroting.
A1.2 Dierenwelzijn en dierenambulance
Als gevolg van het nieuwe contract tussen het college van burgemeester en wethouders en het Dierentehuis Arnhem e.o., dat op 1 januari 2024 in werking is getreden, zijn er belangrijke veranderingen opgetreden met betrekking tot de financiële behoeften van het dierenasiel. De nieuwbouwlocatie voor het Dierentehuis Arnhem e.o. is een cruciale stap voorwaarts om de kwaliteit van onze dierenopvang te verbeteren.
Echter, zoals geconstateerd tijdens de voorbereidingen en uitvoering van het nieuwe contract, zijn de kosten aanzienlijk gestegen ten opzichte van de initiële ramingen. Het huidige budget van € 10.030 blijkt niet toereikend te zijn om de benodigde uitgaven te dekken voor de komende jaren.
Om de continuïteit van de dienstverlening van het Dierentehuis Arnhem e.o. te waarborgen is het essentieel dat het budget wordt herzien en verhoogd. Wij stellen daarom voor om het budget te verhogen met een bedrag van € 14.070 voor de jaren 2025, 2026, 2027 en 2028.
Deze verhoging zal helpen bij het bekostigen van de operationele kosten, onderhoud van de nieuwe faciliteiten, en andere onvoorziene uitgaven die zich kunnen voordoen tijdens de implementatie van het nieuwe contract en de nieuwbouw.
A1.3 Gebouw De Linie 4
Het was de bedoeling om het pand in 2024 af te stoten, omdat wij het niet meer nodig hebben voor gemeentelijke taken. Echter de huurovereenkomst die wij hebben met WIJ loopt nog door tot 2034. WIJ houdt ons aan deze overeenkomst. Vanaf 2025 zijn er geen bedragen gereserveerd voor de exploitatie van het pand. De gemeente heeft verplichtingen het pand te blijven exploiteren. De exploitatielasten bestaan uit verschillende kostensoorten, zowel inkomsten als uitgaven vallen hieronder. Totaal is een budget van 140k nodig voor de totale exploitatie.
De exploitatiekosten bestaan uit:
• Belastingen
• Waterschapslasten
• Huren inkomsten en uitgaven
• Energie, water en elektra
• Onderhoud
• Schoonmaak
• Doorbelasting kosten (servicekosten)
• Contractonderhoud
• Overige kosten
Noot:
Hierbij is geen rekening gehouden met het vinden van een andere invulling/bestemming voor het gedeelte van het pand dat leeg staat. Commerciële verhuur of anderszins levert een ander resultaat op. Plannen hiervoor worden medio 2024 nader uitgewerkt.
A1.4 Invoering meldpunt “Problemen met verhuurders”
Bij wet is bepaald dat gemeenten een taak krijgen in goed verhuurderschap. Klachten over particuliere verhuurders (niet woningcorporaties) moeten burgers vanaf 1-1-2024 bij gemeentes kunnen melden. Afhankelijk van de aard van de klacht dienen gemeentes huurders bij te staan in de afhandeling van deze klachten. Voor het inrichten van een meldpunt “Problemen met verhuurders” ontvangen gemeenten van het Rijk vanaf 2023 structureel geld in het kader van de in 2023 ingevoerde Wet Goed verhuurderschap. De middelen voor 2023 en 2024 zijn niet geoormerkt. Voorstel is om vanaf 2025 deze rijksmiddelen aan te wenden voor het afhandelen van klachten. In 2023 en 2024 heeft de gemeente hiervoor € 6.975 ontvangen. Er mag van worden uitgegaan dat deze bijdrage jaarlijks wordt geïndexeerd.
