5. Overzicht begrotingsvoorstellen 2026-2029

Overzicht begrotingsvoorstellen 2026-2029

Terug naar navigatie - Overzicht begrotingsvoorstellen 2026-2029

De kadernota is het enige moment, waarop begrotingsvoorstellen kunnen worden ingediend. Dit doet recht aan het principe van integrale afweging. Andere momenten zijn niet mogelijk, tenzij sprake is van de zogenaamde 3 O's:

  1. Onvoorzien
  2. Onvermijdelijk
  3. Onuitstelbaar

De kadernota 2026 is beleidsarm ingestoken. In deze kadernota zijn daarom uitsluitend  begrotingsvoorstellen opgenomen met een onvermijdelijk en onuitstelbaar karakter.

Begrotingsvoorstellen integrale afweging KN 2026-2029
Nr.
Onderwerp
Prg
Pfh
i/s
2026
2027
2028
2029
A. BUDGETVRAGENDE BEGROTINGSVOORSTELLEN
A1.1
Uitbreiden betaald parkeren
1
BvV
i
50.000
A1.2
Beheerkosten sporthal Beumerskamp
1
BvV
s
29.500
29.500
29.500
29.500
A1.3
Openbare verlichting energielasten
1
BvV
s
26.000
26.000
26.000
26.000
A1.4
Openbare verlichting cyclisch onderhoud
1
BvV
s
75.000
75.000
75.000
75.000
A1.5
Parkeervoorzieningen
1
BvV
s
30.000
30.000
30.000
30.000
A1.6
Bouw-, woning en welstandstoezicht (ODRA)
1
BvV
s
20.000
20.000
20.000
20.000
A1.7
ODRA Milieu
1
BvV
s
40.000
40.000
40.000
40.000
A1.8
Digitaal vergunningensysteem
1
BvV
s
105.000
90.000
90.000
90.000
A1.9
Vervanging en onderhoud utilitaire bewegwijzering
1
BvV
s
5.651
5.511
6.636
A1.10
Veiligheidshuis
1
AH
s
1.400
3.200
5.000
5.000
A1.11
Regionale brandweer
1
AH
s
23.000
23.000
23.000
23.000
A2.1
Leerplicht
2
BE
s
15.000
15.000
15.000
15.000
A2.2
MGR module WgSW
2
BE
s
86.000
105.000
125.000
125.000
A2.3
VGGM digitaal kinddossier
2
BE
i
14.000
VGGM loonkosten
2
BE
s
21.000
21.000
21.000
21.000
A3.1
Kermisgelden
3
SH
s
14.000
14.000
14.000
14.000
A3.2
Structureel borgen middelen voor uitvoering toeristische visie
3
SH
s
130.000
135.000
A3.3
Toeristische upgrade haven en linies
3
SH
s
54.585
54.585
54.585
54.585
A4.1
Facilitaire diensten
4
AH
s
40.700
40.700
40.700
40.700
A4.2
Opleiding nieuwe gemeenteraad
4
AH
i
6.000
A4.3
Streekarchivariaat (historisch archief)
4
AH
s
16.203
8.787
8.787
8.787
A4.4
Bezwaar en beroep
4
AH
s
30.000
30.000
30.000
30.000
NNB1.1
Aanpassing bezuinigingsmaatregel nullijn subsidies
nnb
Alle
s
12.500
12.500
12.500
12.500
TOTAAL BUDGETVRAGENDE BEGROTINGSVOORSTELLEN
709.888
643.923
795.583
801.708
B. BUDGETVERRUIMENDE BEGROTINGSVOORSTELLEN
B1.1
Uitbreiden betaald parkeren
1
BvV
s
-158.800
68.200
68.200
68.200
B1.2
Leges omgevingsvergunningen
1
BvV
s
20.000
20.000
20.000
20.000
B1.3
Wegvallende exploitatielasten Linie 4
1
BvV
s
140.000
140.000
140.000
140.000
B90.1
Decembercirculaire 2024
AD
BvV
s
54.000
90.000
125.000
125.000
B90.2
Effecten voorjaarsnota 2025 kabinet demping terugval
AD
BvV
s
284.000
329.000
311.000
331.000
Idem mutaties Jeugd
AD
BvV
s
785.000
640.000
-80.000
-80.000
TOTAAL BUDGETVERRUIMENDE BEGROTINGSVOORSTELLEN
1.124.200
1.287.200
584.200
604.200
Saldo
414.312
643.277
-211.383
-197.508
i
inc.
s
Struct.

A. Toelichting budget vragende begrotingsvoorstellen 2026-2029

Terug naar navigatie - A. Toelichting budget vragende begrotingsvoorstellen 2026-2029

A1.1 Uitbreiden betaald parkeren
Op 7 november 2024 heeft de gemeenteraad de Programmabegroting 2025-2028 vastgesteld. Daarin staat het volgende bezuinigingsvoorstel opgenomen: uitbreiden betaald parkeren (nr. 2). Invoering van deze maatregel stond gepland per 1 juli 2025.

Tevens heeft de gemeenteraad op 7 november 2024 de motie ‘betaald parkeren’ aangenomen, waarin het college wordt opgeroepen om:

  1. te onderzoeken of het financieel mogelijk is of wordt om de beoogde uitbreiding van betaald parkeren een of meerdere kalenderjaren uit te stellen;
  2. een mogelijke oplossing voor het einde van 2024 met de Raad te delen.

Aan deze motie is voldaan middels het raadsbesluit ‘Septembercirculaire 2024’ van 19 december 2024 waarin besloten is om in te stemmen met het voorstel om in afwachting van het nader onderzoek in 2025 naar betaald parkeren, de maatregel uitbreiden betaald parkeren uit te stellen en te streven naar invoering betaald parkeren in 2026. Hiermee is de beoogde bezuiniging opgeschoven naar 01-01-2026. 

Vanwege capaciteitsgebrek en prioriteringen, is het niet haalbaar gebleken de werkzaamheden ten behoeve van deze bezuinigingsmaatregel (tijdig en zorgvuldig) op te starten. Gestreefd wordt naar een invoering per 01-01-2027, waarvoor de voorbereidingen eind 2025 worden opgestart. 

Gevolg is dat de beoogde bezuiniging (opnieuw) opgeschoven wordt met 1 jaar (naar 01-01-2027). Ten behoeve van de realisatie van deze bezuinigingsmaatregel wordt ingeschat dat een eenmalige investering van circa 50.000 euro is benodigd. Dit is exclusief de eerder in de begroting meegenomen kosten voor het digitaliseren van het parkeervergunningensysteem (voorwaarde). Hiervoor is een apart voorstel voor de kadernota uitgewerkt. Middels deze bijstelling wordt derhalve een projectkrediet gevraagd van 50.000 euro voor het project ‘uitbreiden betaald parkeren’ in 2026 (exclusief de benodigde digitalisering van het parkeervergunningensysteem).

A1.2 Beheerkosten sporthal Beumerskamp
De bijstelling heeft te maken met de stijgende kosten voor het beheer. Vanaf 2023 wordt het sportbeheer na aanbesteding uitgevoerd door Ataro. In de begroting zijn de exacte beheerskosten opgenomen die doorberekend worden door Ataro. Hierin is geen rekening gehouden met stijgende kosten voor schoonmaak en beheer. Ook was hierin geen rekening gehouden met de schoonmaakkosten voor de nevenruimte en gymzaal Wilgenstraat. De beheerskosten voor sporthal Beumerskamp, de nevenruimte en gymzaal Wilgenstraat zijn structureel gestegen met 29.500 euro en allen ondergebracht bij grootboeknummer 1156 sporthal Beumerskamp. In 2023 en 2024 werd nog rekening gehouden met beheerskosten van € 101.821. In de begroting 2025/2028 wordt rekening gehouden met € 55.441. Een bedrag van € 85.000 (€ 55.441 + € 29.500) is meer realistisch. 

A1.3 Openbare verlichting energielasten
Met name de kosten van het netbeheer door Liander zijn gestegen. Dit is een gevolg van de verzwaring van het net. 

A1.4 Openbare verlichting cyclisch onderhoud
In 2024 heeft een intergemeentelijke aanbesteding plaatsgevonden. De kosten van dit nieuwe bestek 2024 zijn substantieel hoger dan het eerdere bestek uit 2020. Daar zijn twee belangrijke oorzaken voor. Enerzijds wast het voorgaande bestek erg goedkoop, omdat de aannemer zich wilde inkopen in de regio; dit bestek 2020 was had een aanmerkelijk lagere prijs dan het bestek/de onderhoudsovereenkomst daarvoor. Anderzijds zijn de kosten voor materialen zeer fors gestegen. 

Gekeken is of de dekking op andere manier kan worden gevonden. De aanschaf van de ledlampen geeft minder vervangingskosten, maar wel flink hogere aanschafkosten. Daarbij zijn door de overgang op ledlampen de kosten voor de 24-urur storingsdienst hoger maar wel stabieler geworden. Voorheen werd er per storing betaald. De kosten waren dan wisselend. Nu een stabiel jaarbedrag dat over de jaren heen gemiddeld hoger is. Hierover wordt nog onderhandeld in de regio. , De aanschaf van de klassieke verlichting binnenstad leidt ook tot hogere kosten. Er zijn daarom geen andere dekkingsmogelijkheden gevonden. De energielasten zijn in de afgelopen jaren flink gestegen waardoor hier geen ruimte in kan worden gevonden. 