A1.5 ODRA
Het budget moet met structureel € 30.000 verhoogd. De grootste stijging wordt veroorzaakt door de verandering van het uurtarief, deze gaat van €99 in 2024 naar €104 in 2025. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de ontwikkelingen in personele kosten. Er is een CAO verandering geweest waardoor de lonen zijn gestegen en er extra verlofdagen zijn toegevoegd. Ook is de CPB index vastgesteld op 4% voor de lonen. Daarnaast zijn er vanuit het IBP robuustheidscriteria opgenomen voor innovatie (1% van budget), opleidingen (3% van loonsom) en een weerstandsratio van 0,8. Ook zorgt de implementatie van de Omgevingswet voor extra structurele kosten die niet onder het incidentele budget vallen.
A1.6 Beheer buitenruimte
In de afgelopen jaren is er een tekort ontstaan op het budget voor groenbeheer. Met dit budget worden de werkzaamheden van Circulus Buitenruimte voor het groenbeheer betaald. Dit tekort had verschillende oorzaken, waaronder het toerekenen van algemene kosten van de dienstovereenkomst met Circulus en forse indexering van de inflatie. Het budget is tussentijds enkele keren incidenteel verhoogd, om te zoeken naar dekking.
In de afgelopen jaren is deel B van de dienstverleningsovereenkomst met Circulus tegen het licht gehouden. Hierdoor hebben we beter op een rij welke werkzaamheden we willen afnemen en welke kosten daarbij horen en is de verdeling van de kosten over de verschillende budgetten gewijzigd.
In het geval de tekorten niet worden aangevuld, zullen we flink moeten bezuinigen. Hiervoor zullen ondermeer de volgende maatregelen genomen moeten worden:
- stoppen met hanging baskets; gaat ten koste van zeer gewaarde inrichting binnenstad (15.000)
- beeldkwaliteit vegen en onkruidbeheersing in centrum van A naar B; hierdoor is toeristische plek minder schoon (bedrag nog onbekend)
- beeldkwaliteit vegen en onkruidbeheersing op verharding in overige wijken van B naar C; dit zorgt voor kapitaalvernietiging van de wegen, meer water op straat door verstopte goten en kolken, ziet er minder netjes uit (bedrag nog onbekend)
- geen vegen na evenementen; hierdoor blijven straten langer vies op toeristische plek (bedrag nog onbekend)
- geen bladruimen op gazon; het gazon wordt drassiger in natte tijden en zal daardoor minder vaak gemaaid kunnen worden (bedrag nog onbekend)
- schapenbegrazing omzetten naar extensief maaibeheer (bedrag nog onbekend)
- restant wat qua tekort niet gehaald kan worden, wordt uit boombeheer gehaald wat ten koste gaat van herplant bomen; stoppen of verminderen van herplant levert een enorme inbreuk op de leefbaarheid van de stad (bedrag onbekend)
A2.1 Openbare gezondheidszorg
Op basis van besluitvorming van het Algemeen Bestuur leiden de voorstellen voor de versterking van de GGD-taken en de organisatieversterking (Toekomstbestendige GGD) tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
A2.2 Jeugdhulp en Wmo
De contractering van deze zorgvormen is regionaal belegd bij de BC Inkoop. De BC Inkoop heeft op 7 juli 2023 besloten tot uitvoering van een tarievenonderzoek voor Jeugd en Wmo. De aanleiding voor het tarievenonderzoek waren frequente signalen van aanbieders in de afgelopen twee jaar over het niet kostendekkend zijn van de tarieven waaraan autonome ontwikkelingen zoals de stijging binnen de CAO’s Zorg, krapte op de arbeidsmarkt, stijgende energielasten en de stijgende inflatie ten grondslag liggen. Daarnaast zijn gemeenten/regio’s bij het inkopen van maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gehouden aan het betalen van een reële prijs. In het kader van de Wmo 2015 is deze verplichting vastgelegd in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Reële