A1.5 Parkeervoorzieningen
De huidige parkeerautomaten zijn afgeschreven en aan het einde van hun technische levensduur. De schermen en andere onderdelen zijn niet meer nieuw te krijgen. Derhalve zullen de parkeerautomaten moeten worden vervangen. Want als één of meerdere parkeerautomaten buiten werking raken, dan derft de gemeente parkeerinkomsten. De afschrijvingslasten van de huidige automaten is vanaf 2026 nagenoeg niet meer aan de orde. Er zijn in toenemende mate klachten over de apparaten. In het verleden zijn alle automaten in één keer aangeschaft en vandaar dat nu ook alle apparaten tegelijk op het einde van hun levensduur zijn. Feitelijk is er opnieuw krediet nodig voor aanschaf van nieuwe automaten. De exploitatielasten moeten dan worden aangepast. 

De aanschafkosten voor vervanging van alle automaten bedraagt ca € 300.000. We stellen hiervoor om de afschrijvingslasten mee te nemen voor de komende periode. Vervanging is ook nodig in de situatie van uitbreiding betaald parkeren en introductie van een digitaal systeem. In de nieuwe situatie blijft er vooralsnog sprake van nagenoeg hetzelfde aantal parkeerautomaten. Je bent immers verplicht minimaal twee manieren van betalen voor parkeren aan te bieden (ook voor buitenlandse toeristen) De afschrijvingstermijn is 10 jaar

A1.6 Bouw-, woning en welstandstoezicht (ODRA)
Extra inzet op klantadvisering bouw: 
Per 1 januari 2026 wordt de frontoffice bezetting bij ODRA met 1 fte opgehoogd om een voldoende basisniveau aan dienstverlening te kunnen waarborgen. De extra kosten worden over alle bouwpartners verdeeld.  De prijsindexering van de ODRA was in de afgelopen jaren hoger dan de door de gemeente gehanteerde prijsindexatie, (o.a. door loonstijgingen) waardoor de begroting achter is gebleven op de werkelijke kosten.

Voorstel:
De kostenstijging vangen we op door de leges bedragen te verhogen met eenzelfde bedrag.  Dit wordt uitgewerkt in een aanpaste legesverordening voor 2026.

A1.7 ODRA Milieu
Er is een structurele toename in milieu meldingen zichtbaar. In de begroting is nog geen rekening met deze toename gehouden. Dienstnummer “T19B Klachtbehandeling Milieu” is in het voorlopige werkprogramma 2026 in verband met de actuele prognoses opgehoogd van 121 uur naar 400 uur (+ €30.000).  De prijsindexering van de ODRA was in de afgelopen jaren hoge dan de door de gemeente gehanteerde prijsindexatie, (o.a. door loonstijgingen) waardoor de begroting achter is gebleven op de werkelijke kosten.

A1.8 Digitaal vergunningensysteem
Gewenst SMART geformuleerd resultaat / doel:
Uitbesteding van het digitaal vergunningensysteem en daarbij horende taken Vergunningen, ontheffingen, gehandicaptenparkeerkaarten, afhandeling bezwaar en beroep (fiscaal), beheer en onderhoud NPR, naheffingsaanslagen, geldmanagement,  technische dienst op straat, indirecte kosten (lidmaatschap, kosten o.b.v. gereguleerde parkeerplaatsen)

Argumenten:
Op 7 november 2024 heeft de gemeenteraad de Programmabegroting 2025-2028 vastgesteld. Daarin staat het volgende bezuinigingsvoorstel opgenomen: uitbreiden betaald parkeren (nr. 2). In de toelichting van die maatregel is opgenomen dat invoeren van het digitaliseren van het parkeervergunningensysteem noodzakelijk is om het betaald parkeren uit te breiden. In deze bezuiniging zijn ook de kosten hiervoor meegenomen. Deze worden nu middels een dit voorstel én een separaat voorstel in de kadernota aangepast (lees: gesplitst). Reden hiertoe is dat dit jaar alvast gestart kan worden met de voorbereidingen voor het implementeren van de digitalisering van het parkeervergunningensysteem. 

Tegelijkertijd wil de gemeente Doesburg een toekomstbestendige en minder kwetsbare organisatie vormen. Een organisatie die haar ambities kan waarmaken én die op een goede wijze de dienstverlening aan haar inwoners kan vormgeven. Omwille van kwetsbaarheid, inefficiëntie, foutgevoeligheid en een verbetering van de dienstverlening, is er behoefte aan een meer professionele aanpak op het gebied van gereguleerd parkeren. Het totale parkeerproces heeft zijn weerslag op de klanttevredenheid, van zowel inwoners, ondernemers als bezoekers. Dit betekent dat het noodzakelijk wordt geacht de vergunningverlening te digitaliseren en uit te besteden, omdat:
 

  • Momenteel is er sprake van een hoge mate van kwetsbaarheid van functies;
  • Momenteel zijn de taken versnipperd ondergebracht binnen de gemeente Doesburg. Daarnaast is voor veel collega’s het parkeerproces maar een klein onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden en geen onderdeel van hun ‘core business’, wat een verdere professionalisering in de weg staat;
  • Momenteel is er sprake van inefficiënte en ondoorzichtige processen;
  • Momenteel is er sprake van een hoge foutgevoeligheid door menselijke handelingen (per abuis). Er zijn reeds vergunningen verleend die volgens het vastgestelde beleid niet verleend hadden mogen worden;
  • Momenteel wordt de vastgestelde beslistermijn voor de beoordeling van de vergunningaanvraag niet gehaald;
  • Taken worden niet op adequaat niveau uitgevoerd;
  • Er wordt nog gewerkt met papieren vergunningen;
  • Huidige processen en taken zijn fraudegevoelig.

Het beleidsmatige deel van parkeren blijft uiteraard een taak van de gemeentelijke organisatie.

De invoering van een digitaal systeem zorgt op verschillende plekken en nogal versnipperd voor minder taken en werkzaamheden in het ambtenarenapparaat. De uitbreiding van betaald parkeren kan niet met de huidige (veelal handmatige wijze) worden door- en uitgevoerd. Het digitale systeem is hiervoor noodzakelijk. De implementatie ervan geeft op een aantal plekken in de organisatie wat meer lucht voor andere werkzaamheden die nu blijven liggen en wel moeten worden gedaan. 
Daarnaast verwachten we een extra opbrengst van het betaald parkeren via het digitale vergunningensysteem. De extra opbrengst (t.o.v. de begroting 2025- 2028), vindt u hieronder bij B1.1. beschreven. Deze onderdelen zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. 


Financiële toelichting:

A1.9 Vervanging en onderhoud utilitaire bewegwijzering
Gewenst SMART geformuleerd resultaat / doel:
Uitvoeren wettelijke taak: Vervanging en onderhoud van utilitaire bewegwijzering. 

“Alle informatieve verkeersborden die weggebruikers verwijzen naar geografische bestemmingen zoals steden en dorpen. Deze bewegwijzering behoort tot het regionale en/of landelijke systeem van verwijzingen.”

Argumenten:
1. Voor een goede doorstroming van het verkeer is uniformiteit, continuïteit en samenhang in bewegwijzering heel belangrijk. Sinds 1 januari 2015 heeft de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd) een wettelijke, landelijke regietaak. 
1.1. De NBd heeft als wettelijke taak bewegwijzeringsplannen voor alle openbare wegen te maken en hierop de regie te voeren over grenzen van wegbeheerders heen. Daarbij hebben ze de wettelijke verantwoordelijkheid dat de richtlijnen voor bewegwijzering actueel is en dat de database voor bewegwijzering wordt beheerd;
1.2. De verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van bewegwijzering ligt bij de wegbeheerder. De gemeente Doesburg heeft een dienstovereenkomst met de NBd gesloten betreft beheer-/onderhoudstaken van utilitaire bewegwijzering. Jaarlijks levert de NBd een overzicht aan met een schatting van de kosten voor vervanging van wegwijzers in ons beheergebied de komende jaren. De (deels) te vervangen wegwijzers zijn geselecteerd op basis van bouwjaar en technisch verwachte levensduur.
1.3. De wegbeheerder kan aansprakelijk worden gesteld voor schade (zoals letselschade) als gevolg van een slechte onderhoudstoestand van de utilitaire bewegwijzering.
1.4. De huidige onderhoudstoestand van de bewegwijzering is zeer slecht te noemen en op bepaalde onderdelen gevaarlijk te noemen. Hierop is ook inspectie geweest. Er is al geruime tijd achterstand (15 jaar en op aantal borden ruim meer) op het onderhoud van deze borden en bijbehorende onderdelen als masten. Onderhoud is daarom echt noodzakelijk en een wettelijke plicht.

Financiële toelichting:
1.    Vervanging in 2026 incl. achterstallige vervanging: € 42.400
2.    Vervanging 2028: € 9.500

De afschrijvingstermijn voor straatmeubilair bedraagt 10 jaar conform de financiële verordening. 

A1.10 Veiligheidshuis
Het Zorg- en Veiligheidshuis speelt een cruciale rol in de coördinatie en integratie van zorg- en veiligheidsdiensten voor kwetsbare burgers. In de afgelopen jaren is er geen enkele verhoging van de bijdrage aan de gemeenten gevraagd. Dit ondanks stijgende operationele kosten en inflatoire druk die reeds impact hadden op de budgetten van het Zorg- en Veiligheidshuis. Deze situatie benadrukt de behoefte aan een herziening van de financieringsaanpak om te verzekeren dat het huis zijn cruciale diensten kan blijven leveren zonder de kwaliteit te compromitteren. 