Prijs. Voor jeugdhulp volgt deze verplichting nu nog uit jurisprudentie, maar zit de AMvB Reële prijs er ook aan te komen (verwachting 2024). Dit betekent dat gemeenten/regio’s moeten kunnen onderbouwen en uitleggen hoe tarieven zijn opgebouwd, hoe deze tarieven kostendekkend worden geacht voor de gemiddelde aanbieder in de specifieke regio en hoe meermaals afstemming met de markt heeft plaatsgevonden. Duidelijk is geworden dat de tarievenonderzoeken onvermijdelijk gaan leiden tot tariefstijgingen en dus ook tot hogere uitgaven voor deze zorgvormen. Voor Verblijf Jeugd zijn de nieuwe tarieven in de BC Inkoop van 26 januari 2024 vastgesteld ten behoeve van de nieuwe aanbesteding (ingangsdatum 1 juli 2024). Voor Ambulant Jeugd en Wmo zijn de nieuwe tarieven in de BC Inkoop van 8 maart 2024 vastgesteld (ingangsdatum 1 april 2024). Naast de effecten vanuit de tarievenonderzoeken hebben we vanaf 1 januari 2024 ook te maken met de invoering van door het Rijk en VNG overeengekomen landelijke tarieven voor jeugdbescherming en jeugdreclassering in het kader van de caseloadverlaging voor deze dienstverlening. Bij gelijkblijvend gebruik leidt dit eveneens tot hogere lasten dan voorzien, omdat deze tariefwijziging slechts deels structureel gecompenseerd wordt door een hogere uitkering vanuit het Gemeentefonds. We blijven ons actief inzetten om (via de VNG) te pleiten voor passende financiering vanuit het Rijk.
A3.1 Toeristische drie-eenheid en uitvoering
In het coalitieakkoord 2022 – 2026 wordt benoemd dat er geïnvesteerd moet worden in kwaliteitstoerisme vanuit een nieuwe toeristische visie voor de komende jaren. “Kwaliteitstoerisme en toegankelijke natuurrecreatie” is één van de drie pijlers van gemeente Doesburg. Gemeente Doesburg heeft in 2023 in samenwerking met een externe partij een Visie Toerisme 2023 – 2030 opgesteld. Deze visie is op 28 september 2023 aangenomen door de gemeenteraad. Deze visie sluit nauw aan op deze pijler en de Toekomstvisie van gemeente Doesburg. Om deze pijler op te bouwen en te verstevigen zijn financiële middelen nodig. Momenteel is er enkel budget beschikbaar voor een aantal vaste kostenposten. Het uitblijven van budget voor het opbouwen en verstevigen van de pijler zou het instorten van één van de pijlers van gemeente Doesburg kunnen betekenen, wat niet in lijn is met de Toekomstvisie van de gemeente.
- In de Toeristische Visie wordt benoemd dat de drie-eenheid van de stadspromotor (Achterhoek Toerisme), VVV en de stadscoördinator de ondersteunende eenheid is voor toerisme en onontbeerlijk is voor Doesburg. Deze drie-eenheid vormt een cruciale kern om de (toeristische) basis op orde te krijgen en te houden.
- Daarnaast wordt in de Toeristische Visie benoemd dat het belangrijk is om de uitvoerende capaciteit van deze drie-eenheid te borgen. Door voldoende financiële middelen beschikbaar te stellen kan deze capaciteit geborgd worden en kunnen deze functies hun taken efficiënt blijven uitvoeren en daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid en levendigheid van Doesburg.
- Niet alleen het borgen van de capaciteit van deze drie-eenheid is van belang, maar ook het beschikbaar stellen van een uitvoeringsbudget is cruciaal voor het versterken van een bruisende binnenstad.
- Een aantal zaken uit het uitvoeringsprogramma: onderzoek verrichten naar hoe toeristen mee kunnen betalen, activiteiten ter verbinding van de Hanzesteden, gastvrijheid cursussen aanbieden voor de vele toeristische vrijwilligers, burgerparticipatie voor wat betreft toeristisch aanbod, passantenhaven versterken en aanbodontwikkeling voor jongere inwoners van Doesburg.