Redenen voor verhoogde bijdragen:
•    Inflatie en stijgende kosten: De jaarlijkse stijging van de kosten voor diensten en personeel vereist compensatie. Hierbij de aantekening dat er de afgelopen 6 jaar NIET is geïndiceerd.
•    Duurzaamheid van dienstverlening: Om de kwaliteit en het bereik van de dienstverlening op peil te houden.
•    Wettelijke en maatschappelijke verplichtingen: Voldoen aan toenemende eisen rondom zorg en veiligheid

A1.11 Regionale brandweer
De bijdrage voor de Regionale brandweer (VGGM) gaat met € 23.000 omhoog in verband met de verhoging van loonkosten. Deze bijdrage is noodzakelijk en daarmee ook de verhoging van dit budget.

A2.1 Leerplicht
Bekostiging Kwalificatieplicht (€ 10.000)
De gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving van en inspanningen voor zowel de leerplicht (5-16 jaar) als de kwalificatieplicht (16-18 jaar). De gemeente Doesburg is aangesloten bij de regionale RMC-regio LerenWerkt (regio Achterhoek) voor de uitvoering van de kwalificatieplicht. De RMC-regio ontvangt regionale SPUK-middelen voor de taken die zijn doen rondom het doorstroompunt. Vanuit deze middelen zijn ook de inspanningen en medewerkers die uitvoering geven aan de kwalificatieplicht jarenlang bekostigd. Het ministerie van OC&W heeft aan de Doorstroompuntregio’s gecommuniceerd dat de inzet van kwalificatieplicht niet uit de regionale RMC (Doorstroom) middelen bekostigd mag worden. Nu wordt dit nog gedoogd maar per 2026 moet dit vanuit gemeentemiddelen bekostigd worden. In de begroting 2026 van de gemeenten in de regio Achterhoek dient een bedrag opgenomen te worden voor de financiering van kwalificatieplicht MBO. De gemeenten hebben aangegeven dit regionaal met elkaar te willen blijven uitvoeren (wettelijke taak), maar hiervoor zal dus door alle gemeenten een extra bedrag betaald moeten worden per 2026. Voor de gemeente Doesburg betekent dit een extra jaarlijkse bijdrage van €9.863,- en dus een noodzakelijke structurele ophoging van het budget leerplicht van € 10.000. Betalen we dit bedrag niet, zullen we de uitvoering van de kwalificatieplicht zelf moeten organiseren (lokaal) en zijn de verwachte kosten meer. In de financiële verdeelsleutel van de regio wordt namelijk rekening gehouden met het aandeel jongeren per gemeente. De realiteit laat zien dat in Doesburg het aandeel casussen procentueel juist hoger ligt.

Huidig budget was al niet toereikend (€ 5.000)
De bijdrage die de gemeenten jaarlijks moeten betalen aan LerenWerkt voor de uitvoering rondom de leerplicht en RMC was voor Doesburg in 2022 € 9.670 per jaar. In 2024 is dit bedrag gestegen naar € 13.849 naar aanleiding van een narekening over 2023 en de constatering dat de middelen die de gemeenten jaarlijks beschikbaar stelden niet voldoende bleek voor de uitvoering. Naast de regionale bijdrage hebben we lokaal ook nog kosten die we betalen uit dit budget zoals het lidmaatschap van de leerplichtambtenaar bij Ingrado en inzet van jeugdartsen voor het afgeven van vrijstellingen. Met een extra structurele ophoging van het budget van € 5.000 sluit de begroting aan bij de realiteit.

TOTAAL: ophoging van € 15.000 op budget leerplicht (1139)

A2.2 MGR module WgSW
De begroting van de MGR voor de module WgSW stijgt in 2025 door een hogere dan begrote loonkostenstijging, in combinatie met het herstel van een omissie in de primaire begroting.
Oorzaken van de toename:

  1. Herstel omissie in begroting:
    Bij de actualisatie van de begroting 2024 is een omissie ontstaan in de raming van de personeelslasten door een onjuiste verwerking van het vakantiegeld en de bijbehorende sociale lasten. Dit heeft geleid tot een fout in de primaire begroting, die nu gecorrigeerd wordt.
  2. Effect loonkostenontwikkeling en uitstroom:
    De primaire begroting 2025 was gebaseerd op een indexpercentage van 3,5%, wat gelijk is aan de prijsontwikkeling van het accres van het gemeentefonds. Dit percentage is lager dan de verwachte loonkostenontwikkeling, die in januari 2025 met 3,3% steeg (gebaseerd op de LPO 2024 van 6,4%, minus de loonstijging van juli 2024 van 3,1%). In juli 2025 wordt een loonsverhoging van 1,77% verwacht, wat resulteert in een gemiddelde stijging van 4,2% voor het hele jaar.

Vooruitzichten 2026:
Voor 2026 wordt een uitstroompercentage van 5% en een loonkostenstijging van 2,7% verwacht. De CAO SW loopt eind 2025 af, en voor 2026 zijn er nog geen zichtbare ontwikkelingen. Gezien de MEV 2025 lijkt deze verwachting aan de lage kant, en is het waarschijnlijk dat de loonkostenstijgingen in werkelijkheid hoger uitvallen.

Bezuiniging overheid: Compensatie Transitievergoedingen WSW
Het kabinet is voornemens de compensatie voor de transitievergoeding na langdurige arbeidsongeschiktheid af te schaffen voor bedrijven met 25 werknemers of meer. Binnen de SW-populatie in arbeidsmarkt Midden Gelderland (ondergebracht bij de MGR SDCG) heeft uitdiensttreding na langdurige arbeidsongeschiktheid vaak boven de 50% van de totale uitstroom gelegen. Jaarlijks wordt tussen de €600.000 en €900.000 aan transitievergoeding betaald, waarvan gemiddeld 95% wordt terugontvangen via de compensatieregeling. Bij het wegvallen van deze regeling zullen de kosten voor de module WgSW stijgen. Of de bezuinigingsmaatregel voor de WgSW geldt, is nog onbekend, evenals de mogelijke tekorten. Dit risico kan dan ook niet in de kadernota worden meegenomen.

A2.3 VGGM digitaal kinddossier en loonkosten
In de begroting 2026 van de VGGM is een incidentele verhoging van de bijdragen van gemeenten opgenomen van € 1 miljoen voor de implementatie van het digitaal kind dossier. Voor Doesburg is dit € 14.000. Verder stijgen vooral de loonkosten bij de VGGM. Dit komt met name door de nacalculatie van de loonontwikkelingen.

A3.1 Kermisgelden
Op 26 november j.l. is er een publicatie geplaatst waar geïnteresseerde partijen konden reageren om de kermis te organiseren op de Turfhaven in de periode van 2025 tot en met 2029. Inmiddels is een overeenkomst gesloten met een huurwaarde van € 7.500. Dit bedrag is € 14.000 lager dan begroot.

A3.2 Structureel borgen middelen voor uitvoering toeristische visie
In het coalitieakkoord 2022-2026 is de ambitie uitgesproken om te investeren in kwaliteitstoerisme en toegankelijke natuurrecreatie. Dit is een van de drie pijlers van gemeente Doesburg en wordt ondersteund door de Visie Toerisme 2023-2030, die op 28 september 2023 is vastgesteld door de gemeenteraad. Om deze visie te realiseren en de toeristische pijler te versterken, is een structurele samenwerking met Achterhoek Toerisme essentieel. De huidige samenwerkingsovereenkomst met Achterhoek Toerisme loopt eind 2025 af. Voor de periode 2026-2029 is een nieuwe vierjarige overeenkomst wenselijk om de toeristische infrastructuur en promotie van Doesburg voort te zetten en verder te versterken. Aanvullende financiële middelen zijn vereist om de kosten voor Achterhoek Toerisme in 2028 en 2029 te dekken. Investeren in kwaliteitstoerisme stimuleert niet alleen de aantrekkelijkheid van Doesburg als bestemming, maar heeft ook directe economische voordelen voor lokale ondernemers, horeca en culturele instellingen. Zonder extra middelen voor 2028 en 2029 dreigt de opgebouwde toeristische infrastructuur en promotie stil te vallen. Ook kan de samenwerking tussen Achterhoek Toerisme, VVV en de stadscoördinator (BIZ) verzwakken. Bovendien bestaat het risico dat Doesburg minder aantrekkelijk wordt voor bezoekers, wat negatieve economische gevolgen kan hebben. Achterhoek Toerisme is een bewezen en onmisbare partner in het versterken en promoten van Doesburg als toeristische bestemming. Hun werkzaamheden zijn van cruciaal belang vanwege hun expertise en netwerk op het gebied van toerisme, marketing, wandel- en fietsroutes. Bovendien zorgen hun succesvolle promotiecampagnes en evenementen voor een grotere zichtbaarheid en aantrekkingskracht van Doesburg. De nauwe samenwerking met lokale ondernemers en culturele instellingen draagt bij aan een levendige en economisch sterke stad. Tenslotte positioneren zij Doesburg doelgericht als bestemming voor kwaliteitstoerisme, in lijn met de gemeentelijke ambities. Met deze investering blijft Doesburg een aantrekkelijke en economisch vitale toeristische bestemming. Daarom wordt voorgesteld om extra middelen beschikbaar te stellen voor 2028 en 2029, zodat de samenwerking met Achterhoek Toerisme gecontinueerd kan worden en de toeristische ambities van de gemeente worden gewaarborgd.

Financiële toelichting:
De kosten voor Achterhoek Toerisme in 2026 en 2027 worden betaald uit budget 1124 (Toeristische subsidies en stimuleringsbijdragen). Verhoging van deze middelen was bij de Kadernota 2025 al aangevraagd. Extra middelen voor 2028 en 2029 waren nog niet aangevraagd. Ook is er rekening gehouden met de structurele bezuiniging van € 25.000.