- De drie-eenheid (met uitvoeringsprogramma) kan gerelateerd worden aan het budget ‘Toeristische subsidies en stimuleringsbijdragen’ en levert een belangrijke bijdrage aan zowel de Toekomstvisie als de uitvoering van het Collegeprogramma 2022-2026.
- Het omvallen van de drie-eenheid en het daarbij horende uitvoeringsprogramma heeft verstrekkende gevolgen voor toeristisch Doesburg. Zo zou het kunnen dat de grote evenementen niet meer door kunnen gaan door het wegvallen van subsidies, de VVV wellicht gedwongen haar deuren moet sluiten, en Doesburg verdwijnt van de toeristische kaart.
- Als uw gemeenteraad een uitvoeringsprogramma in werking wil zien zoals omschreven in de Visie Toerisme, dan is het toekennen van deze Kadernota aanvraag noodzakelijk.
Doel: Het structureel behouden en versterken van het (jaarrond) aanbod (o.a. een aantrekkelijke binnenstad) door de capaciteit van de toeristische drie-eenheid te borgen en hier een uitvoeringsprogramma aan te verbinden middels voldoende financiële middelen.
A4.1 ICT
De indexatie van softwarekosten is gemiddeld 6% en dus 3,8% hoger dan de in 2025 toe te passen algemene inflatie-correctie (zie technische uitgangspunten). Daarnaast is extra geld nodig voor een onvermijdelijke uitbreiding van de HR applicatie.
A4.2 SALD
In de concept meerjarenbegroting van het SALD wordt aan de gemeente Doesburg een hogere jaarlijkse bijdrage voor deelname aan deze GR gevraagd. In onze eigen begroting is voor de jaren 2025 – 2028 jaarlijks een bedrag opgenomen van € 76.000. Het gaat om een structurele verhoging van € 28.000 per jaar én incidenteel van € 23.000 voor 2025.
De belangrijkste reden voor de grote stijging van de kosten in 2025 en de daaropvolgende jaren, zit in het opzetten van een e-depot. Om te voldoen aan wet- en regelgeving en duurzame bewaring van digitale informatie te realiseren, is dit e-depot nodig. In de concept meerjarenbegroting zijn onderstaande aspecten voor het realiseren van een e-depot voorziening beschreven en begroot:
- Inhuur projectleider e-depot.
- Aansluiting e-depot, dat is gebruik van software en ondersteuning door ECAL.
- Collectieportaal-systeem.
- Aanstellen beheerder e-depot / digitaal archiefinspecteur.
A4.3 Verschuiving / correcties personele budgetten
Er zijn vrijgevallen salarislasten die nog moeten worden overgeheveld naar de uitbestedingsbudgetten ODRA en het BOA team Rheden. Dit wordt nu geëffectueerd. Daarnaast dient er nog een personele correctie plaats te vinden ten laste van het Woo budget en een abusievelijk dubbel geraamde onkostenvergoeding van de raad.
> B. BUDGET VERRUIMENDE BEGROTINGSVOORSTELLEN
B90.1 Voorjaarsnota 2024 kabinet (effect gemeentefonds)
In het voorjaar stelt zoals te doen gebruikelijk het ministerie van Financiën de Voorjaarsnota op. De Voorjaarsnota 2024 is maandag 15 april 2024 gepubliceerd en geeft een vooruitblik op de rijksbegroting voor de komende jaren. Over de gevolgen worden de gemeenten geïnformeerd via de mei circulaire 2024. Op basis van de voorjaarsnota 2024 en stukken van onze adviseur gemeentefonds worden nu vooruitlopend op de mei circulaire 2024 de in de bovenstaande tabel opgenomen effecten meegenomen. Het gaat hierbij o.a. om de effecten van het voornemen van het demissionaire kabinet de al jaren bestreden opschalingskorting (macro € 675 miljoen) te schrappen per 2026.
B90.2 September circulaire 2023 gemeentefonds
De ramingen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn in de lopende begroting gebaseerd op de mei circulaire 2023. Door de effecten van de september circulaire 2023 kunnen de ramingen positief worden bijgesteld.