A3.3 Toeristische upgrade haven en linies
De Doesburgse haven vormt samen met de Lage en Hoge Linie een bijzonder recreatief, landschappelijk en historisch waardevol gebied. Deze strategische locatie aan de IJssel markeert de overgang tussen stad en buitengebied en biedt uitgelezen kansen om bezoekers gastvrij te ontvangen en de kwaliteiten van Doesburg zichtbaar te maken. De haven vervult een belangrijke rol in de waterrecreatie van de stad en biedt een natuurlijke verbinding tussen cultuur, natuur en recreatie. De haven is niet alleen een plek voor passanten en waterrecreanten, maar vormt ook een entree naar het historische centrum van Doesburg. Daarmee biedt het terrein kansen om bezoekers te stimuleren het centrum te verkennen. Dit vraagt om passende voorzieningen en een aantrekkelijke, goed ingerichte openbare ruimte. Door te investeren in de haven ontstaat een toekomstbestendige uitvalsbasis voor zowel watersporters, camperaars en fietsers, als voor inwoners en overige bezoekers.

In dit plan worden de volgende 10 punten benoemd:

  1. Voorzieningengebouw
  2. Betaalsysteem
  3. Groenvoorziening
  4. Toeristisch Overstap Punt (TOP)
  5. Ingang Lage Linie
  6. Projectleider
  7. Busparkeerplaatsen
  8. Hellingbaan
  9. Oversteekplaats naar Lage Linie
  10. Trappen doorsnede Lage Linie

Voor de realisatie van deze 10 punten is een bruto investering van € 570.675 nodig. In 2025 is hiervoor € 202.905 beschikbaar. Er moet een netto investering gedaan worden van € 367.770. Kijkend naar de financiële effecten in de exploitatiesfeer houdt dit in dat er jaarlijks een bedrag van € 54.585 nodig is om de bovengenoemde punten te realiseren.

A4.1 Aanbesteding facilitaire diensten
Er heeft een aanbesteding plaatsgevonden van een tweetal facilitaire diensten, waaronder de schoonmaakdiensten. Het gecontracteerde bedrag ligt € 40.700 boven de beschikbare ramingen. Dit heeft o.a. te maken met sterk gestegen loonkosten.

A4.2 Opleiding nieuwe gemeenteraad
Gewenst SMART geformuleerd resultaat / doen:
De nieuwe gemeenteraad in 2026 door middel van doelgerichte opleiding en training voldoende kennis en vaardigheden bijbrengen om onder duale verhoudingen efficiënt te kunnen debatteren, vergaderen en afgewogen besluiten te nemen en keuzes te maken in integriteitsvraagstukken.

Argumenten:
In maart 2026 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats en gaan we met een nieuwe raad van start. Voor raadsleden is het van belang te weten hoe bestuursorganen werken en vooral welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden de raad heeft en welke juist niet. Daarnaast is het, om tot goede besluitvorming te komen, belangrijk dat raadsleden effectieve en relevante debatten kunnen voeren en kunnen vergaderen onder duale verhoudingen. Ook vaardigheden voor een goede dialoog met (in deze tijd steeds mondiger) belangengroepen en burgers zijn belangrijk. Bij dit alles moeten raadsleden ook om kunnen gaan met integriteitsvraagstukken. Het is zeer wenselijk om met de nieuwe raad snel te starten met een opleidingsprogramma om efficiënt, effectief en constructief te kunnen werken, vergaderen en tot gedegen afgewogen besluiten te komen.

A4.3 Streekarchivariaat (historisch archief)
In de concept meerjarenbegroting van het SALD wordt aan de gemeente Doesburg voor 2026 een hogere bijdrage voor deelname aan deze GR gevraagd, namelijk € 125.089. In onze eigen begroting is voor 2026 een bedrag opgenomen van € 108.883. 

De drie belangrijkste wijzigingen zijn:

  1. Begrote salariskosten 2026 vallen € 41.000 hoger uit;
  2. Inhuur 2026 is t.o.v. 2025 € 40.500 minder;
  3. De accountantskosten zijn € 8.000 hoger dan begroot in 2025.

De kosten voor inhuur van een projectleider e-depot vervallen vanaf 2027.

A4.4 Bezwaar en beroep
Er is een structureel tekort op het huidige budget. Op basis van de uitgaven in de afgelopen jaren is een structurele bijraming noodzakelijk van € 30.000.

NNB1.1 Aanpassing bezuinigingsmaatregel nullijn subsidies
Als bezuinigingsmaatregel wordt de nullijn op subsidies toegepast. Beoogd werd om hiermee jaarlijks € 35.000 te bezuinigen. Dit bedrag wordt niet gehaald. Ook de komende jaren niet. Bij een aantal subsidies gaat het om feitelijk uitbesteed werk, met name bij het Sociaal Domein (denk bijv. aan Caleidoz). Bij dergelijke subsidies kan de nullijn niet worden toegepast. De totale mogelijkheden voor deze bezuinigingsmaatregelen komt neer op een bedrag van € 22.500. Verzoek om het bedrag van € 35.000 aan te passen naar € 22.500.

 

 

 

B. Toelichting budget verruimende begrotingsvoorstellen 2026-2029

Terug naar navigatie - B. Toelichting budget verruimende begrotingsvoorstellen 2026-2029

B1.1 Uitbreiden betaald parkeren
Zie de toelichting bij A1.1  en A1.8. Door de digitalisering van de parkeervergunningen en de latere invoering van het betaald parkeren, zijn de kosten en opbrengsten gesplitst opgevoerd. Deze onderdelen zijn echter wel onlosmakelijk met elkaar verbonden (het een kan niet zonder het ander). 

B1.2 Leges omgevingsvergunningen
Zie de toelichting bij A1.6.

B1.3 Wegvallende exploitatielasten Linie 4
Het huurcontract voor de Linie 4 is beëindigd. De begrote exploitatielasten komen te vervallen.

B.90.1 Decembercirculaire 2024
De effecten van de decembercirculaire gemeentefonds zijn positief en worden nu meegenomen. 

B90.2 Voorjaarsnota 2025 Kabinet
Het is voorjaar en zoals gebruikelijk stelt het ministerie van Financiën de Voorjaarsnota op. De Voorjaarsnota 2025 is vrijdag 18 april 2025 gepubliceerd en geeft een vooruitblik op de rijksbegroting voor de komende jaren. Over de gevolgen worden de gemeenten geïnformeerd via de meicirculaire 2025. In deze kadernota willen we alvast anticiperen op de aangekondigde demping van de terugval in het zogenaamde ravijnjaar en de aangekondigde mutaties in de jeugdzorg. 

1. Demping terugval gemeentefonds in 2026:
In de Voorjaarsnota 2025 zijn structurele middelen opgenomen om de terugval van het gemeentefonds in 2026 te dempen. De terugval van ongeveer € 2,4 miljard wordt in 2026 met € 400 miljoen gedempt, oplopend naar € 424 miljoen in 2030. Dan blijft dus nog ongeveer € 2 miljard ravijn in 2026 over.

2. Jeugdzorg:
Hervormingsagenda Jeugd, Aanvullende Post
De bedragen, die bij het Ministerie van Financiën op de Aanvullende Post (AP) voor de Hervormingsagenda Jeugd waren gereserveerd, worden toegevoegd aan het gemeentefonds. Het gaat om een bedrag van €356 miljoen in 2026 oplopend tot € 342 miljoen in 2030. De in de begroting opgenomen stelpost komt hier te vervallen.

Tekorten voor rekening rijk
De deskundigencommissie Van Ark adviseerde op 30 januari 2025 om het structurele tekort in de jeugdzorg van € 828 miljoen gelijk te verdelen over Rijk en gemeenten. In de Voorjaarsnota 2025 is voor het gemeentefonds vanaf 2025 structureel € 414 miljoen extra opgenomen. Ook heeft de deskundigencommissie Van Ark het Rijk geadviseerd de helft van de tekorten op de jeugdzorg van 2023 (€ 628 miljoen) en 2024 (€ 828 miljoen) te compenseren. De gemeenten zouden dus voor 2023 en 2024 € 728 miljoen compensatie moeten krijgen, maar deze tekorten zijn niet gecompenseerd in de Voorjaarsnota 2025.

Groeipad maatregelen Hervormingsagenda
Het ingroeipad van de maatregelen van de Hervormingsagenda wordt voor de jaren 2026 en 2027 verzacht met € 498 miljoen respectievelijk € 447 miljoen. De volledige besparing van de Hervormingsagenda wordt in 2028 gerealiseerd.

Nieuw financieel arrangement Jeugdzorg
Vanaf 2028 komt er een nieuw ‘financieel arrangement’ voor Jeugdzorg. In 2028 komt ook het volgende advies van de deskundigencommissie. Om hier niet op vooruit te lopen, heeft het Kabinet geen extra middelen toegevoegd vanaf 2028 en is er dus nog geen structurele oplossing.

Eigen bijdrage Jeugdzorg
Er wordt een eigen bijdrage ingevoerd voor jeugdzorg per 1 januari 2028. De maatregel moet € 260 miljoen opleveren.

Sturen op trajectduur jeugdzorg
Rijk en gemeenten gaan met de sector afspraken maken over hoe beter te sturen op trajectduur. Deze maatregel moet € 68 miljoen opleveren vanaf 2028.

Indexeren opbrengst Hervormingsagenda
De besparingsopgave van de Hervormingsagenda is in prijs- en volumepeil 2019 ingeboekt. Er is vanaf 2028 een hogere besparing van € 507 miljoen te veronderstellen aangezien prijs en volume sinds 2019 zijn gestegen.

De lokale effecten jeugdzorg voor Doesburg kunnen als volgt worden gespecificeerd: