Jaarverslag 2022

Programmaverantwoording

Programma 1 Bestuur en veiligheid in Doesburg

Korte beschrijving

Terug naar navigatie - Korte beschrijving

Dit programma bevat onder andere het functioneren van de bestuursorganen, regionale en intergemeentelijke samenwerking, communicatie, openbare orde en veiligheid, burgerzaken en verkiezingen.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan

Doesburg staat voor een transparante, veilige en zelfstandige gemeente die ernaar streeft burgers optimaal bij haar beleid te betrekken. Gemaakte keuzes en beleid worden verantwoord. Daartoe gaan we het communicatiebewustzijn in de organisatie vergroten. We staan voor een veilige omgeving zowel thuis als in de openbare ruimte. Bij vergunningverlening en handhaving in het bijzonder willen we werken met proactief betrokken burgers. We willen een klantgerichte gemeente zijn, die overbodige bureaucratie voorkomt en op een efficiënte manier haar diensten verleent. Daarbij kan uitbreiding van intergemeentelijke samenwerking ook in beeld komen.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

1.01 Inwoners en belangenpartijen nadrukkelijker betrekken bij het politieke proces en transparanter zijn in de informatievoorziening.

Terug naar navigatie - 1.01 Inwoners en belangenpartijen nadrukkelijker betrekken bij het politieke proces en transparanter zijn in de informatievoorziening.

Omschrijving (toelichting)

We gaan  effectieve burgerparticipatie en informatievoorziening realiseren bij de ontwikkeling van beleid, uitvoering en projecten.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

1.02 Wij zorgen er voor dat de privacy en informatieveiligheid van en voor onze inwoners goed zijn geborgd.

Terug naar navigatie - 1.02 Wij zorgen er voor dat de privacy en informatieveiligheid van en voor onze inwoners goed zijn geborgd.

Omschrijving (toelichting)

We actualiseren het Informatiebeveiligingsplan van de gemeente. We voeren praktische maatregelen door om het beveiligingsniveau te verhogen en we monitoren en evalueren regelmatig in samenspraak met de functionaris gegevensbescherming.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

1.03 Een veilige samenleving.

Terug naar navigatie - 1.03 Een veilige samenleving.

Omschrijving (toelichting)

Er komt een veiligheidsanalyse die als basis dient voor de nota integrale veiligheid 2019-2022. Op basis van een ondermijningsanalyse gaan we concreet aan het werk met bestrijding van ondermijnende criminaliteit. We zetten maximaal in op het behoud van de brandweer- en politiepost in onze gemeente.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2021 Primaire begroting 2022 BGR 2022 na wijziging Realisatie 2022 Saldo 2022
Lasten
0.1 Bestuur 932 910 932 1.040 -108
0.2 Burgerzaken 289 298 298 306 -8
1.1 Crisisbeheersing en brandweer 797 820 945 1.248 -303
1.2 Openbare orde en veiligheid 253 286 294 271 23
Totaal Lasten 2.271 2.313 2.469 2.865 -397
Baten
0.1 Bestuur 574 0 0 0 0
0.2 Burgerzaken 137 137 137 158 -21
1.1 Crisisbeheersing en brandweer 24 8 133 976 -844
1.2 Openbare orde en veiligheid 22 15 15 3 11
Totaal Baten 757 160 285 1.138 -853

Toelichting op de budgetafwijkingen

Terug naar navigatie - Toelichting op de budgetafwijkingen

Taakveld 0.1 Bestuur:  lagere lasten € 41.000 (voordeel)
Salariskosten 38K voordeel. Dit wordt veroorzaakt omdat vanaf de nieuwe collegeperiode een deeltijdwethouders is benoemd i.p.v een fulltimer.

Op de kosten van pensioenvoorziening  zijn lagere kosten opgenomen dan begroot (V 50K). In het verleden werd op deze post de pensioenkosten van de oud wethouders opgenomen. Inmiddels is er een voorziening gevormd en komen deze koste ten laste van de voorziening. De enige kosten die nog op deze post worden geboekt betreft nabestaandenpensioen. 
Onder de post wachtgeld (N 29K)  zijn de kosten van wachtgeld verantwoord. Hier tegenover staat een bijdrage uit de reserve Wachtgeld. Deze is verantwoord onder Programma 5.
Overige goederen en diensten 19K nadeel. Dit betreft de uitvoeringskosten voor de APPA-regeling.

Taakveld 1.1 Crisisbeheersing en brandweer:  hogere lasten € 303.000 (nadeel)  /  hogere baten €844.000 (voordeel)
De hogere baten en lasten betreffen de uitgaven en inkomsten i.v.m. de opvang van Oekraïners. Per saldo is er een voordeel op dit taakveld door de normvergoeding die wij ontvangen voor een opvangplek.  Een deel van de (personeels)kosten wordt echter op andere programma's verantwoord. 

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 5 maart 2016 zijn provincies en gemeenten voortaan gehouden om in de programma’s in de begroting en in het jaarverslag, de maatschappelijke effecten die met de verschillende programma’s worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren dragen bij om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken, zodat staten- en raadsleden op de belangrijke momenten in een beleidscyclus zich een beeld kunnen vormen over behaalde beleidsresultaten en te behalen beleidsresultaten. Hieronder vindt u de beleidsindicatoren behorende bij programma 1.

Indicator en beschrijving Periode
Verwijzingen Halt 2021 4
Het aantal verwijzingen naar Halt, per 1.000 jongeren.
Winkeldiefstallen 2022 0,5
Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners
Geweldsmisdrijven 2022 3,2
Het aantal geweldsmisdrijven, per 1.000 inwoners. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.).
Diefstallen uit woning 2021 0,5
Het aantal diefstallen uit woningen, per 1.000 inwoners
Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) 2022 5
Het aantal vernielingen en beschadigingen, per 1.000 inwoners

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

In de paragraaf Verbonden partijen vindt u een totaallijst met partijen waarmee Doesburg banden is aangegaan ter behartiging van bepaalde publieke belangen. De verbonden partijen die bijdragen aan de doelstellingen van het programma Bestuur en Veiligheid in Doesburg worden hieronder toegelicht.

Groene Metropoolregio

Het publieke belang
Het gemeenschappelijk orgaan is een samenwerkingsverband dat de belangen behartigt van de deelnemende gemeenten in de regio. Dit kunnen individuele belangen zijn, maar ook regionale. Daarnaast voeren zij gemeenschappelijke taken uit voor de gemeenten in de regio.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.

Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden

Het publieke belang
Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden is in 2002 ontstaan door een fusie van Hulpverlening Arnhem en omstreken en de Regionale brandweer en de GGD West-Veluwe/Vallei. De gemeenschappelijke regeling verzorgt voor 16 gemeenten in de regio Midden Gelderland de regionale brandweer, ambulancezorg en volksgezondheid/GGD.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.

Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Streekarchivariaat de Liemers en Doesburg

Het publieke belang
Het Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg is een in 1959 gestart samenwerkingsverband dat de archieven beheert van de gemeenten Doesburg, Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar. De kosten van het Streekarchivariaat worden over de deelnemende gemeenten verdeeld op basis van inwoners en naar rato van werktijden. Het percentage deelneming is berekend aan de hand van het aandeel in de totale kosten.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.

Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.
 

Ā Gemeenschappelijke regelingen P GR bijdrage 2022 Percentage deelneming Eigen vermogen Vreemd vermogen Exploitatie-resultaat Verslagjaar
Gemeenschappelijk orgaan Regio Arnhem Nijmegen/Groene Metropool 1 ā‚¬ 30.243 1,60% ā‚¬ 331.012 ā‚¬ 1.364.396 0 2021
Veiligheid- en Gezondheids-regio Gelderland Midden 1 ā‚¬ 732.386 1,70% ā‚¬ 8.513.000 ā‚¬ 51.358.000 ā‚¬ 707.000 2022
Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg 1 ā‚¬ 64.408 18,60% ā‚¬ 1.589 ā‚¬ 95.415 0 2021

Programma 2 Leefbaar en duurzaam Doesburg

Korte beschrijving

Terug naar navigatie - Korte beschrijving

Dit programma bevat onder meer het beleid ten aanzien van de openbare ruimte, waaronder groen, spelen, verkeer en vervoer. Daarnaast valt onder dit programma het energieneutraal maken van de gemeente in 2050. Binnen het programma vallen ook de projecten herinrichting kernwinkelgebied en Kloostertuin.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?

Wij werken aan een goede woon- en werkomgeving in een prettige groene omgeving. Ten aanzien van verkeer en vervoer wordt gestreefd naar een goede bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Natuurwaarden in Doesburg moeten worden behouden en versterkt om de leefbaarheid en aantrekkelijkheid te vergroten. Het energieverbruik van de gemeente wordt zoveel mogelijk teruggedrongen en de gescheiden afvalinzameling wordt verder geoptimaliseerd. Ten aanzien van het gemeentelijk vastgoed worden accommodaties zo efficiënt mogelijk benut en krijgen deze een multifunctioneel karakter. Tenslotte koesteren we het historisch en monumentaal karakter van onze stad.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

2.01 Prettige leefomgeving.

Terug naar navigatie - 2.01 Prettige leefomgeving.

Omschrijving (toelichting)

We verbeteren de kwaliteit van de openbare ruimte om daarmee de leefomgeving voor onze inwoners zo prettig mogelijk te maken. We doen met oog voor natuur en landschap.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

2.02 Een bereikbaar en toegankelijk Doesburg.

Terug naar navigatie - 2.02 Een bereikbaar en toegankelijk Doesburg.

Omschrijving (toelichting)

We realiseren meer parkeercapaciteit voor onze bewoners, bezoekers/toeristen en bedrijven, niet alleen voor auto's maar ook voor bussen en fietsen. We streven naar een veilig, snel en comfortabel fietsnetwerk. Daarnaast zetten we in op een betere bereikbaarheid van de binnenstad vanuit de wijken. We zorgen voor een vitale Binnenstad met de projecten Herinrichting Kernwinkelgebied en Kloostertuin als onderdeel van de MIA.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

2.03 Een energieneutraal Doesburg in 2050.

Terug naar navigatie - 2.03 Een energieneutraal Doesburg in 2050.

Omschrijving (toelichting)

We zorgen er voor dat Doesburg in 2050 energieneutraal is. Dit geldt voor woningen, bedrijven, vervoer en onze eigen gemeentelijke gebouwen en accommodaties.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

2.04 We verbeteren de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval.

Terug naar navigatie - 2.04 We verbeteren de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval.

Omschrijving (toelichting)

We ronden de invoering van het gespiegeld inzamelen af en we willen dat het serviceniveau aan de bewoners nog hoger wordt, het scheidings- en/of hergebruikspercentage tot boven de 75% stijgt. Tegelijkertijd moeten de kosten beheersbaar blijven om zo de afvalstoffenheffing zo laag mogelijk te houden.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2021 Primaire begroting 2022 BGR 2022 na wijziging Realisatie 2022 Saldo 2022
Lasten
2.1 Verkeer en vervoer 1.658 1.681 1.118 1.118 0
2.2 Parkeren 134 67 67 67 0
2.3 Recreatieve havens 112 114 114 105 9
2.5 Openbaar vervoer 1 1 1 1 1
5.1 Sportbeleid en activering 278 261 261 349 -88
5.2 Sportaccommodaties 601 631 685 656 29
5.4 Musea 174 139 139 168 -29
5.5 Cultureel erfgoed 126 111 219 196 24
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 1.145 1.005 1.045 1.202 -156
7.2 Riolering 446 520 460 745 -285
7.3 Afval 1.238 1.234 1.234 1.111 123
7.4 Milieubeheer 789 669 923 802 121
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 155 139 144 147 -4
Totaal Lasten 6.857 6.572 6.411 6.667 -256
Baten
0.63 Parkeerbelasting 452 616 498 492 6
2.1 Verkeer en vervoer 1.095 42 281 173 109
2.2 Parkeren 60 0 0 0 0
2.3 Recreatieve havens 55 114 64 57 7
2.4 Economische havens en waterwegen 0 0 0 0 0
5.1 Sportbeleid en activering 42 8 8 101 -93
5.2 Sportaccommodaties 61 67 115 144 -29
5.4 Musea 20 21 21 21 -1
5.5 Cultureel erfgoed 23 12 30 24 6
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 0 0 0 0 0
7.2 Riolering 1.118 1.179 1.229 1.176 53
7.3 Afval 1.920 1.784 1.784 1.894 -110
7.4 Milieubeheer 158 0 75 56 19
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 75 69 69 72 -3
Totaal Baten 5.080 3.912 4.176 4.211 -36

Toelichting op de budgetafwijkingen

Terug naar navigatie - Toelichting op de budgetafwijkingen

Taakveld 5.1 Sportbeleid en activering nadeel lasten € 88.000 / voordeel Baten € 93.000
Het verschil wordt veroorzaakt door verminderde coronasteun ten opzichte van het jaar ervoor. Daarnaast wordt de huur te hoog begroot en zitten in het saldo afrekeningen over voorgaande jaren. Samen 29K voordelig.
Het negatieve saldo bij de buurtsportcoach wordt voornamelijk veroorzaakt  door niet aftrekbare btw op sport waar een specifieke uitkering tegenover staat. Het restant van het verschil komt door een correctie van (10K) over vorig jaar en wat kleinere verschillen.  

Taakveld 5.2 Sportaccommodaties voordeel lasten €29.000 / voordeel Baten € 29.000
Het voordeel op de lasten bij sportaccommodaties is voornamelijk te verklaren dooreen budget voor locatie onderzoek sporthal den Helder(€50.000). De kosten hiervoor lopen door in 2023. Het restantbudget ad 20.000 moet overgeheveld worden naar 2023.
Het voordeel op de baten komt voornamelijk door de spuk uitkering voor btw bij sport die niet wordt begroot  (19K) en een iets hogere huuropbrengst (9K).

Taakveld 5.4 Musea nadeel lasten € 29.000 
Het nadeel wordt voornamelijk veroorzaakt  door een structurele bezuiniging uit het verleden die niet wordt gehaald. Daar staat tegenover dat de kosten voor contractonderhoud wel lager zijn dan begroot (10K)

Taakveld 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie nadeel lasten € 110.000
Het verschil wordt onder andere veroorzaakt door de nieuwe DVO, naast het structurele tekort dat er al een aantal jaar op openbaar groen is. In het verleden zijn afspreken gemaakt over het doorbelasten van algemene kosten door Circulus. Vanaf 2022 worden deze gefactureerd en veroorzaken bijna de helft van de overschrijding.
 

Taakveld 7.2 Riolering nadeel lasten 285.000
De uitgaven voor lidmaatschappen, contributies en serviceabonnementen zijn te laag geraamd (N 27.000). In het nieuwe kostendekkingsplan zullen de kosten reëler worden opgenomen en vindt actualisatie plaats. 
Een deel van de  salariskosten die op ten laste van dit taakveld komen, zijn om onbekende redenen niet in de begroting opgenomen. (N40.000)

De rest van het verschil wordt grotendeels veroorzaakt door de mutatie op de voorziening. Bij de begroting is berekend dat er per saldo een onttrekking van 98K, in werkelijkheid is het een storting van 112K, voornamelijk veroorzaakt doordat de geraamde investeringen niet in 2022 zijn gerealiseerd.

Het verschil in inkomsten wordt onder andere veroorzaakt door het jaarlijks bedrag  van ca. €10.000 dat van het waterschap Rijn en IJssel wordt ontvangen voor het afvoeren van het afvalwater van de gemeente Zevenaar (Dorp Angerlo) (V10.000). Ook is een niet begrote bijdrage ontvangen voor een stresstest (V €11.000) Daarnaast is de ontvangen rioolheffing beduidend lager dan geraamd (N € 85.000). Dit kan 2 oorzaken hebben:

a -  het waterverbruik per perceel/woning is minder dan de door ons ingeschatte 100 m3
b - het werkelijk aantal perceel wat is aangesloten wijkt af van wat is geraamd in de begroting. In de begroting zijn ruim 5400 percelen  meegenomen. In 2019 meldt Vitens in de meelift vergoeding dat deze iets meer dan 5000 bedragen. 

Taakveld 7.3 Afval voordeel lasten € 122.000/voordeel baten € 110.000)
De kosten van verwerking van afval zijn € 130.000 lager dan begroot. Het voordeel op de baten wordt vooral veroorzaakt door hogere bijdrage van Nedvang.

Taakveld 7.4 Milieubeleid voordeel lasten € 121.000
Het grootste deel van het verschil wordt veroorzaakt door een  onderschrijding van € 75.000 op Algemeen Milieubeleid is te relateren aan de beperkte ambtelijke capaciteit in 2022. Door het vertrek van beleidsadviseur energietransitie in april moest externe capaciteit worden ingehuurd. Vanwege de gespannen arbeidsmarkt kon slechts voor 24 uur per week worden ingehuurd. Daarmee werd de uitvoeringscapaciteit beperkt en konden slechts een beperkt aantal projecten worden uitgevoerd. Dit heeft erin geresulteerd dat niet alle budgetten zijn aangesproken en het genoemde budget is overgebleven. Verzoek is om dit budget over te hevelen naar 2023.

Daarnaast is er een onderschrijding van de Omgevingsdienst ad 22K, de jaarafrekening is iets lager uitgevallen dan geraamd.  Het restant verschil betreft een aantal kleinere verschillen.

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 5 maart 2016 zijn provincies en gemeenten voortaan gehouden om in de programma’s in de begroting en in het jaarverslag, de maatschappelijke effecten die met de verschillende programma’s worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren dragen bij om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken, zodat staten- en raadsleden op de belangrijke momenten in een beleidscyclus zich een beeld kunnen vormen over behaalde beleidsresultaten en te behalen beleidsresultaten. Hieronder vindt u de beleidsindicatoren behorende bij programma 2.

Indicator en beschrijving Periode
Niet-sporters 2020 54,4
Het percentage inwoners dat niet sport ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 19 jaar en ouder.
Omvang huishoudelijk restafval 2021 64
Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval per bewoner per jaar (kg)
Hernieuwbare elektriciteit 2020 6,2
Hernieuwbare elektriciteit is elektriciteit die is opgewerkt uit wind, waterkracht, zon of biomassa in percentage.

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

In de paragraaf Verbonden partijen vindt u een totaallijst met partijen waarmee Doesburg banden is aangegaan ter behartiging van bepaalde publieke belangen. De verbonden partijen die bijdragen aan de doelstellingen van het programma Leefbaar en duurzaam Doesburg worden hieronder toegelicht.

Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA)

Het publieke belang
Vanaf 1 april 2013 is Omgevingsdienst Regio Arnhem de uitvoeringsorganisatie voor meerdere VTH-taken van Provincie Gelderland en gemeenten in de regio. Ook is de omgevingsdienst voor deze overheden het aanspreekpunt voor bouw- en milieuvraagstukken. Alle gemeenten binnen Gelderland hebben besloten om in totaal zeven omgevingsdiensten op te richten. Samen vormen zij het stelsel van Gelderse omgevingsdiensten. Deze omgevingsdiensten verzorgen namens gemeenten en provincie milieutaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Omgevingsdienst Regio Arnhem is één van deze zeven omgevingsdiensten; Doesburg is samen met de gemeenten Arnhem, Lingewaard, Duiven, Westervoort, Rijnwaarden, Renkum, Rheden, Overbetuwe, Rozendaal, Zevenaar en de Provincie Gelderland een van de partners van de Omgevingsdienst Regio Arnhem.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.
Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Circulus-Berkel B.V.

Het publieke belang
Circulus-Berkel verzorgt het afvalbeheer en verricht diensten in de openbare ruimte voor acht klantgemeenten, die ook aandeelhouder zijn. Het werkgebied van Circulus-Berkel bestaat uit de gemeenten Apeldoorn, Bronckhorst, Brummen, Deventer, Doesburg, Epe, Lochem, Zutphen en Voorst. Uitgangspunt bij hun activiteiten: individuele afspraken met gemeenten, met als gezamenlijk doel een duurzame leefomgeving. Het jaar 2015 was het eerste jaar waarin Circulus-Berkel als gefuseerd bedrijf naar buiten trad. Daarvoor was het Berkel Milieu N.V. en Circulus B.V.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.
Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Ā Gemeenschappelijke regelingen P GR bijdrage 2022 Percentage deelneming Eigen vermogen Vreemd vermogen Exploitatie-resultaat Verslagjaar
Omgevingsdienst Regio Arnhem 2 ā‚¬ 228.582 4,00% ā‚¬ 1.014.500 ā‚¬ 6.446.000 ā‚¬ 64.300 2021
Circulus-Berkel B.V. Ā 2 257 2,44% ā‚¬ 16.142.268 ā‚¬ 37.406.372 ā‚¬ 1.469.343 2021

Programma 3 Wonen, werken en recreëren in Doesburg

Korte beschrijving

Terug naar navigatie - Korte beschrijving

Dit programma gaat over het realiseren van aantrekkelijke woonlocaties, het versterken van de economische structuur en daarmee de aantrekkelijkheid van Doesburg voor inwoners en bezoekers.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?

Doesburg heeft veel te bieden. Een prachtige binnenstad met een gevarieerd winkelaanbod en een nog steeds groeiend aanbod in de culturele en recreatieve sector. Daar waar we kansen zien om de economische structuur van Doesburg te versterken gaan we dat doen in de komende jaren. Het onder de aandacht brengen van al het moois dat Doesburg te bieden heeft, dient in een wijde omgeving te gebeuren. De Doesburgse binnenstad kan haar regionale functie dan verder ontwikkelen. MERKeting - oftewel het merk Doesburg in de markt zetten - gaat een basis vormen bij alles wat we ondernemen. Een goede woon- en werkomgeving moet niet alleen goed beschreven staan in visies, zoals de nieuwe Ruimtelijke Structuurvisie, geactualiseerde woonvisie, maar ook in praktijk zichtbaar zijn en worden. Aandacht hierbij is er niet alleen voor onze binnenstad, maar ook voor onze bedrijventerreinen, ondernemingen en industrie.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

3.01 We koesteren het historisch en monumentale karakter van de stad.

Terug naar navigatie - 3.01 We koesteren het historisch en monumentale karakter van de stad.

Omschrijving (toelichting)

We willen  onze hoge cultuurhistorische waarde van ons grondgebied zoveel mogelijk behouden en verder ontwikkelen en uitdragen. We doen dat onder andere door de toegankelijkheid van de vestingwerken van Doesburg te vergoten.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

3.02 Versterken economische structuur en aantrekkelijkheid van onze stad.

Terug naar navigatie - 3.02 Versterken economische structuur en aantrekkelijkheid van onze stad.

Omschrijving (toelichting)

We doen dat door het behoud van een Vitale Binnenstad met de projecten Herinrichting Kernwinkelgebied en Kloostertuin als  onderdeel van de MIA.  Door het uitvoeren van het cultuurbeleid dragen we bij een stad vol cultuur.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

3.03 We willen bedrijvigheid en daarmee werkgelegenheid behouden.

Terug naar navigatie - 3.03 We willen bedrijvigheid en daarmee werkgelegenheid behouden.

Omschrijving (toelichting)

We monitoren en bevorderen de economische en toeristische ontwikkeling. Het centrum van Beinum krijgt een kwaliteitsimpuls zodat het voor een groot aantal jaren kan blijven functioneren als belangrijk ontmoetingspunt voor jong en oud in Beinum.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

3.04 Aantrekkelijke woonlocaties realiseren.

Terug naar navigatie - 3.04 Aantrekkelijke woonlocaties realiseren.

Omschrijving (toelichting)

We doen dat o.a. door de diversiteit van het woningaanbod te vergroten en door minder strikt vast te houden het woningbouwcontigent. We continueren het bestaand beleid van startersleningen en we hebben aandacht voor bijzondere woonvormen door:
• De bouw van meergeneratiewoningen op voormalige locatie van de Stadswerf;
• De bouw van een kleinschalige woonvoorziening op locatie Beinum West;
• Onderzoek naar experimentele bouw (tiny houses) op locatie Beinum-West.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

3.05 Doorontwikkeling evenementen en cultuurhistorisch erfgoed.

Terug naar navigatie - 3.05 Doorontwikkeling evenementen en cultuurhistorisch erfgoed.

Omschrijving (toelichting)

Door doorontwikkeling van onze evenementen en ons cultuurhistorisch erfgoed geven we een impuls aan onze economie en onze toeristische aantrekkelijkheid.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

3.06 We bereiden ons goed voor op de Omgevingswet.

Terug naar navigatie - 3.06 We bereiden ons goed voor op de Omgevingswet.

Omschrijving (toelichting)

De Omgevingswet treedt per 1 januari 2024 in werking. We streven met de invoering van de Omgevingswet naar zo min mogelijk regeldruk.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2021 Primaire begroting 2022 BGR 2022 na wijziging Realisatie 2022 Saldo 2022
Lasten
3.1 Economische ontwikkeling 142 98 150 159 -9
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 66 65 12 12 0
3.4 Economische promotie 223 210 223 203 20
5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 58 50 70 68 2
5.6 Media 254 243 243 240 3
8.1 Ruimte en leefomgeving 369 195 408 497 -89
8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 613 28 0 1.459 -1.459
8.3 Wonen en bouwen 481 570 467 413 54
Totaal Lasten 2.206 1.459 1.573 3.051 -1.478
Baten
3.1 Economische ontwikkeling 40 0 0 10 -10
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 4 8 8 7 1
3.4 Economische promotie 422 430 408 322 86
5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 0 0 0 0 0
8.1 Ruimte en leefomgeving 208 1 29 238 -209
8.2 Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen) 738 4 4 1.848 -1.844
8.3 Wonen en bouwen 445 347 147 213 -66
Totaal Baten 1.856 790 596 2.638 -2.042

Toelichting op de budgetafwijkingen

Terug naar navigatie - Toelichting op de budgetafwijkingen

 

Taakveld 8.1 Ruimtelijk ordening: nadeel lasten € 89.000 / voordeel baten € 209.000
Het nadeel op de lasten betreft inrichting van de buitenruimte Halve Maanweg (€ 200.000). Voor eenzelfde bedrag is subsidie ontvangen van de Provincie zodat dit per saldo budgettair neutraal verloopt.
Daarnaast is een budget van 2021 overgeheveld. De inrichting van de buitenruimte wordt in het voorjaar 2023 ter hand genomen. Vandaar moet hiervan nog een bedrag van € 21.000 naar 2023 worden overgeheveld. 

Voor centrum beinum is het project op dit moment in uitvoering. Het is de verwachting dat eind 2023 een stedenbouwkundig ontwerp aan de gemeenteraad kan worden voorgelegd. In 2024 zal de bijbehorende bestemmingsplanprocedure worden opgestart. Na vaststelling van het bestemmingsplan is het project afgerond.  Omdat het project dus meerdere jaren in uitvoering is het verzoek om  het volledige restant over te hevelen naar 2023 (€107.000)."

Voor de rest betreft het een aantal kleine verschillen.

Taakveld 8.2. Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen):  nadeel lasten € 1.459.000  /  voordeel baten € 1.844.000
Op dit taakveld worden de vermeerderingen en verminderingen verantwoord in verband met de mutaties in de grondexploitaties, Beinum West en Koppelweg. Het saldo voor de jaarrekening 2022 is € 385.000 positief. Dit heeft te maken met de beide grondexploitaties. De werkzaamheden voor Beinum zijn nagenoeg afgerond. Er moet nog één bouwkavel worden verkocht. Verwachting is dat in 2023 dit grondbedrijfproject kan worden afgesloten met mogelijk een licht positief resultaat. 
In 2022 is een eerste wijziging van de financiële grondexploitatie voor de Koppelweg vastgesteld, sluitend met een positief bedrijfsresultaat. De locatie is vervolgens bouwrijp gemaakt. De grond is in het najaar van 2022 verkocht, waarna de ontwikkelaar is gestart met de bouw van de alhier geplande 13 woningen.  Verder wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.

Taakveld 8.3. Wonen en bouwen:  voordeel lasten € 56.000  /  voordeel baten € 66.000
Voor de implementatie van de Omgevingswet zijn middelen beschikbaar gesteld door de gemeenteraad. Binnen dit budget wordt gefaseerd en gebiedsgericht gewerkt aan de komst van deze nieuwe wet. Door het Coronavirus heeft in 2020 en 2021 geen participatie plaats kunnen vinden en zijn werkzaamheden uitgesteld tot het weer verantwoord is elkaar te ontmoeten. Hierdoor zijn er beperkt uitgaven gedaan. De komende  jaren wordt de Omgevingswet gefaseerd en gebiedsgericht verder geïmplementeerd binnen de beschikbaar gestelde middelen.

De opbrengsten aan bouwleges zijn tijdens de begroting bijstelling structureel met € 250.000,- verlaagd. Achteraf blijkt deze bijstelling iets te hoog te zijn geweest. Vanwege een aantal omvangrijke bouwprojecten is er toch nog een redelijk bedrag aan bouwleges ontvangen. Dat verklaart het positieve resultaat van € 64.000.

Met de komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) zullen de inkomsten aan bouwleges lager zijn. De meeste legesinkomsten komen namelijk voort uit de zogenoemde ‘bouwleges’, die worden berekend aan de hand van de bouwkosten. Hoe meer projecten met hoge bouwkosten er zijn, des te hoger zijn de legesinkomsten. Op het moment dat de Omgevingswet en Wkb inwerking treedt (de minister koerst nu op 1 januari 2024, maar dat staat nog  niet vast. Uitsluitsel wordt hierover verwacht eind 2023)  komen de bouwleges voor ‘grondgebonden eengezinswoningen, inclusief nevenfuncties’ te vervallen. Dit zal een groot aandeel zijn van de nieuwbouwprojecten. Tegen die tijd moeten de legesinkomsten ruim afgeschaald  worden om tot een realistisch beeld te komen. Vooralsnog kan het geraamde bedrag gehandhaafd blijven. "

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 5 maart 2016 zijn provincies en gemeenten voortaan gehouden om in de programma’s in de begroting en in het jaarverslag, de maatschappelijke effecten die met de verschillende programma’s worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren dragen bij om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken, zodat staten- en raadsleden op de belangrijke momenten in een beleidscyclus zich een beeld kunnen vormen over behaalde beleidsresultaten en te behalen beleidsresultaten. Hieronder vindt u de beleidsindicatoren behorende bij programma 3.

Indicator en beschrijving Periode
Functiemenging 2021 41,6
De functiemenging index (FMI) weerspiegelt de verhouding in percentages tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.
Vestiging (van bedrijven) 2021 143,1
Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Gemiddelde WOZ-waarde 2022 253
De gemiddelde WOZ waarde van woningen x ā‚¬1.000
Nieuw gebouwde woningen 2022 9,2
Het aantal nieuwbouw woningen, per 1.000 woningen
Demografische druk 2022 82
De som van het aantal personen van 0 tot 15 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 15 tot 65 jaar (percentage)
Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden 2022 775
Het gemiddelde totaal bedrag in euro's per jaar dat een eenpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten.
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden 2022 1016
Het gemiddelde totaal bedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten.

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

In de paragraaf Verbonden partijen vindt u een totaallijst met partijen waarmee Doesburg banden is aangegaan ter behartiging van bepaalde publieke belangen verbonden aan het programma Wonen, werken en recreëren in Doesburg.

Euregio Rijn-Waal

Het openbaar belang
De Euregio Rijn-Waal heeft als belangrijkste doel de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van economie en maatschappij te verbeteren en te intensiveren. De Euregio Rijn-Waal brengt partners bij elkaar om gezamenlijke initiatieven te starten en zo gebruik te maken van synergie-effecten.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.
Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Ā Gemeenschappelijke regelingen P GR bijdrage 2022 Percentage deelneming Eigen vermogen Vreemd vermogen Exploitatie-resultaat Verslagjaar
Euregio Rijn-Waal 3 ā‚¬ 3.382 ā‚¬ 1.750.313 ā‚¬ 3.337.598 ā‚¬ -12.346 2021

Programma 4 Zorg in Doesburg

Korte beschrijving

Terug naar navigatie - Korte beschrijving

Dit programma bevat in essentie de drie hoofdstromen in het Sociaal Domein, te weten: Jeugdzorg, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Participatie (Werk & Inkomen) met daaraan gekoppeld de reguliere beleidsterreinen onderwijs en -huisvesting, ouderen, vluchtelingen en gezondheidszorg.

Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?

In de inleiding staat de visie van de gemeente Doesburg in hoofdlijnen beschreven, zoals geformuleerd in het coalitieakkoord ‘Stroomopwaarts’ en het collegeresultatenplan. De decentralisaties vragen zowel een financiële als een beleidsinhoudelijke omslag (transformatie) in het Sociaal Domein. Vanaf de start in 2015 moet ten opzichte van de periode daarvoor een besparing van de kosten in de zorg worden gerealiseerd en zal er steeds minder sprake zijn van “zorgen voor”, maar meer van “zorgen dat”. Dat wil zeggen dat burgers vooral in staat moeten worden gesteld om zelf problemen op te lossen. 2016 stond in het teken van de eerste invulling van de transformatie. In 2017 en 2018 is die lijn doorgezet. Bij de uitvoering van de nieuwe taken in het Sociaal Domein werken we intensief samen met de 11 andere gemeenten in de Regio Arnhem.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

4.01 Integrale dienstverlening en het beleid verfijnen en verbeteren.

Terug naar navigatie - 4.01 Integrale dienstverlening en het beleid verfijnen en verbeteren.

Omschrijving (toelichting)

Wat hebben we daarvoor gedaan?

4.02 Optimaal inzetten op preventief jeugdbeleid. Preventieve voorzieningen jeugd dienen goed aan te sluiten op de gedecentraliseerde taken van het sociale domein.

Terug naar navigatie - 4.02 Optimaal inzetten op preventief jeugdbeleid. Preventieve voorzieningen jeugd dienen goed aan te sluiten op de gedecentraliseerde taken van het sociale domein.

Omschrijving (toelichting)

Wat hebben we daarvoor gedaan?

4.03 We stimuleren aanpassingen en verbeteringen van de zorg binnen het beschikbare veranderbudget.

Terug naar navigatie - 4.03 We stimuleren aanpassingen en verbeteringen van de zorg binnen het beschikbare veranderbudget.

Omschrijving (toelichting)

We hebben daarbij continu aandacht voor de effectiviteit en de doelmatigheid van initiatieven. Het veranderbudget is 2% van de Wmo en jeugdgelden die we ontvangen via het gemeentefonds in het kader van de grote decentralisaties, onderverdeeld in 1,5% voor lokale en 0,5% voor regionale initiatieven. De inzet van het veranderbudget doen we via raadsvoorstellen.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

4.06 Bevorderen gezonde leefstijl.

Terug naar navigatie - 4.06 Bevorderen gezonde leefstijl.

Omschrijving (toelichting)

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2021 Primaire begroting 2022 BGR 2022 na wijziging Realisatie 2022 Saldo 2022
Lasten
4.1 Openbaar basisonderwijs 1 0 1 1 0
4.2 Onderwijshuisvesting 169 165 165 179 -15
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 943 1.027 1.155 1.210 -55
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 997 1.037 1.066 994 72
6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen 637 701 671 671 0
6.3 Inkomensregelingen 5.755 5.877 7.177 6.795 382
6.4 WSW en beschut werk 1.709 1.749 1.549 1.427 122
6.5 Arbeidsparticipatie 866 930 931 894 36
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 563 561 586 531 55
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 3.045 3.177 3.180 3.114 66
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 3.989 5.023 6.075 5.595 480
6.81 Geƫscaleerde zorg 18+ 95 138 73 65 8
6.82 Geƫscaleerde zorg 18- 28 44 28 24 4
7.1 Volksgezondheid 365 375 375 380 -5
Totaal Lasten 19.160 20.806 23.031 21.880 1.151
Baten
4.2 Onderwijshuisvesting 11 11 11 11 0
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 334 352 485 568 -83
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 12 0 0 0 0
6.3 Inkomensregelingen 4.628 4.390 3.946 3.790 157
6.5 Arbeidsparticipatie 128 181 218 196 21
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) 264 8 8 -3 11
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 152 92 122 120 2
Totaal Baten 5.529 5.034 4.791 4.684 108

Toelichting op de budgetafwijkingen

Terug naar navigatie - Toelichting op de budgetafwijkingen

Taakveld 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken: Per saldo een voordeel van € 28.000
De lasten zijn € 55.000 hoger dan begroot. Dit komt o.a. vanwege €71.000 hogere lasten op het onderwijsachterstandenbeleid.  Deze lasten worden volledig gedekt door een rijksbijdrage. De lasten van het routegebonden vervoer zijn ca. € 19.000 lager. Ook in de post corona periode was er nog sprake van enige terughoudendheid bij cliënten.

De hogere bate betreft de rijksbijdrage voor het onderwijsachterstandenbeleid.

Taakveld 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie: Een voordeel van € 72.000
Het voordeel is een saldo van diverse kleinere afwijkingen binnen het taakveld, bv. lagere kosten voor de uitvoering van de WMO, innovatie en algemene voorzieningen, lagere lasten voor het jongerenwerk en een voordeel omdat het extra budget voor vrijwilligers niet helemaal is besteed in 2022.  

Taakveld 6.3 Inkomensregelingen: Per saldo een voordeel van € 224.000
Op basis van de IBB 2022 zijn op dit taakveld de lasten voor de energietoeslag geraamd op €1,3 miljoen.  Ondanks dat wij bijna 100% van de doelgroep hebben bereikt zijn de gerealiseerde lasten  ruim  € 1,14 miljoen. Een verschil van bijna €160.000.  Daarnaast is er in 2022 € 200.000 extra beschikbaar gesteld voor de aanpak van energie armoede (motie SP). Daar is maar beperkt gebruik van gemaakt waardoor er maar € 12.000 is besteed. Een voordeel van €188.000.

Op de bijstandslasten is een nadeel van € 24.000. Dit wordt veroorzaakt door de verhoging van de voorziening debiteuren SoZa. De reguliere bijstandslasten waren wat lager dan begroot.

De loonkostensubsidie is € 37.000 lager dan geraamd. De inzet van loonkostensubsidie stelt inwoners met een recht op een uitkering in staat gedeeltelijk eigen inkomen te verwerven. In 2022 zijn 40 personen in- en uitgestroomd.

De baten zijn € 157.000 lager dan begroot. Het gaat hierbij met name om een lagere bijdrage van het Rijk en lagere inkomsten uit verhaal.

Taakveld 6.4 WSW en beschut werk: Een voordeel van € 122.000
In 2022 hebben is de bijdrage aan de MGR lager uitgevallen door een lagere aantal mensen in de WSW en lagere uitvoeringskosten.

Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie: Per saldo een voordeel van € 15.000
De lasten zijn € 35.000 lager dan begroot. Dit zit met name in lagere kosten voor het gebouw de Linie. hier staan echter ook lagere baten tegenover. 

Taakveld 6.6 Maatwerkvoorziening (WMO):  Per saldo een voordeel van € 66.000
Het saldo betreft vooral de lagere lasten voor vraagafhankelijk vervoer (€ 60.000).  Net als bij routegebonden vervoer is er nog sprake van enige terughoudendheid bij cliënten.

Taakveld 6.71 Maatwerkvoorziening 18+: Per saldo een voordeel van € 75.000
Het voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt lagere lasten op schulddienstverlening (€ 61.000).  In dit bedrag zit ook een bedrag van € 37.500 dat is overgeheveld via resultaatbestemming 2021 voor vroegsignalering. We gaan uit van een incidenteel voordeel omdat we de doelgroep wel zien stijgen. Als gevolg van de hoge inflatie stijgt de vraag naar schuldhulpverlening en andere voorliggende voorzieningen voor schuldenpreventie en -aanpak.

Op de lasten voor huishoudelijke ondersteuning en begeleiding is een voordeel van € 14.000.

Taakveld 6.72 Maatwerkvoorziening 18-: Per saldo een voordeel van € 480.000
Ten opzichte van de aangepaste raming bij de IBB 2022 is het voordeel ca. € 480.000. Bij de IBB was het budget nog met € 960.000 verhoogd. Dit blijkt echter veel te pessimistisch te zijn geweest. Neemt niet weg dat de lasten t.o.v. de begroting bij aanvang 2022 behoorlijk zijn gestegen (bijna € 400.000). Het betreft een openeinde regeling die jaarlijks behoorlijke afwijkingen kan laten zien. Ten opzichte van 2021 zijn de lasten gestegen met ruim € 1,4 miljoen-. Dit wordt vooral veroorzaakt door de aanpassing van het woonplaatsbeginsel. Met het woonplaatsbeginsel wordt bepaald welke gemeente verantwoordelijk is voor de jeugdhulp.  We hebben daarvoor ook extra middelen heeft ontvangen uit het gemeentefonds.

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 5 maart 2016 zijn provincies en gemeenten voortaan gehouden om in de programma’s in de begroting en in de het jaarverslag, de maatschappelijke effecten die met de verschillende programma’s worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren dragen bij om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken, zodat staten- en raadsleden op de belangrijke momenten in een beleidscyclus zich een beeld kunnen vormen over behaalde beleidsresultaten en te behalen beleidsresultaten. Hieronder vindt u de beleidsindicatoren behorende bij programma 4.

Indicator en beschrijving Periode
Absoluut verzuim 2017 1,2
Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 leerlingen, leeftijd 5-18 jaar.
Relatief verzuim 2021 26
Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 inwoners, leeftijd 5-18 jaar.
Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) 2021 1,3
Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat.
Banen 2021 563,5
Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Jongeren met een delict voor de rechter 2019 1
Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen.
Kinderen in uitkeringsgezin 2021 5
Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen.
Netto arbeidsparticipatie 2022 66,5
Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van deĀ  beroepsbevolking.
Werkloze jongeren 2021 1
Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar).
Personen met een bijstandsuitkering 2021 423,3
Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 10.000 inwoners in de leeftijd 18 jaar en ouder.
Personen met lopende re-integratievoorzieningen 2020 634,1
Het aantal re-integratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Jongeren (tot 18 jaar) met jeugdhulp 2022 14,7
Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar.
Jongeren (t/m 18 jaar) met jeugdbescherming 2022 2,1
Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar.
Jongeren (tot 23 jaar) met jeugdreclassering 2022 Geen data
Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar).
Cliƫnten met een maatwerkarrangement WMO 2022 620
Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 180 deelnemende gemeenten (per 10.000 inwoners).

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

In de paragraaf Verbonden partijen vindt u een totaallijst met partijen waarmee Doesburg banden is aangegaan ter behartiging van bepaalde publieke belangen. De verbonden partijen die bijdragen aan de doelstellingen van het programma Zorg in Doesburg worden hieronder toegelicht.

Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden

Het publieke belang
Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden is in 2002 ontstaan door een fusie van Hulpverlening Arnhem en omstreken en de Regionale brandweer en de GGD West-Veluwe/Vallei. De gemeenschappelijke regeling verzorgt voor 16 gemeenten in de regio Midden Gelderland de regionale brandweer, ambulancezorg en volksgezondheid/GGD.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.

Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Presikhaaf Bedrijven

Het publieke belang
Dit is een gemeenschappelijke regeling die in de regio Midden Gelderland mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt hulp biedt bij het verkrijgen van een betaalde baan. Dit kan via een indicatie in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening of door een re-integratietraject.
Veranderingen gedurende verslagjaar
De GR is per 31-12-2020 geliquideerd. In de raadsvergadering van 24-09-2020 heeft de gemeenteraad een positieve zienswijze gegeven op het liquideren van deze organisatie.
Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Zie hierboven.

Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen (DRAN)

Het openbaar belang
De vervoersorganisatie is ingesteld ter gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemers met betrekking tot het tot stand brengen, ontwikkelen en in stand houden van een kwalitatief hoogwaardig, herkenbaar, efficiënt en eenvoudig te gebruiken doelgroepenvervoer. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van reizigers en hun sociale netwerk en wordt erop toegezien dat het aanvullend vervoer ook in het buitengebied en de kleine kernen voldoende gewaarborgd is en dat het vervoer een optimale aansluiting heeft op het openbaar-vervoer-netwerk.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.
Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

MGR Sociaal domein Centraal-Gelderland

Het openbaar belang
De MGR (Modulaire Gemeenschappelijke Regeling) biedt een algemeen kader voor samenwerking op het gebied van het sociaal domein binnen de regio Centraal-Gelderland en voorziet in samenwerkingsmodules. Er wordt deelgenomen aan de modules: Inkoop, Werkgevers Service Punt (WSP).
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.
Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Ā Gemeenschappelijke regelingen P GR bijdrage 2022 Percentage deelneming Eigen vermogen Vreemd vermogen Exploitatie-resultaat Verslagjaar
Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden 4 ā‚¬ 1.051.428 1,70% ā‚¬ 8.513.000 ā‚¬ 51.358.000 ā‚¬ 707.000 2022
Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen (DRAN) 4 ā‚¬ 658.348 0 ā‚¬ 9.985.100 ā‚¬ 0 2022
MGR Sociaal domein Centraal-Gelderland 4 ā‚¬ 1.833.091 ā‚¬ 685.000 ā‚¬ 4.388.000 ā‚¬ 0 2022

Programma 5 Algemene dienst en financiën

Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken en wat hebben we daarvoor gedaan?

We willen een gemeente zijn die eisen stelt aan haar ambtelijke organisatie als het gaat om professionaliteit, effectiviteit en attitude, maar hen daarin ook faciliteert. Het opstellen van een strategisch personeelsplan gaat ons hierbij helpen. Richting wijkraden worden duidelijke en realistische verwachtingen over en weer gecreëerd. De gemeente Doesburg gaat voor een financieel gezonde gemeente met minimaal een tweejaarlijks sluitende begroting. Het uitgangspunt bij het beleid dient te zijn dat nieuwe structurele uitgaven worden gedekt door nieuwe structurele inkomsten dan wel door budgetverschuivingen/bezuinigingen.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

5.01 Een gezonde financiële positie.

Terug naar navigatie - 5.01 Een gezonde financiƫle positie.

Omschrijving (toelichting)

Onze gemeente staat er financieel goed voor en dat willen we ook zo houden. De begroting is in evenwicht en onze reservepositie is gezond. Én we zijn schuldenvrij.
De omvang van de algemene reserve is bij de start van de zittingsperiode van het huidige college ongeveer 8 miljoen euro. De omvang van de algemene reserve moet eind 2022 ten minste gelijk zijn aan dit bedrag.
We willen een degelijke begroting. Dit betekent dat de begrote structurele uitgaven ten minste goedgemaakt moeten kunnen worden met structurele inkomsten.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

5.02 Een lage belastingdruk.

Terug naar navigatie - 5.02 Een lage belastingdruk.

Omschrijving (toelichting)

We willen de lastendruk voor onze Doesburgers en bedrijven zo beperkt mogelijk houden. We willen dat dan doen vanuit de pakketgedachte. Dat wil zeggen dat we de totale lastendruk voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffingen en de OZB niet meer willen laten stijgen dan de reguliere inflatiecorrectie. Waar mogelijk willen we lasten verlichten. Dit geldt met name voor de afvalstoffenheffing.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

5.03 Optimalisatie van de gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering.

Terug naar navigatie - 5.03 Optimalisatie van de gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering.

Omschrijving (toelichting)

We willen zo weinig mogelijk bureaucratie. We maken onze klantprocessen zo eenvoudig en toegankelijk mogelijk en we schrappen overbodige regels. In het programma Digitaal Werken en Dienstverlenen wordt de komende 2 jaar intensief gewerkt aan het verbeteren van onze dienstverlening en bedrijfsvoering. Dit programma kent 3 projecten, het project Digitaal Dienstverlenen, het project Digitaal Samenwerken en het project Sociaal Domein.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

5.04 Toekomstbestendige invulling van huisvesting fysieke loketten gemeentelijke dienstverlening en ambtelijke organisatie en bestuur.

Terug naar navigatie - 5.04 Toekomstbestendige invulling van huisvesting fysieke loketten gemeentelijke dienstverlening en ambtelijke organisatie en bestuur.

Omschrijving (toelichting)

We willen een toekomstbestendige huisvesting realiseren voor wat betreft de fysieke loketten waar gemeentelijke dienstverlening wordt verzorgd en de ambtelijke organisatie en bestuur.
We stellen in dit kader een strategisch plan huisvesting op die aan de raad wordt voorgelegd en de uitkomsten hiervan zullen verder worden uitgewerkt en gerealiseerd.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

5.05 We willen ons gemeentelijk vastgoed op een efficiënte wijze beheren en onderhouden.

Terug naar navigatie - 5.05 We willen ons gemeentelijk vastgoed op een efficiƫnte wijze beheren en onderhouden.

Omschrijving (toelichting)

Doesburg heeft dertien gebouwen in eigendom en beheer. Voor het reguliere onderhoud wordt gewerkt met een meerjarig onderhoudsprogramma (MJOP). Op de lange termijn zullen keuzes gemaakt moeten worden over het beheer en onderhoud van deze panden. Het opstellen van een gemeentelijk vastgoedbeheerplan is de eerste stap. Hierin komen organisatiestructuur, werkprocessen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, planning en control als onderwerpen terug. Het structureel programmatisch onderhouden van het gemeentelijk vastgoed volgens het vastgesteld meerjaren onderhoudsplan (MJOP) hebben we daarmee beter geborgd. We houden hierbij rekening met het strategisch huisvestingsplan en verduurzamen van het gemeentelijk vastgoed.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2021 Primaire begroting 2022 BGR 2022 na wijziging Realisatie 2022 Saldo 2022
Lasten
0.4 Overhead 5.471 5.371 5.711 6.138 -427
0.5 Treasury 5 3 3 24 -21
Totaal Lasten 5.476 5.375 5.714 6.162 -447
Baten
0.4 Overhead 149 1 98 202 -104
0.5 Treasury 247 304 274 343 -69
Totaal Baten 396 305 372 546 -173

Toelichting op de budgetafwijkingen

Terug naar navigatie - Toelichting op de budgetafwijkingen

Taakveld 0.4 Overhead:  Per saldo een nadeel van € 323.000
Het nadeel op overhead wordt vooral verklaard door hogere personeelslasten (€250.000). Door krapte op de arbeidsmarkt is het lastig de vacatures in te vullen waardoor er relatief veel inhuur is. Daarnaast is er ook ingehuurd i.v.m. tijdelijke vervanging wegens ziekte en zwangerschap.  Voor een deel hebben wij hier ook compensatie voor ontvangen wat de hogere baten verklaard. Bij de IBB was het budget onvoldoende bijgesteld voor personeelslasten.

Ook de lasten voor automatisering zijn € 70.000 hoger dan geraamd. Oorzaak is vooral de hogere indexering die leveranciers in rekening brengen. De verwachting is overigens ook dat de ICT kosten blijven stijgen. Dit heeft o.a. te maken met de toenemende kosten voor veiligheid (systemen) en de inzet van personeel om de veiligheid van informatie te kunnen blijven garanderen. Ook blijven er ontwikkelingen  op ons afkomen zoals het meer en meer verplicht in de the cloud zetten van applicaties.

Taakveld 0.5 Treasury:  Per saldo een voordeel van € 48.000
In 2022 is een grootboeklening uit 1815 afgelost door het Rijk. Dit heeft een boekwinst opgeleverd van € 63.000. De overige afwijkingen bedragen € 15.000 nadelig.

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 5 maart 2016 zijn provincies en gemeenten voortaan gehouden om in de programma’s in de begroting en in de het jaarverslag, de maatschappelijke effecten die met de verschillende programma’s worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren dragen bij om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken, zodat staten- en raadsleden op de belangrijke momenten in een beleidscyclus zich een beeld kunnen vormen over behaalde beleidsresultaten en te behalen beleidsresultaten. Hieronder vindt u de beleidsindicatoren behorende bij programma 5.

Indicator en beschrijving Periode
Formatie 2022 8,72
Fte per 1.000 inwoners
Bezetting 2022 7,47
Fte per 1.000 inwoners
Apparaatkosten 2022 ā‚¬ 536
Kosten per inwoner
Externe inhuur 2022 21,94%
Kosten als % van de totale loonsom + totale kosten externe inhuur
Overhead 2022 12,74%
% van de totale lasten

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

In de paragraaf Verbonden partijen vindt u een totaallijst met partijen waarmee Doesburg banden is aangegaan ter behartiging van bepaalde publieke belangen. De verbonden partijen die bijdragen aan de doelstellingen van het programma Algemene dienst en Financiën worden hieronder toegelicht.

BNG bank

Het openbaar belang
Doesburg is aandeelhouder van de BNG. De BNG is de bank voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.
Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Alliander N.V.

Het publieke belang
Alliander N.V. is de holding van een netwerkbedrijf. De dochterbedrijven zijn netbeheerders voor het transport van (duurzame) energie. De Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) uit 2007 verplicht energiebedrijven tot een volledige splitsing. In 2009 is het productie- en leveringsbedrijf Nuon Energy afgesplitst en verkocht aan het Zweedse Vattenfall. De naam N.V. Nuon is gewijzigd in Alliander N.V. Bij de verkoop  van de aandelen Nuon zijn wij eigenaar geworden van een aantal aandelen Alliander N.V., dat gelijk is aan het verkochte aantal aandelen N.V. Nuon.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.
Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Vitens

Het publieke belang
Onze gemeente is samen met nog 70 andere gemeenten, de provincies Gelderland en Overijssel en de N.V. Nuon aandeelhouder van Vitens. Vitens is het waterbedrijf voor ruim 4 miljoen mensen en bedrijven in Friesland, Overijssel, Flevoland, Gelderland en Utrecht.
Veranderingen gedurende verslagjaar
Geen.

Beleidsvoornemens omtrent de verbonden partij
Het bestaande beleid voortzetten.

Verbonden partijen (bedragen in milj.) P GR bijdrage 2022 Percentage deelneming Eigen vermogen Vreemd vermogen Exploitatie-resultaat Verslagjaar
BNG bank 5 27.612 0,05% ā‚¬ 4.615 ā‚¬ 107.459 ā‚¬ 300 2022
AllianderĀ  N.V. 5 172.952 0,13% ā‚¬ 4.570 ā‚¬ 6.122 ā‚¬ 172 2022
Vitens 5 17.843 0,24% ā‚¬ 695 ā‚¬ 2.096 ā‚¬ 8 2022

Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen
Bedragen x €1.000
Exploitatie Realisatie 2021 Primaire begroting 2022 BGR 2022 na wijziging Realisatie 2022 Saldo 2022
Lasten
0.10 Mutaties reserves 1.267 502 3.703 3.708 -5
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten 3.684 0 0 0 0
0.61 OZB woningen 188 167 167 192 -25
0.62 OZB niet-woningen 15 5 5 3 2
0.64 Belastingen overig 97 77 102 86 15
0.8 Overige baten en lasten 293 -410 170 144 26
0.9 Vennootschapsbelasting (VpB) 41 0 20 78 -58
Totaal Lasten 5.584 341 4.167 4.211 -44
Baten
0.10 Mutaties reserves 2.791 1.097 4.056 4.114 -58
0.61 OZB woningen 1.751 1.763 1.792 1.794 -2
0.62 OZB niet-woningen 452 459 459 459 0
0.64 Belastingen overig 632 169 144 146 -2
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds 22.024 22.895 26.507 27.138 -631
0.8 Overige baten en lasten 285 0 0 134 -134
Totaal Baten 27.936 26.383 32.959 33.785 -826

Toelichting op de budgetafwijkingen

Terug naar navigatie - Toelichting op de budgetafwijkingen

Taakveld 0.10 Mutaties reserves:  Per saldo een voordeel van €53.000
Er is in 2022 € 186.000 onttrokken aan de reserve wachtgeldverplichtingen. € 37.000 daarvan is er ter dekking van de wachtgeldverplichting in 2022 en € 149.000 is toegevoegd aan de voorziening wachtgeldverplichtingen. In 2021 was de voorziening nog omgezet in een reserve. Omdat er nu een nieuw college zit met deels nieuwe wethouders moet er weer gestort worden in de voorziening. 

Voor de tekorten op de BUIG was een onttrekking geraamd van € 294.000. Het uiteindelijk tekort is uitgekomen op € 179.000 waardoor er € 115.000 minder dekking uit de reserve nodig is.

Taakveld 0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds: Een voordeel van € 630.000
De uitkering uit het gemeentefonds is in 2022 € 630.000 hoger uitgevallen dan geraamd. Dit komt o.a. doordat in 2022 een voorschot (€ 305 000) is betaald voor de energietoeslag 2023.  Dit bedrag wordt via resultaatbestemming gereserveerd voor de uitkering in 2023. In de septembercirculaire is gemeld dat de gemeenten nog compensatie ontvangen vanwege corona vanwege extra kosten en gederfde inkomsten 2021. In november is daar duidelijkheid overgekomen en is er een extra bedrag ontvangen van € 110.000.  In 2022 is ook een positief bedrag van € 140.000 verantwoord die betrekking heeft op voorgaande jaren. De overige verschillen bedragen per saldo € 75.000, o.a. vanwege de extra middelen in de decembercirculaire voor bijzondere bijstand en vroegsignalering.

Taakveld 0.8 Overige baten en lasten: Per saldo een voordeel van € 161.000
De hogere baten van €134.000 betreffen met name correcties uit voorgaande jaren.  Het voordeel aan de lastenkant (€27.000) wordt vooral veroorzaakt door niet gebruikte stelposten. Daar staat een hogere toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren tegenover. 

Paragrafen

Paragraaf A | Lokale heffingen

Paragraaf A | Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf A | Lokale heffingen

Inleiding
De lokale heffingen maken een belangrijk deel uit van de inkomsten van de gemeente.  Deze paragraaf geeft op hoofdlijnen een overzicht van de diverse lokale heffingen. Hiermee ontstaat inzicht in de lokale belastingdruk, wat van belang is voor de integrale afweging tussen enerzijds beleid en anderzijds inkomsten. Ook wordt weergegeven welk beleid de gemeente Doesburg in boekjaar 2022 heeft gevoerd  ten aanzien van de lokale heffingen en de kwijtschelding hiervan.

Overzicht lokale heffingen en geraamde inkomsten
De lokale heffingen bestaan uit belastingen en rechten. De belastingen dienen ter dekking van de algemene uitgaven van de gemeente en zijn in principe vrij besteedbaar. De rechten dienen ter dekking van de kosten die de gemeente maakt voor individuele dienstverlening aan de burger en zijn dus niet vrij besteedbaar.
In de realisatie 2022 zijn de navolgende werkelijke bedragen opgenomen voor de diverse gemeentelijke heffingen die in onze gemeente van toepassing zijn. Ter vergelijking zijn ook de cijfers vermeld uit de jaarrekening 2021 en de begroting 2022 (na wijziging).

Omschrijving Realisatie 2021 Raming 2022 na wijziging Realisatie 2022
Leges (excl. leges omgevingsvergunning) 198.955 185.865 203.273
Parkeerheffingen 451.597 495.768 492.339
Lig-, haven- en kadegelden 54.659 51.458 54.254
Marktgeld 2.977 6.557 3.794
Afvalstoffenheffing 1.538.872 1.532.519 1.502.072
Rioolheffing 1.095.155 1.228.771 1.129.987
Lijkbezorgingsrechten 74.978 67.247 71.601
Leges omgevingsvergunning 390.153 84.339 147.551
Onroerendezaakbelastingen 2.200.261 2.249.505 2.249.646
Hondenbelasting 52.315 54.127 51.558
Precariobelasting 510.501 24.862 26.442
Toeristenbelasting 422.019 408.006 321.798
Roerende-zaakbelastingen 3.169 1.820 3.202
Reclamebelasting 50.765 50.721 53.239
TOTAAL 7.046.376 6.441.565 6.310.756

Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarieven
Hieronder wordt inzichtelijk gemaakt wat de opbrengsten en lasten zijn geweest voor de belastingen die maximaal kostendekkend mogen zijn.  Maximaal kostendekkend wordt getoetst op  het niveau van de verordening. 

Leges / Titel Onderwerp Taakveld Toe te rekenen lasten Toe te rekenen baten Dekking in %
Titel 1 Algemene dienstverlening
Basisregistratie personen (BRP) 0.2 Burgerzaken 126.500 5.060 4%
Naturalisatie en optie 0.2 Burgerzaken 13.457 9.818 73%
Rijbewijzen 0.2 Burgerzaken 64.590 52.201 81%
Reisdocumenten 0.2 Burgerzaken 68.822 58.378 85%
Burgerlijke stand 0.2 Burgerzaken 50.935 23.181 46%
Overige burgerzaken 0.2 Burgerzaken 154.308 1.722 1%
Verklaring Omtrent Gedrag (COVOG) 0.2 Burgerzaken 1.489 1.778 119%
Gehandicaptenkaart en parkeren 0.2 Burgerzaken 5.903 5.696 96%
Totaal titel 1 486.004 157.834 32%
Titel 2 Leefomgeving en omgevingsvergunning
Bestemmingsplannen 8.1 Ruimte en leefomgeving 124.224 9.906 8%
Omgevingsvergunning 8.3 Wonen en Bouwen 312.830 147.551 47%
Totaal titel 2 437.054 157.457 36%
Titel 3 Dienstverlening (vallend onder de Europese dienstenrichtlijn)
Algemene plaatselijke verordening 1.2 Openbare orde en veiligheid 195.434 3.453 2%
Uitvoering bijzondere wetten 1.2 Openbare orde en veiligheid 26.961 32.080 119%
Totaal titel 3: 222.395 35.533 16%
Totaal (titels 1,2 en 3) 1.145.453 350.824 31%
Rioolheffing Taakveld Lasten Baten Dekking in %
7.2 Riolering 724.820
0.4 Overhead incl btw en rente 200.093
2.1 Straatreiniging 163.788
6.3 Kwijtschelding 67.500
7.2 Opbrengst heffingen 1.129.987
7.2 Overige opbrengsten -
Totaal 1.156.201 1.129.987 98%
Afvalstoffenheffing Taakveld Lasten Baten Dekking in %
7.3 Afval 1.111.438
0.4 Overhead incl btw en rente 286.541
2.1 Straatreiniging 163.788
6.3 Kwijtschelding 76.822
7.3 Opbrengst belastingen 1.502.072
7.3 Overige opbrengsten 392.001
Totaal 1.638.589 1.894.073 116%
Lijkbezorgingsrechten Taakveld Lasten Baten Dekking in %
7.5 Begraafplaatsen 145.325
0.4 Overhead 101.028
Opbrengsten belastingen 71.601
Overige opbrengsten -
Totaal 246.353 71.601 29%
Marktgeld Taakveld Lasten Baten Dekking in %
3.1 Economische ontwikkeling 12.368
0.4 Overhead 9.481
Opbrengst marktgelden 4.574
Totaal 21.849 4.574 21%

De lokale lastendruk vergeleken
Op de website van de provincie Gelderland zijn de gegevens te vinden van de belastingdruk per inwoner per Gelderse gemeente. Om een indruk te geven van de lokale belastingdruk van de gemeente Doesburg in regionaal verband wordt het onderstaande overzicht opgenomen:

Gemeente Belastingdruk per inwoner 2021 Belastingdruk per inwoner 2022
Rheden 398 419
Westervoort 422 436
Montferland 427 429
Doesburg 433 447
Zevenaar 468 477
Duiven 449 465
Doetinchem 464 479
Bronckhorst 477 452
Gemiddelde Gelderland 463 472

Kwijtscheldingsbeleid
In de gemeente Doesburg is het kwijtscheldingsbeleid van toepassing op de afvalstoffenheffing, het onderhoudsrecht graven en de rioolheffing. Het kwijtscheldingsbeleid wordt uitgevoerd op basis van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Deze regeling bevat een drietal toetsen die het mogelijk maken de financiële situatie van de belastingschuldige te beoordelen: de inkomenstoets, de vermogenstoets en de schuldentoets. Gemeenten hebben de beleidsvrijheid om tussen drie verschillende kwijtscheldingsnormen te kiezen: de 90%-, de 95%- of de 100%-norm.

Voor wat betreft de gemeente Doesburg is in de raadsvergadering van 14 december 2000 besloten om het meest ruime kwijtscheldingsbeleid toe te passen. In dat geval wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 procent. Dit betekent dat, uitzonderingen daargelaten, de meeste mensen die een uitkering op bijstandsniveau hebben in aanmerking komen voor kwijtschelding.

In de jaarrekening 2022 is ten laste van Programma 4 Zorg in Doesburg, voor kwijtscheldingen van gemeentelijke heffingen een realisatiebedrag inclusief perceptiekosten opgenomen van €144.674 (de raming na wijziging bedroeg €134.310).

Paragraaf B | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf B | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf B | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Daarbij worden de risico's meegenomen die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen is - tenzij anders vermeld in deze paragraaf - gebaseerd op de situatie eind 2022. Het weerstandsvermogen is toereikend wanneer er voldoende mogelijkheden zijn om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Hiervan is dus sprake als het saldo tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s positief is.

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten - die onverwachts en substantieel zijn - te kunnen afdekken. De weerstandscapaciteit van de gemeente Doesburg is: 

Onderdeel Bedrag
onbenutte belastingcapaciteit 426.000
Algemene reserve 4.491.464
Onvoorzien 15.000
Totale weerstandcapaciteit 4.506.464

Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die nog mogelijk is voor een tariefsverhoging OZB alvorens men toe kan treden als artikel 12 gemeente. De onbenutte belastingcapaciteit OZB voor de gemeente Doesburg is op grond van gegevens van de provincie Gelderland afgerond € 426.000.   Riool- en afvalstoffenheffing worden niet meegenomen. Deze heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn en de heffingen mogen ook alleen besteed worden aan riolering en afval inzameling en verwerking. 

Algemene reserve
De algemene reserve bedraagt per 31-12-2022 € 4.491.464. Per ultimo 2022 waren er geen onttrekkingen meer geraamd ten laste van de algemene reserve.

Stille reserves
Onder een stille reserve wordt verstaan het positieve verschil tussen de actuele waarde en de boekwaarde van vaste activa. Een stille reserve telt mee voor de weerstandscapaciteit als:  de werkelijke waarde te bepalen is, de activa snel liquide is te maken en het functioneren van de gemeente niet wordt aangetast. In feite gaat het dan om activa die zijn functie verloren heeft en waarvan het voornemen bestaat tot verkoop. Als dit van toepassing is wordt deze activa opgenomen onder de voorraad handelsgoederen op de balans.  Daarnaast zijn er ook nog deelnemingen, bv. in de BNG of Alliander. Hoewel de werkelijke waarde van de aandelen hoger is dan de boekwaarde tellen ook deze stille reserves niet mee voor de weerstandscapaciteit. Tegenover een eventuele verkoop zou het verlies aan dividendinkomsten staan die als structurele bate in de begroting zijn verwerkt.

Onvoorzien
Voor de post onvoorzien is een bedrag van €15.000 opgenomen in de begroting.

Inventarisatie van de risico’s

Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis met een nadelig financieel gevolg. De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet op een andere manier zijn ondervangen (bijvoorbeeld via verzekeringen of via gevormde voorzieningen). Doen deze risico’s zich voor dan moeten de nadelige financiële effecten hiervan ondervangen worden via het weerstandsvermogen.

Risico wordt vaak als volgt gedefinieerd: Risico = Kans x Gevolg

Een risico is groter wanneer de kans van optreden en de gevolgen van optreden groter zijn. Een groot gevolg gecombineerd met een minimale kans wordt in het algemeen als niet belangrijk beschouwd, net als een grote kans met een minimaal gevolg. Afhankelijk van de kans en het gevolg kan een risico op 4 manieren worden aangepakt:

  • Voorkomen: één of beide van de factoren kans en gevolg wegnemen;
  • Verminderen: één of beide van de factoren kans en gevolg afzwakken;
  • Uitbesteden: risico's onderbrengen bij verzekeraars;
  • Accepteren: alleen bij zeer kleine kans en/ of zeer kleine gevolgen.

Risico’s en beheersing
Hieronder worden de 5 risico's benoemd uit de begroting en is één risico toegevoegd (Cybercrime) die niet in de begroting 2022 was opgenomen. Bij de risico's wordt tevens aangegeven op welke wijze we de risico's proberen te beheersen. 

Cybercrime
De kans is reëel dat ook de gemeente Doesburg in de komende jaren een keer het slachtoffer wordt van een cybercriminaliteit. In het ergste scenario wordt er dan binnengedrongen in onze ICT omgeving, wordt er mogelijk kwaadaardige software geïnstalleerd; mogelijk bestanden onbruikbaar gemaakt of data buitgemaakt, die ongewenst openbaar gemaakt kan worden. In zo’n situatie worden we geconfronteerd met hoge kosten. Kosten i.v.m. analyseren van de omvang van de schade die ontstaan is; herstellen van de systemen en de mogelijk versleutelde gegevens. Ook krijgen we in zo’n situatie te maken met uitvoerende processen die stil komen te liggen en mogelijke gevolgschade hiervan. Ook zal er mogelijk sprake zijn van imagoschade en schade door identiteitsfraude.

Om deze risico's te beheersen zijn er o.a.  de volgende maatregelen genomen:

  1. We maken gebruik van de diensten en expertise van ICT samen (uitvoering door de gemeente Doetinchem)
  2. We beveiligen de toegang tot onze digitale werkomgeving m.b.v. 2FA
  3. We investeren in bewustwording bij personeel en staf op gebied van Informatieveiligheid

Fluctuaties gemeentefonds
De algemene uitkering van het gemeentefonds maakt zo'n 60% deel uit van de gemeentelijke inkomstenbronnen. Dit betekent dat de financiële positie van de gemeente in sterke mate afhankelijk is van de ontwikkelingen binnen het gemeentefonds en dat nadelige gemeentefondsontwikkelingen derhalve de financiële positie van de gemeente behoorlijk onder druk kunnen zetten. De algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft een omvang van rond de 27 miljoen euro in 2022. Het risico was ingeschat op 3%, dit wordt aangepast naar 1% omdat het accres alleen nog wijzigt met loon- en prijsmutaties. De uitkering in 2022 was hoger dan bij aanvang geraamd. Vanaf 2026 daalt  de omvang van het gemeentefonds. Over de ontwikkeling van het gemeentefonds na 2026 is nog geen duidelijkheid. 

Open einde regelingen sociaal domein
Het sociaal domein bevat een aantal open einde regelingen. Dit betreft dan met name de Participatiewet, de Jeugdzorg en de Wmo. De laatste jaren zijn de  budgetten voor de Jeugdzorg en WMO niet toereikend gebleken. Het risico was ingeschat op € 750.000 met een kans van 50%.  

Beheersing: de invloedsfeer is beperkt door autonome ontwikkelingen, bv.  aantal en zwaarte van de in te zetten zorg. In 2023 maken we gebruik van een praktijk ondersteuner van de huisarts (POH). Hierdoor verwachten we de doorverwijzing naar specialistische zorg te beperken.  In 2022 hebben wij € 390.000 meer uitgegeven dan begroot.

Verbonden partijen
Onze gemeente neemt deel aan diverse verbonden partijen. Een overzicht hiervan is terug te vinden in de paragraaf “Verbonden partijen”. Door onverwachte tegenvallers in hun exploitatie is er een risico dat verbonden partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot . Deze tegenvallers worden  in rekening gebracht bij de deelnemende gemeenten.  Het maximale risico was bij de begroting ingeschat op € 500.000 met een kans van 10%.

Beheersing: We monitoren de ontwikkelingen van de verbonden partijen via tussentijdse rapportages. De invloed op tegenvallers gedurende het jaar is echter beperkt. 

Algemene risico’s bouwgrondexploitatie
Bij het opstellen van grondexploitaties wordt ingespeeld op mogelijke risico’s. Gedurende de uitvoering van het project kunnen echter risico’s manifest worden die vooraf niet of niet juist zijn ingeschat. Dit kan met name het geval zijn bij exploitaties die zich over een langere periode van meerdere jaren uitstrekken. De risico’s kunnen worden onderverdeeld in gebied gerelateerde risico’s (bodem, archeologie e.d.) en marktrisico’s (economische ontwikkelingen, maatschappelijke ontwikkelingen e.d.). Binnen Doesburg zijn er op dit moment 2 grexen. Beiden bevinden zich in de eindfase. Deze sluiten naar verwachting af met een positief resultaat. 

Verleende gemeentegaranties en aan derden verstrekte geldleningen
In de begroting was voor de gemeentegaranties een risico opgenomen van € 240.000 en voor verstrekte geldleningen € 120.000. Het risico op verstrekte geldleningen betreft echter vooral een theoretisch risico. Op basis van het treasury statuut zijn er strenge eisen aan het verstrekken van leningen gesteld en wordt er zekerheid gevraagd. De leningen die niet bezwaard zijn met een hypothecaire lening zijn verstrekt aan organisaties die voldoende inkomsten genereren om de rente en aflossing te kunnen betalen. Voor verstrekte geldleningen wordt daarom geen bedrag meer opgenomen. Voor gemeente garanties kan het risico naar beneden worden bijgesteld doordat er is afgelost op de leningen waarvoor garantie is afgegeven. Het saldo waarvoor de gemeente nog garant staat is gedaald tot onder de € 2 miljoen. In 2022 hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. 

Totaal risico's
In de onderstaande tabel worden de hiervoor genoemde risico’s van een financiële kwalificatie voorzien:

Risico's Kans Maximaal risico kans x financieel gevolg
Cybercrime 25% 1.000.000 250.000
Fluctuaties gemeentefonds 1% 27.000.000 270.000
Open einde regelingen sociaal domein 50% 750.000 375.000
Verbonden partijen 25% 500.000 125.000
Verleende garanties en geldleningen 10% 2.000.000 200.000
Totaal 31.250.000 1.220.000

Weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Bij weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is om middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder haar hele beleid om te hoeven gooien.  Zoals uit onderstaand overzicht blijkt is het weerstandsvermogen voldoende.

Weerstandsvermogen: Ratio
Weerstandscapaciteit 4.506.464
Risico's 1.220.000
Weerstandsvermogen 3,7
Het weerstandsvermogen is van voldoende niveau om, wanneer een risico zich daadwerkelijk voordoet, de incidentele lasten op te vangen.

Kengetallen
De onderstaande kengetallen zijn ingevolge artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) opgenomen. De kengetallen maken het voor de raad gemakkelijker inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente Doesburg. Onder de tabel vindt u een korte toelichting en duiding van de kengetallen.

Kengetallen Werkelijk 2021 Raming 2022 Werkelijk 2022
Netto schuldquote -0,1% 39,0% 0,8%
Netto schuldquote gecorrigeerd met verstrekte leningen -11,1% 26,3% -10,5%
Solvabiliteitsrisico 68,4% 53,4% 64,6%
Grondexploitatie 0,4% 0,0% -1,2%
Structurele exploitatieruimte 5,2% -1,6% 7,5%
Belastingcapaciteit 111,0% 111,3% 109,3%

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen

Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een schuldquote van minder dan 90% wordt als goed beoordeeld (minst risicovol).

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een ratio tussen de 20 en 50% wordt als goed beoordeeld. Daar zit Doesburg ruim boven.

Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale baten. Een waarde van het kengetal onder de 20% wordt als goed beoordeeld. 

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Er wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positieve waarde geeft aan dat de structurele lasten zijn gedekt door structurele baten. 

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of de mate waarin er ruimte is voor nieuw beleid. De belastingcapaciteit van de gemeente is afgezet tegen het landelijk gemiddelde. 

Paragraaf C | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf C | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf C | Onderhoud kapitaalgoederen

In deze paragraaf wordt voor de kapitaalgoederen wegen, riolering, water, groen, gebouwen, openbare verlichting en speelgelegenheden achtereenvolgens aandacht geschonken aan:

  • het beleidskader
  • het beheer
  • actuele ontwikkelingen
  • kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren

C.1 Wegen

1.1 Het beleidskader
De gemeente heeft de plicht een openbare weg te onderhouden (art. 15 Wegenwet), met uitzondering van Rijks en provinciale wegen.
Verder kan de gemeente, als wegbeheerder, aansprakelijk worden gesteld op basis van het Burgerlijk Wetboek. Er zijn daarvoor twee mogelijke vormen: risico- (art. 6:174) en schuldaansprakelijkheid (art. 6:162). Bij schuldaansprakelijkheid moet het slachtoffer bewijzen dat de wegbeheerder een fout heeft gemaakt, er moet sprake zijn van een gebrek aan de weg. Bij risicoaansprakelijkheid hoeft dit bewijs niet te worden geleverd.
Vanwege zowel de onderhoudsplicht als de mogelijke aansprakelijkheidstelling is het voor de gemeente van belang haar wegen goed te onderhouden. Leidraad voor onderhoud wegen is de systematiek voor Rationeel wegbeheer (CROW-publicatie 147) van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW), een nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Als de gemeente werkt volgens deze richtlijnen kan zij aantonen dat er naar behoren wordt onderhouden.
In 2017 is het Beleidsplan Wegen vastgesteld, waarin wet- en regelgeving, lokale ambities, etc. zijn vertaald in kaders. Zo is er onder andere vastgesteld dat we werken met beeldkwaliteiten, conform de Nota Ruimtelijke Kwaliteit (NRK). In genoemd beleidsplan is onder andere vastgesteld dat zal worden gewerkt aan een wegenlegger en een rehabilitatieplan. Beide plannen zijn inmiddels gereed.

1.2 Het beheer
In 2017 is het Beheerplan Wegen vastgesteld. In dit beheerplan wordt de (gewenste) werkwijze beschreven ten aanzien van beheer en onderhoud.
Het wegenareaal wordt bijgehouden in beheersoftware, daarin worden diverse zaken vastgelegd die van belang zijn voor het juiste beheer. Door middel van een inspectie wordt frequent de huidige staat van het areaal in beeld gebracht. Op basis daarvan wordt voor de korte termijn een planning door de beheersoftware gegenereerd; met een maatregeltoets worden de feitelijke werkzaamheden vorm gegeven in een onderhoudsplan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar rehabilitatie, groot- en klein onderhoud. Rehabilitatie betreft het volledig vervangen van de weg, incl. fundatie. Groot onderhoud betreft voorziene werkzaamheden, voorvloeiend uit de inspectie. Bij klein onderhoud is er een budget van een bepaalde omvang vastgesteld,  voor het dagelijks onderhoud dat zich moeilijk laten voorspellen. Bij het onderhoud wordt gekeken wordt gekeken of werkzaamheden integraal opgepakt kunnen worden, dat wil zeggen dat samen met andere producten (bijv. riolering) projecten worden gevormd of dat ze met andere voorgenomen projecten kunnen meeliften.
Bij voortduring wordt gewerkt aan een budget voor de lange termijn, zodat in de begroting rekening gehouden kan worden met toekomstige pieken. Voor dit budget moeten voor de beheersoftware nog de onderhoudscycli met de bijbehorende maatregel en bedragen worden geformuleerd. Hetzelfde geldt voor de rehabilitatiekosten,  de kosten voor het in z’n geheel vervanging van de weg, inclusief fundering. 

1.3 Actuele ontwikkelingen
Bij de vaststelling van het beleidsplan en het beheerplan is vastgesteld dat de kwaliteit van de beheergegevens moet worden verbeterd. Hieraan zal blijven verder worden gewerkt. Enerzijds betreft dit uitdetaillering areaalinformatie, anderzijds betreft dit onderhoudscycli en rehabilitatiekosten. 
In 2019 is opdracht verleend aan een extern bureau om een wegenlegger op te stellen. De wegenlegger is een wettelijk verplicht plan (artikel 27 Wegenwet) en regelt de openbaarheid en onderhoudsplicht van de wegen buiten de bebouwde kom. De wegenlegger is gereed en vastgesteld door het bevoegde gezag, namelijk de Gedeputeerde Staten van Provincie Gelderland. Hiervoor was het nodig om eerst de bebouwde komgrenzen (in het kader van de Wegenverkeerswet) te actualiseren. De vaststelling hiervan, door de Raad, heeft in 2021 plaatsgevonden.
In het kader van duurzaamheid zal er gekeken moeten worden naar energie- en materiaalgebruik. Voor wegen zou in het kader hiervan gekeken kunnen worden of asfalt met een bepaalde mate van wegdekreflectie toegepast kan worden op bijv. kruisingen, ter vervanging van openbare verlichting. Binnen team Leefomgeving wordt gewerkt aan een LIOR (Leidraad Inrichting Openbare Ruimte), duurzaamheid is daarbij een kader.
Medio 2022 is een inspectie uitgevoerd. De resultaten zijn input voor in 2023 uit te voeren onderhoud.

1.4 Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De huidige omvang van het gemeentelijke wegennet bedraagt ongeveer 630.000 m2 verharding, waarvan 187.000 m2 asfalt (hoofdzakelijk rijwegen en fietspaden), 13.300 m2 cementbeton (voornamelijk fietspaden) en 431.000 m2 elementenverharding (hoofdzakelijk woonstraten en voet- en fietspaden).

C.2 Riolering

2.1 Het (wettelijk) beleidskader
Gemeenten hebben op grond van de Wet milieubeheer (Wm) een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater, en op grond van de Waterwet een zorgplicht voor hemelwater en een zorgplicht voor grondwater. Waterschappen hebben op grond van de Waterschapswet, in samenhang met de Waterwet, een zorgplicht voor de zuivering van stedelijk afvalwater.

In de wet milieubeheer is een voorkeursvolgorde voor afvalwater vastgelegd. In de wet wordt gesproken van “stedelijk afvalwater”. Daarnaast zijn er nog twee aparte zorgplichten, de hemelwaterzorgplicht en de zorgplicht voor grondwater. Deze laatste zijn verankerd in de Waterwet.

De zorgplicht voor stedelijk afvalwater wordt ingevuld door de aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool. Met de zorgplicht wordt invulling gegeven aan de implementatie van de EU-richtlijn stedelijk afvalwater.

De zorgplicht voor het hemelwater bestaat uit een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. De eigenaar van particulier terrein waarop het hemelwater valt is primair verantwoordelijk voor de afvoer van het hemelwater. De gemeenten zijn verplicht de zorg voor het hemelwater uit te werken in een plan.

De zorgplicht voor het grondwater bestaat uit een aantal elementen die tezamen bepalen of de gemeente verantwoordelijk kan worden gehouden om nadelige grondwaterstandgevolgen te voorkomen. Het betreft o.a. om de zorgplicht in openbaar gebied en om structureel nadelige gevolgen voor de grondwaterstand. Klimatologische omstandigheden (waaronder calamiteiten zoals extreme neerslag en overstroming door rivieren) die kunnen leiden tot een tijdelijk hogere grondwaterstand vallen daar niet onder. Ook valt de zorg voor particuliere terreinen niet onder de wettelijke zorgplicht voor het grondwater. Indien voldaan wordt aan alle elementen van de grondwaterzorgplicht tezamen, dan is de gemeente gehouden maatregelen te treffen om de grondwateroverlast te voorkomen of te beperken. De zorgplicht voor het grondwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting omdat het grondwaterpeil geen eenvoudig te sturen beheergebied is. Er is dan ook een zekere mate van beleidsvrijheid voor de aanpak die rekening houdt met lokale omstandigheden.

In februari 2018 heeft de gemeenteraad het Watertakenplan Olburgen 2018 – 2022 (WTPO) vastgesteld. De gemeenten Bronckhorst, Rheden en Doesburg en het waterschap Rijn en IJssel hebben gezamenlijke een visie opgesteld en uitgewerkt in dit plan voor de riolering en zuivering.

De rioleringen van deze gemeenten brengen het afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Olburgen van Waterschap Rijn en IJssel. De rioolstelsels en RWZI vormen samen één afvalwatersysteem. Door samen te werken en de inspanningen op elkaar af te stemmen kunnen we van elkaar leren met als gevolg effectiever en efficiënter te werken.

In het WTPO zijn de watertaken (visie, doelen, programma etc.) vastgelegd. Onderdeel van dit plan is een kostendekkingsplan waarin wordt aangegeven op welke wijze de gemeente haar watertaken wil uitvoering en bekostigen.

Belangrijke aspecten uit het WTPO zijn onder andere:

· het blijven bijdragen aan een goede volksgezondheid, door het inzamelen, transporten en/of verwerken van afval-, hemel- en grondwater;
· het voorkomen van wateroverlast;
· het beperken van nadelige gevolgen voor het milieu;
· een goede dienstverlening aan burgers en bedrijven op het gebied van water en riolering.

Het beleid is gericht op:

· Zo min mogelijk maatschappelijke kosten voor burgers en bedrijven, ofwel doelmatigheid;
· Zo min mogelijk overlast voor de omgeving;
· Waar mogelijk toepassen van duurzame oplossingen en technieken.

2.2 Het beheer

Het beheer en onderhoud zijn afgestemd op genoemde doelen die in het WTPO zijn opgenomen en vindt met behulp van een geautomatiseerd rioolbeheersysteem plaats. Het dagelijkse beheer en
onderhoud van de rioolgemalen en het gangbaar houden van het rioleringssysteem door middel van reiniging en inspectie is daarvan een belangrijk element.

In Beinum zorgen drie rioolgemalen voor de afvoer van het afvalwater. Twee van deze gemalen (RG Broekhuizen en RG Molengaarde) zijn recent gerenoveerd. RG Hermaat is al in een eerder stadium gerenoveerd.

Een belangrijk hulpmiddel voor het beheer en onderhoud is het regionaal meetsysteem. Hierin werken negen gemeenten (Brockhorst, Lochem, Montferland, Zutphen, Oude IJsselstreek, Oost Gelre, Aalten, Doesburg en Arnhem) samen met het waterschap Rijn en IJssel. Er wordt gemeten maar ook geanalyseerd waardoor meer/beter inzicht wordt verkregen in het functioneren van het rioleringsstelsel.

Samenwerken is belangrijk, (afval)water houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Het regionaal meetsysteem past naadloos in de gemeentelijke opgave die in het Bestuursakkoord Water (BAW 2011) is opgenomen. Hierin is vastgelegd dat de meerkosten van het product riolering minder mogen stijgen (€ 380 miljoen in 2020 t.o.v. 2010). De drie K’s (Kosten, Kwaliteit en Kwetsbaarheid) zijn daarbij leidend. Steekwoorden zijn daarbij: kennisuitwisseling, toekomstbestendigheid, klimaatontwikkelingen. Aspecten waar gemeenten en waterschap mee worden geconfronteerd. Het regionaal meetsysteem gaat ons daar bij helpen met behoud van de eigen autonomie.

Daarnaast werken wij met het zogenaamde RTC (Real Time Control). Met het RTC kan het afvalwater bij hevige regenval worden gestuurd. Dit gebeurt door middel van beweegbare schuiven waardoor het rioolstelsel in verschillende compartimenten worden verdeeld. Hiermee wordt optimaal gebruikt gemaakt van de berging van het rioolstelsel. Water op straatsituaties en rioolwater overstorten op oppervlaktewater worden hiermee teruggebracht.

Wij hebben ons aangesloten bij Operatie Steenbreek (OS). Met de deelname aan dit project wordt beoogd om zowel de openbare als de particuliere ruimte te vergroenen en de trend van verstening te keren. Waarom vergroenen?

1. Verstening geeft een versnelde afvoer van regenwater, die tot overbelasting van de riolering kunnen leiden;
2. Verstening versterkt hitte-stress;
3. Verstening vermindert de ruimte voor biodiversiteit;
4. Verstening zorgt voor perioden van droogte dat er minder water beschikbaar is;
5. Verstening heeft een negatief effect op de luchtkwaliteit;
6. Een groene leefomgeving werkt stress verminderend en heeft een algemeen positief effect op de gezondheid en het welzijn van de mens.

Daar waar het watersysteem deel uit maakt van (verbeterd) gescheiden rioolstelsel vragen “foutieve” aansluitingen speciale aandacht. Het gaat hier om het stelsel in Beinum en Campstede. "Foutieve" aansluiting zijn vuilwater huisaansluitleidingen aangesloten op het regenwatersysteem dan wel regenwaterleidingen die zijn aangesloten op het vuilwatersysteem. De eerste kunnen de waterkwaliteit in negatieve zin aantasten. De laatste zorgen er voor dat er te veel schoonwater naar de rioolwaterzuivering wordt afgevoerd. Met behulp van nieuwe technieken is in dit jaar het onderzoek naar "foutieve" aansluitingen gestart. Meer hierover in Paragraaf C - Onderhoud kapitaalgoederen - C.3 Water.

2.3 Actuele ontwikkelingen
In 2011 is het Bestuursakkoord Water (BAW 2011) ondertekend. Een belangrijk element van het akkoord is het intensiveren van de samenwerken binnen de waterketen. De waterketen betreft de infrastructuur voor het winnen, de productie en de distributie van drinkwater en vervolgens het transport, de zuivering en de lozing van gezuiverd afvalwater op het oppervlaktewater. Uitgangspunt is dat de verschillende onderdelen (waterwinning, transport en zuivering rioolwater en het oppervlaktewater) beter op elkaar worden afgestemd en meer gaan samenwerken. Beter samenwerken in de waterketen moet tevens leiden tot lagere kosten. Doelstelling is drieledig:

o het realiseren van een landelijke kostenbesparing van structureel in 2020 van €380 miljoen op de jaarlijkse kosten;
o het verminderen van de kwetsbaarheid;
o het vergroten van de kwaliteit van dienstverlening, beleidskeuzes en innovatievermogen.

Op de RWZI (RioolWaterZuivering Installatie) Olburgen wordt het afvalwater van de gemeente Doesburg, een deel van de gemeente Bronckhorst en een deel van de gemeente Rheden gezuiverd. Daarnaast gaat het afvalwater van het dorp Angerlo (gemeente Zevenaar) via het stelsel van Doesburg ook naar de RWZI in Olburgen. Dit is dan ook de reden dat Doesburg heeft gekozen voor een intensievere samenwerking binnen het in 2014 opgerichte AWT Olburgen (Afvalwaterteam). In het AWTO werken de gemeenten Rheden, Bronckhorst en Doesburg gezamenlijk met het waterschap Rijn en IJssel aan de doelstelling van het BAW 2011.

Doesburg heeft in 2016 Wateroverlast gehad door hevige regenval. Dit is aanleiding geweest om samen met de bewoners de klachten te inventariseren. Naar aanleiding van een quick scan, die is uitgevoerd om te kijken naar de mogelijkheden om wateroverlast in de toekomst terug te dringen, is het rioolstelsel doorgerekend en is een hemelwaterstructuurplan voor de binnenstad opgesteld. Aan de hand van de berekeningen en de hoogteligging van straten is in dit plan aangegeven hoe om te gaan met het regenwater. Afvoeren kan soms bovengronds via goten. In een andere situatie zal er een extra hemelwaterriool worden aangelegd. In de meeste gevallen wordt gestreefd naar het separaat inzamelen van de verschillende waterstromen.

Rood is een hoog liggend gebied en geel een lager gelegen gebied

Naar aanleiding van het hemelwaterstructuurplan zijn dit jaar een aantal projecten afgerond om de wateroverlast terug te brengen. Het betreft: • Het vervangen van het vuilwaterriool en aanleggen van regenwaterriool in de Windmolenstraat; • Het vervangen van het vuilwaterriool en aanleggen van regenwaterriool in de Hogestraat; • Het aanleggen van een regenwaterriool in de Koepoortstraat; • Het maken van een bodempassage in het Theo Colenbranderplantsoen. Tevens is er een regenwaterriool aangelegd in de Bergstraat, Gasthuisstraat en een gedeelte van de Meipoortstraat. Er is een start gemaakt met het aanleggen van een nieuw regenwaterriool en het vervangen van het vuilwaterriool in het Kerwinkelgebied (Ooipoortstraat, Kerkstraat en de Meipoortstraat). Ook zijn er rondom de PG woningen diverse aanpassingen van rioleringstelsel geweest om ervoor te zorgen dat het vuilwater en het regenwater van elkaar zijn afgekoppeld.

2.4 Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren met betrekking tot riolering zijn verwerkt in het WTPO.

C.3 Water

3.1 Het beleidskader

Water en ruimtelijke ordening zijn steeds meer met elkaar verweven. In het verleden werd water vooral geplooid naar de wensen van inrichters en gebruikers. Steeds vaker verschijnt waterproblematiek in de actualiteit. De hoogwatersituaties van de afgelopen jaren, maar ook verdrogingsverschijnselen, hebben aangetoond dat water een belangrijk aspect is bij ruimtelijke ordening. Daarom wordt water beter ingebed in ruimtelijke plannen. Ook vraagt klimaatverandering om ruimtelijke aanpassingen. Denk hierbij aan zeespiegelstijging, hogere afvoeren van rivieren en hevige regenbuien en perioden van droogte.

Het wateraspect moet men zo vroeg mogelijk betrekken bij ruimtelijke planvorming. Hiervoor is in 2003 de watertoets in het leven geroepen. Het is een wettelijke verplichting bij bestemmingsplan procedures. Het wettelijke kader is vastgelegd in het Besluit Ruimtelijke Ordening (BRO) van 2008. De watertoets is ook verplicht voor een omgevingsvergunning van een afwijkend bestemmingsplan. De watertoets omvat het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren,

afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen. Het gaat hierbij om zowel grond- als oppervlaktewater. De mogelijke gevolgen van een nieuwe ontwikkeling (veiligheid en wateroverlast, waterkwaliteit, verdroging, e.d.) moeten in beeld worden gebracht.

Met de komst van de Omgevingswet is de waterwet uit 2009 nagenoeg geheel opgenomen in het stelsel van de nieuwe Omgevingswet. Water zal daardoor meer integreren met andere aspecten van de fysieke leefomgeving. Daarbij vinden tal van aanpassingen plaats. Zo wordt de watervergunning een omgevingsvergunning en veranderen de regels voor lozingen. Voor projecten komt er een projectbesluit in plaats van het projectplan. Ook de ruimtelijke ordening gaat er anders uitzien. Zo worden bestemmingsplannen opgevolgd door het omgevingsplan en veranderen de procedures bij de omgevingsvergunning.

Waterbeheer was al geen zaak meer van één partij, maar wordt door de komst van de nieuwe omgevingswet een hecht samenspel van de verschillende disciplines. In toenemende mate zal de samenwerking met waterbeheerders als Rijkswaterstaat en het waterschap Rijn en IJssel intensiever worden. De “stedelijke wateropgaaf” vraagt in de toekomst nog meer onze aandacht. Water houdt zich immers niet aan gemeente- en nationale grenzen. Aandachtspunten zijn (en blijven) extra ruimte voor waterberging en het apart inzamelen van regenwater. De capaciteit van het rioleringsstelsel dient hierop afgestemd te worden zodat de veiligheid van onze burgers voor de toekomst is gewaarborgd.

Met ingang van 2015 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Deze richtlijn schrijft de waterkwaliteit voor van Europese wateren. Hiermee wordt de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa gewaarborgd en beschermd. Voor het bereiken hiervan is in Nederland een organisatie opgezet afgestemd op de stroomgebieden. Oost-Gelderland valt daarbij onder het stroomgebied Rijn-Oost wat loopt van Zuid Drenthe tot Arnhem. Ook Niedersachsen en Nordrhein-Westfalen behoren tot het stroomgebied Rijn-Oost.

Voor Doesburg zijn geen fysieke maatregelen nodig voor de KRW, omdat de vuilemissie vanuit de riolering al is aangepakt en er geen specifieke waterkwaliteitsdoelen gelden. Bronnen die nog wel aandacht vragen (m.b.t. de KRW) zijn het beleid voor bouwmaterialen, de wijze van onkruidbestrijding en het opsporen van "foutieve" aansluitingen (zie ook bij 3.3. Actuele ontwikkelingen) in de gescheiden rioolstelsels.

3.2 Het beheer
Het oppervlaktewater in de binnenstad (stadsgrachten), de Molenvelden en De Ooi is al geruime tijd in beheer bij het Waterschap Rijn en IJssel. Al deze wateren zijn in de periode 2005-2008 gebaggerd. Onder de Koepoortdijk is in 2010 een nieuwe (grotere) duiker aangebracht. De oude duiker was voor een deel ingestort en functioneerde niet meer. Om de doorstroming te verbeteren en kroosvorming terug te dringen heeft de beheerder, waterschap Rijn en IJssel, in 2012 een aantal maatregelen getroffen. Onder de B. Ubbinkweg is een nieuwe duiker aangelegd en is een verdeelwerk gemaakt die voor een betere waterverdeling van de stadsgrachten zorgt. In het Noordelijk Molenveld is op één locatie een zogenaamde kroosslurper aangebracht. De waterpartijen in Beinum zijn in 2007 in beheer bij het waterschap Rijn en IJssel gekomen.

In dit jaar is de doorstroming van de stadgrachten aanmerkelijk verbeterd door het aanleggen van vijf nieuwe duikers. Het betreft duikers die de stadsgrachten met elkaar verbinden. De nieuwe duikers zijn zodanig aangelegd dat in de toekomst kroosvorming zal afnemen. Door een grotere diameter kan het beheer efficiënter (minder verstoppingen) plaatsvinden. Hiermee is een een belangrijke stap gezet

in de verbetering van de doorstroming en het terugdringen van kroosvorming van het watersysteem in de binnenstad.

3.3 Actuele ontwikkelingen
Daar waar het watersysteem deel uit maakt van (verbeterd) gescheiden rioolstelsel vragen “foutieve” aansluitingen een speciale aandacht. Het gaat hier om het stelsel in Beinum en Campstede. "Foutieve" aansluiting zijn vuilwater huisaansluitleidingen aangesloten op het regenwatersysteem dan wel regenwaterleidingen die zijn aangesloten op het vuilwatersysteem. De eerste kunnen de waterkwaliteit in negatieve zin aantasten. De laatste zorgen er voor dat er te veel schoonwater naar de rioolwaterzuivering wordt afgevoerd.

Door het herstellen van "foutieve" aansluitingen op het regenwatersysteem komt er minder vuilwater in de vijvers. Daardoor zal de waterkwaliteit van het watersysteem verbeteren. Een onderzoek naar de "foutieve" aansluitingen voor het gebied Molengaarde en Leigraafseweg heeft in 2008 en 2009 plaatsgevonden. De primaire aanleiding was toen de overbelasting van het vuilwaterstelsel. De gevonden "foutieve" aansluitingen zijn hersteld.

In het kader van het verbeteren van de doorstroming en waterkwaliteit van de vijvers in Beinum is dit jaar het onderzoek naar foutieve aansluitingen verder uitgebreid. Met behulp van nieuwe technieken wordt dit onderzoek momenteel opgepakt. Waterschap en gemeente willen de komende jaren de doorstroming en de waterkwaliteit van de vijvers in Beinum verbeteren. Opheffen van foutieve rioolaansluitingen is hier een onderdeel van.

Daarnaast is samen met het waterschap en de bewoners het project “Beinum gaat naar buiten” opgestart. Met dit project wordt beoogd om het watersysteem en de groene ruimten in Beinum aan te passen en waar nodig te verbeteren.

Deltaprogramma
Het gaat hier om een nationaal programma wat jaarlijks wordt geactualiseerd. Rijksoverheid, provincies, waterschappen en gemeenten werken erin samen. Ook maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en organisaties met veel kennis over water zijn erbij betrokken. De kern van het programma is ons land in de toekomst beschermen tegen hoogwater en de zoetwatervoorziening op orde houden. Er is een deltacommissie en een deltacommissaris die verantwoordelijk is voor het opstellen en uitvoeren van het deltaprogramma. In het deltaprogramma wordt o.a. een nieuwe normering voor waterveiligheid ontwikkeld en uitgewerkt. De huidige overschrijdingskansnorm voor dijken wordt vervangen door een overstromingskansnorm op basis van een risicobenadering, waarbij de kans op een overstroming en het gevolg van een overstroming beide in beeld komen. Voor de toekomst kan dat betekenen dat dijkverhoging achterwege blijft maar dat er ruimtelijke maatregelen moeten worden genomen of dat de maatregelen rond een overstroming worden verbeterd waardoor de gevolgschade kan worden teruggebracht.

Deltaprogramma en Doesburg
Doesburg heeft samen met IJsselgemeenten uit de regio, de provincie en RWS gewerkt aan de zogenaamde voorkeurstrategie IJssel (VKS). Dit is een langetermijnperspectief, waarin op hoofdlijnen is aangegeven op welke wijze de regio wil anticiperen op de opgave van de hoogwaterveiligheid. De VKS IJssel is geen blauwdruk, maar meer een bouwsteen voor het Deltaprogramma Rivieren en het Nationaal Waterplan. Daarnaast geeft de voorkeursstrategie inzicht in de wijze waarop de regio denkt te anticiperen op de hoogwaterveiligheid. Door maatregelen per

tijdspad te duiden, zijn maatregelen op de korte termijn toekomstbestendig, en worden maatregelen op de lange termijn niet onmogelijk gemaakt.

De voorkeursstrategie is een dynamisch document en bestaat uit een mix van maatregelen. Dijken op orde brengen, piping aanpakken (lekkende dijken) het beschermingsniveau actualiseren i.p.v. kans benadering en de gevolgen van klimaatverandering opvangen.

3.4 Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
Onze 1.286 ha. grote gemeente bestaat voor ongeveer 107 ha. (8,3%) uit oppervlaktewater. Hiervan bestaat ongeveer 87% uit rivieren en kanalen en is in beheer bij derden (RWS en waterschap). De overige 13% bestaat uit stedelijk water (stadsgrachten etc.) wat in beheer is bij het waterschap Rijn en IJssel.

De zorg voor kwaliteit van het oppervlaktewater ligt primair bij de beheerder, het Waterschap Rijn en IJssel. Maar ook de gemeente speelt hier echter een rol in. Het betreft dan aspecten op het gebied van ruimtelijke ordening en doorstroming.

C.4 Groen

4.1 Het beleidskader
Het Groenstructuurplan 2013 en het Bomenbeleidsplan 2014 vormen het gemeentelijk beleidskader ten aanzien van het stedelijk groen en geven richting aan het na te streven eindbeeld. De gemeente Doesburg wenst via het Groenstructuurplan en Bomenbeleidsplan haar beleid aangaande het stedelijk groen nader te structureren in met name te ontwikkelen bebouwingslocaties. Beide beleidsplannen dienen een stelselmatige inrichting en doelgericht beheer van de Openbare Ruimte.

4.2 Het beheer
De visie voor het beheer van het openbaar groen moet zijn vastgelegd in een beleidsdocument waarin de structuur en kwaliteit zijn omschreven en een beheerplan waarin de uitvoering en de kosten worden verantwoord.  Een hulpmiddel hierbij is het gemeentelijke groenbeheersysteem. T.b.v. de uitvoering ”buiten“ zijn onderhoudsbestekken gemaakt die uitgaan van het beheer op “beeldkwaliteit”.
Ingaande 1 januari 2016 is het beheer van het openbaar groen ondergebracht bij Circulus en maakt dit werk onderdeel uit van de overeenkomst die de gemeente heeft met Circulus. Het toezicht op de uitvoering van het werk en de kwaliteit hiervan ligt bij team Leefomgeving. De uitvoeringsprogramma’s van het onderhoud hebben een belangrijke rol in het beheer van de openbare ruimte. De hoofdgroepen in het beheer kunnen als volgt worden omschreven:
•    groenbeheer door gemeente en Circulus middels een samenwerkingsovereenkomst.
•    het beheer van gazons, bermen door Circulus middels een samenwerkingsovereenkomst en sportvelden door aannemer middels uitbesteding
•    boombeheer door gemeente en groenaannemer middels uitbesteding.

4.3 Actuele ontwikkelingen
Via een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Doesburg en Circulus wordt momenteel het openbaar groen binnen de gemeente beheerd. De huidige populatie SW-medewerkers blijven werkzaam in Doesburg en er wordt fors uitvoering gegeven aan het begrip Social Return.
Het voorliggende beheerplan voorziet in een kwaliteitsslag in het centrum en de centra in de wijken. Hiervoor is in 2018 begonnen met het opstellen van een groenrenovatieplan voor alle wijken in de gemeente Doesburg. Vervolgens kan dit plan gefaseerd uitgevoerd gaan worden waarbij rekening gehouden wordt met het omvormen van groen, waar dit gewenst is, naar gazon dan wel vaste planten. In 2019 is besloten om het renovatieplan voor groen, alleen uit te voeren in de wijk Beinum. Hierdoor blijft het groen dat niet wordt gerenoveerd in de overige wijken een verhoogde onderhoudslast kennen. De weg zoals deze nu is ingezet, wordt in 2023 doorgezet. 
Bomen vormen een belangrijk onderdeel van onze groenstructuur. De gemeente heeft voor dit onderdeel een wettelijke zorgplicht. De achterstand in de onderhoudstoestand is in 2021 verder aangepakt door boomonderhoud in de wijk De Ooi. De inhaalslag wordt gecontinueerd om het bomenbestand naar het gewenste en vereiste kwaliteitsniveau te brengen. Wel is een groot gedeelte van de boomsoort essen aangetast door de essentaksterfte. Dat heeft vooral grote consequenties voor de essenlanen in het buitengebied. Momenteel is geen budget voorzien om de essenlanen te vervangen, wat tot hogere onderhoudslasten leidt.

4.4 Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
Het openbaar groen omvat ca. 53 hectare. Hiervan hoort ongeveer 2 hectare bij de voetbalvelden aan de Oranjesingel, waarvan één natuurgrasveld (dat wordt onderhouden door Gemeente Doesburg) en één kunstgrasveld (dat wordt onderhouden door Sportclub Doesburg). Effectief heeft de Gemeente Doesburg ongeveer 51 hectare openbaar groen in beheer. Het totale bomenbestand dat de gemeente in beheer heeft, beslaat afgerond 5.440 stuks

C.5 Gebouwen 

5.1 Het beleidskader 
De verordening voorziening onderwijshuisvesting vormt het beleidskader voor het beheer van onze schoolgebouwen. In Doesburg zijn 3 gebouwen in gebruik met een onderwijsbestemming. In 2019 werd het schoolgebouw aan de Begoniastraat 42b (locatie Ooi) niet meer gebruikt voor het onderwijs. De juridisch eigendom van het pand is inmiddels aan de gemeente overgedragen. Het schoolgebouw is in 2022 omgebouwd voor huisvesting van vluchtelingen uit Oekraïne. Er zijn 9 wooneenheden gerealiseerd voor totaal 51 personen.  De schoolbesturen zijn als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de uitvoering van het binnen- en buitenonderhoud aan de basisscholen. Zij ontvangen hiervoor rechtstreeks een rijksvergoeding. Op schoolgebouwen wordt onderstaand dan ook niet verder ingegaan. In november 2020 is, na instemming van 2 amendementen, de strategische koers voor het gemeentelijk vastgoed vastgesteld. Deze strategische koers, biedt een duidelijk kader voor de vraag waarom Doesburg vastgoed in haar bezit heeft.

De gemeente Doesburg heeft vastgoed in bezit: 

  • omdat het bijdraagt in het bereiken van beleidsdoelen. Bijvoorbeeld door huisvesting te bieden aan maatschappelijke activiteiten en organisaties; 
  • voor het verlenen van excellente dienstverlening aan onze burgers die bovendien laagdrempelig en goed toegankelijk is. We werken vanuit het principe één-loket voor alle vragen. Daar hoort bij één balie en ook goede werkplekken voor onze medewerkers en faciliteiten voor medewerkers van andere hulporganisaties;
  • om de historische waarden van de monumenten in eigendom te behouden, zowel op het gebied van de collectieve kwaliteit en aantrekkingskracht van de binnenstad als op het gebied van individuele monumentale gebouwen. 

De strategische koers is kader stellend, waardoor raad en college zicht hebben en houden op het lange termijnperspectief als zij keuzes maken over gebouwen. Ook investeringsbesluiten worden daardoor minder ad hoc genomen. Het meerjarig onderhoudsplan (MJOP) gemeentelijke gebouwen bevat het kader voor het beheer van het gemeentelijk vastgoed. In het onderhoudsbeheerplan wordt hoofdzakelijk uitgegaan van een kwaliteitsniveau 2. Dit kwaliteitsniveau staat gelijk aan goed onderhoud. Uitzondering hierop zijn de sportaccommodaties en het gebouw van de Harmonie hiervoor geldt momenteel kwaliteitsniveau 4, matige conditie. Het verouderingsproces heeft het element duidelijk in zijn greep. De functievervulling van elementen is incidenteel in gevaar. Het gebouw kan nog wel veilig en gezond in gebruikt worden genomen. Reden hiervoor is de strategische koers gemeentelijk vastgoed en de keuze die gemaakt wordt voor de sportaccommodaties. 

Het MJOP is in 2016 vastgesteld, het huidige onderhoudsplan dateert uit 2017, het MJOP wordt jaarlijks bijgewerkt en om de 4 jaar geactualiseerd. In 2021 zou de eerstvolgende actualisatie hebben moeten plaatsvinden, dat is echter niet gelukt. Er moest eerst nog een keuze gemaakt worden in de uitwerking Lijn-1 van de strategische koers (huisvestingsvraagstuk). Die keuze is eind 2022 gemaakt door een bestaand kantoorpand aan te kopen en te transformeren naar een multifunctioneel te gebruiken stadskantoor. Nu die keuze gemaakt is wordt gewerkt aan het opstellen van nieuwe MJOP's voor het overblijvende vastgoed van de gemeente. De actualisatie staat gepland voor de eerste helft 2023 en beloopt de periode 2023-2032. 

5.2 Het beheer 
Voor het beheer en technisch onderhoud van de gemeentelijke gebouwen wordt gebruik gemaakt van het eerdergenoemde MJOP. Dat is ondergebracht in een geautomatiseerd systeem. Dit dynamisch beheerprogramma geeft voor elk object afzonderlijk de beheersmatige informatie weer. Een MJOP is in de basis ook altijd een dynamisch document, dat jaarlijks op basis van de status van het object en het uitgevoerd onderhoud wordt bijgesteld. Naast het planmatig onderhoud wordt uitvoering gegeven aan contractonderhoud, meldingen storingen en klachten. Hiervoor is vanaf 2019 in het kader van het professionaliseren van het gebouwenbeheer externe deskundigheid ingehuurd. In 2022 is besloten het gebouwenbeheer onder te brengen bij Buha te Doetinchem. Hiervoor is een dienstverlening overeenkomst afgesloten waardoor gebouwenbeheer (structureel) professioneel is geborgd. 

5.3 Actuele ontwikkelingen 
Er is gewerkt aan een uitvoeringsprogramma op basis van de vastgestelde strategische koers gemeentelijk vastgoed. Vanuit dit programma worden de MJOP's herzien en gelijk ook wordt de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed hierin opgenomen. Het worden daarmee DMJOP's waarbij de "D” voor duurzaamheid staat. De DMJOP's worden in de eerste helft 2023 ter vaststelling aangeboden aan het college van burgemeester en wethouders. Daarna zal de gemeenteraad verzocht worden de financiële middelen hiervoor beschikbaar te stellen. Dit zal naar planning ook in de eerste helft 2023 plaatsvinden. 

Er loopt een onderzoek naar de herstructurering van de binnensportaccommodaties. Gevolg is dat er een keuze is gemaakt in de wijze van beheer van de huidige accommodaties. De sportaccommodaties worden om die reden beheerd op kwaliteitsniveau 4. 

Het stadhuis, met name het monumentale gedeelte, zou vanaf 2021 worden gerestaureerd en verduurzaamd. De vochtproblematiek aan de buiten muren zou worden opgelost. Hiervoor was een provinciale subsidie beschikbaar gesteld. De uitvoering moest uiterlijk oktober 2022 gereed zijn. De gemeentelijke investeringsbijdrage is hiervoor niet beschikbaar gesteld waardoor de subsidie is komen te vervallen. De verkregen subsidie is daarmee voor een deel terugbetaald aan de Provincie.  

Voor het instandhouden van de rijksmonumenten in eigendom van de gemeente is rijkssubsidie verkregen vanuit de stimuleringsregeling instandhouding monumenten (SIM). Deze SIM wordt om de 6 jaar geactualiseerd. Voor de toren van de Martinikerk is in 2022 een nieuwe subsidie ontvangen voor de periode 2023-2028. Voor de overige gebouwen loopt de SIM-subsidie in 2023 af, nieuwe aanvragen voor het stadhuis en het poortgebouw zijn in voorbereiding. 

In het kader van duurzaamheid wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het verduurzamen van het gemeentelijk vastgoed. De verduurzaming maakt onderdeel uit van de meerjarenonderhoudsplannen voor het gemeentelijk vastgoed. De DMJOP’s worden in de eerste helft 2023 vastgesteld. 

In 2022 is het kantoorpand Leigraafseweg 8 aangekocht voor de huisvesting van de ambtelijke- en bestuurlijke organisatie. Dit pand wordt getransformeerd naar een multifunctioneel te gebruiken stadskantoor waarin naast de gemeentelijke organisaties ook maatschappelijke organisaties, de bibliotheek en het streekarchief gehuisvest worden. De eerste fase voor het huisvesten van de ambtelijke en bestuurlijke organisaties is begin 2023 gereed. De tweede fase zal in de loop van het jaar 2023 gerealiseerd worden. 

5.4 Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren 

Gebouw  Adres   Bouwjaar  b.v.o . in?m²  Kwaliteitniveau  
Stadhuis Philippus Gastelaarsstraat 2 1475 3433 2
Stadskantoor Leigraafseweg 8 1997 3062 2
Stadswerf Parallelweg Den Helder 2 2017 832 2
Sporthal Breedestraat 39 1980 2719 4
Gymzaal Wilgenstraat 2 1973 491 4
Gymzaal Armgardstraat 2a 1976 491 4
Mauritskazerne Halve Maanweg 3 1994 1090 2
Stads- en streekarchief Nieuwstraat 4 1907 943 2
Jongerencentrum De Linie 2 2006 796 2
De Harmonie Burgemeester Nahuyssingel 2a 1970 338 4
Martinitoren Markt 2 1960 504 2
Poortgebouw Meipoortwal 3 1815 61 2
Baarhuisje Meipoortwal 3 1873 20 2
Grafmonument Meipoortwal 3 nb   5
Gebouw De Linie (huur) De Linie 4 (incl. bibliotheek) 2006 1279 2

 

C. 6 Openbare verlichting 

6.1 Het beleidskader
De openbare verlichting draag bij aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare situatie tijdens de duisternis (circa 4.100 uur per jaar = 47% van het jaar). Medio 2015 is het beleidsplan openbare verlichting vastgesteld en eind 2016 het beheerplan. De looptijd van beide plannen is tot 2024. In het vastgestelde beleid is onder andere besloten dat er zal worden gewerkt met beeldkwaliteiten, er speciale verlichting in de binnenstad wordt aangebracht en dat er zal worden gewerkt aan energiebesparing. In het beheerplan is beschreven hoe het beheer wordt vorm gegeven. Het betreft de exploitatielasten (met name energiekosten), publieke taak (o.a. beleidsontwikkeling), kort cyclisch onderhoud (dagelijks beheer en onderhoud) en lang cyclisch onderhoud (met name vervangingen).

6.2 Het beheer
Het beheer en onderhoud zijn afgestemd op het genoemde beleidskader. De gemeente is als wegbeheerder aansprakelijk voor schade aan de openbare verlichting, als deze niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Wettelijk is niet vastgelegd aan welke kwaliteit de openbare verlichting moet voldoen. Daarom is de “Richtlijn voor Openbare Verlichting ROVL 2011” van de NSVV (Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde) richtinggevend. Afwijken kan, mits gemotiveerd. In het beleidsplan is vastgesteld dat de gemeente t.a.v. de lichtsterkte afwijkt van de ROVL. Uitgangspunt is namelijk dat er wordt verlicht tot max. 70% van de norm, dit in het kader van duurzaamheid (minder energieverbruik/minder CO2 uitstoot).
Elke vier jaar besteed de gemeente het onderhoud aan de openbare verlichting aan, samen met andere gemeenten in de Achterhoek. Het raambestek omvat een periodieke controle op basis van klachtenregistratie, aan de hand waarvan kapotte lampen worden vervangen en andere kleine gebreken worden hersteld. Daarnaast zorgt dit bedrijf voor de noodzakelijke uitbreidingen en de instandhouding op de langere termijn.

6.3 Actuele ontwikkelingen
In 2017 is een vervangingsplan aan het bestuur voorgelegd, met als bijlage een uitvoeringsplan. De uitvoering is ook in 2017 gestart, in buurt De Ooi. Deze vervanging is in 2018 afgerond behoudens de PéGé-woningen. Ook is de verlichting langs de hoofdwegen in Doesburg inmiddels vervangen. In de komende jaren zullen ook op andere locaties masten en/of armaturen worden vervangen (door LED-verlichting).
In 2021 is besloten dat de verlichting in de binnenstad zal worden omgevormd naar klassieke verlichting, voor zover dat nog niet het geval is. Ook dit is onderdeel van eerder genoemd vervangingsplan.In 2022 is begonnen aan een plan hoe de omvorming vorm gegeven moet worden, dit plan zal in 2023 gereed zijn. Daarna kan aan de uitvoering worden begonnen.
De netbeheerder is verantwoordelijk voor het ondergronds netwerk, het zogenaamde gereguleerde domein. Hier hebben zich diverse malen storingen voor gedaan. De netbeheerder is hierop al eerder aangesproken, in Achterhoeks verband. In 2022 hebben zich geen noemenswaardige problemen voorgedaan.
Landelijk wordt gewerkt aan een nieuwe richtlijn ten aanzien van de openbare verlichting. Deze zal vermoedelijk invloed hebben op de inrichting van de openbare verlichting. Deze ontwikkeling zal nauwlettend worden gevolgd.

6.4 Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De omvang van het openbare verlichtingsnet binnen de gemeente bedraagt ongeveer 2.500 lichtmasten. In Doesburg staan een kleine 300 masten langs achterpaden, deze zijn eigendom van Woonservice IJsselland. Circa 4% van het geheel bestaat uit klassieke verlichting. Deze staan in de binnenstad. 
Het moment van in- en uitschakelen van de openbare verlichting wordt extern centraal geregeld. Dit betekent in de praktijk dat, wanneer de situatie daarom vraagt, de OV zal aan- dan wel uitgaan. Via de OV-kabel wordt een signaal meegezonden die zorgt voor de aan- en uitschakeling van de gehele openbare verlichting in Doesburg. De verlichting, wordt in de nachtelijke uren (van 19:00 tot 06:00 uur) gedimd.
Het energieverbruik is gedaald, ondanks dat het aantal lichtmasten de laatste jaren is toegenomen. Dit is met name toe te schrijven aan het toenemende gebruik van energiezuinige armaturen. Dit resulteert in een afname van het gemiddelde energieverbruik per lichtpunt.

C. 7 Speelgelegenheid

7.1 Het beleidskader
Tot op heden wordt gewerkt met de door de gemeenteraad vastgestelde beheervisie (2007-2009), waarin onder andere verschillende onderhoudsniveaus zijn vastgesteld. In 2017 heeft een evaluatie van het speelbeleid plaatsgevonden. De output is gebruikt voor het in 2018 vastgestelde beleidsplan. Met het vaststellen van het beleidsplan is ook besloten eerst een pilot uit te voeren met dit beleid. Na aanleiding van de pilot zal waar nodig het beleidsplan aangepast worden en vervolgens zal het beheerplan worden opgesteld.
Het WAS (Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen) is in 1997 inwerking getreden en stelt eisen aan de producent en beheerder van speeltoestellen. De hoofdeis voor de beheerder luidt: de beheerder van een speeltoestel dient er voor te zorgen dat het toestel zodanig is geïnstalleerd, gemonteerd en zodanig is beproefd, geïnspecteerd en onderhouden en zodanig van opschriften is voorzien, dat er bij gebruik geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van personen bestaat.

7.2 Het beheer
Het beheer en onderhoud dient te voldoen aan de door de gemeenteraad vastgestelde beleidskaders, waaronder genoemde wet- en regelgeving. Om daaraan te voldoen is het beheer als volgt vorm gegeven:
•    Publieke taak, bestaande uit onder andere:
       - beleidsontwikkeling, advisering en procesmanagement;
•    Dagelijks onderhoud, onder andere bestaande uit: 
       -  controleren op zichtbare gevaren, herstel van vernielingen en kleine gebreken, bijhouden ondergronden en bijhouden van gegevens in beheersoftware;
•    Kort cyclisch onderhoud, onder andere bestaande uit:
       - verven van toestellen en vervangen zand van in zandbakken, frequente inspecties van speeltoestellen, -aanleidingen en ondergronden (met vastlegging van de resultaten in de beheersoftware), uitvoeren van                       hieruit voortvloeiende reparaties indien dit noodzakelijk is:
•    Lang cyclisch onderhoud, bestaande uit:
       - vervangen van (grote onderdelen van) speeltoestellen, -aanleidingen en ondergronden.

7.3 Actuele ontwikkelingen 
In 2022 hebben de speeltoestellen de jaarlijkse inspectie ondergaan. Waar nodig zijn reparaties met betrekking tot veiligheidsrisico’s uitgevoerd. In 2018 is een nieuw beleidsplan opgesteld. Met het vaststellen van het beleidsplan is ook besloten eerst een pilot uit te voeren met dit beleid. Na aanleiding van de pilot zal waar nodig het beleidsplan aangepast worden en vervolgens zal het beheerplan worden opgesteld.
Het beleidskader is een vertaling van de geldende wet- en regelgeving onderdeel. De belangrijkste zijn:
•    Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS), voorheen Besluit Veiligheid Attractie- en Speeltoestellen (BVAS);
•    NEN-EN 1176;
•    NEN-EN 1177.

7.4 Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De gemeente verzorgt van 49 speelgelegenheden het beheer, onderhoud en vervanging. Het aantal toestellen op die speelgelegenheden bedraagt op dit moment 357 stuks.

Paragraaf D | Financiering

Paragraaf D | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf D | Financiering

Bij financiering gaat het om de vraag hoe de gemeente regelt dat ze steeds voldoende geld heeft om alle rekeningen te kunnen betalen. Dreigt ze tijdelijk te weinig ‘in kas’ te hebben, dan moet ze lenen. Heeft de gemeente tijdelijk teveel ‘in kas’, dan is ze verplicht dit geld uit te zetten bij de Staat middels schatkistbankieren. Al deze activiteiten leiden ertoe dat de gemeente een financieringsportefeuille heeft. Die moet worden beheerd om de kosten en risico’s te beperken. De kaders voor de uitoefening van de treasuryfunctie zijn door de raad bepaald in de financiële verordening . Deze kaders zijn door het college verder uitgewerkt in een treasurystatuut dat februari 2019 is geactualiseerd. De uitoefening van de treasuryfunctie die is opgedragen aan het college van B&W behelst op hoofdlijnen de navolgende activiteiten:

    • het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de Raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;
    • het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s (indien van toepassing);
    • het zo veel mogelijk beperken van de kosten van eventuele leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;
    • het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Beleidsvoornemens t.a.v. risicobeheer
In het kader van risicobeheer worden de navolgende uitgangspunten gehanteerd:

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is bedoeld om het renterisico te beperken met betrekking tot kortlopende financiering (netto vlottende schuld). Het geeft de limiet aan die maximaal gefinancierd mag worden met kort geld en bedraagt 8,5% van de totale lasten bij aanvang van het begrotingsjaar 2022.

 

2022

Begrotingstotaal 36.864.778
Percentage regeling 8,50%
Kasgeld limiet 3.133.778

In 2022 is er geen sprake geweest van kortlopende financiering en zijn de uitgaven uit eigen middelen betaald.  De gemiddelde netto vlottende middelen waren positief en  bedroegen per kwartaal:

Netto vlottende middelen  
1e kwartaal 1.748
2e kwartaal 6.801
3e kwartaal 10.771
4e kwartaal 5.057

Renterisiconorm
 De renterisiconorm is bedoeld om het renterisico op langlopende leningen te beperken als gevolg van tussentijdse rente aanpassingen en herfinanciering van langlopende leningen. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt blijven wij ruimschoots binnen de limiet. Ultimo 2022 staat er 1 langlopende lening open van € 2,4  miljoen waarop jaarlijks € 600.000 wordt afgelost.

Begroot
(1) Renteherzieningen 0
(2) Aflossingen 600.000
(3) Renterisico (1+2) 600.000
(4) Renterisiconorm 7.372.956
(5a)=(4>3) Ruimte onder renterisiconorm 6.772.956
(5b)=(3>4) Ruimte boven renterisiconorm
Berekening renterisiconorm
2022
(4a) begrotingstotaal (uitgaven excl. Primair resultaat) 36.864.778
(4b) percentageregeling 20%
(4)=(4a x 4b/100%) Renterisiconorm 7.372.956

Verstrekken van leningen en garanties
Bij het verstrekken van leningen op grond van de publieke taak worden zo mogelijk zekerheden of garanties geëist. In het treasurystatuut van de gemeente Doesburg zijn de volgende criteria opgenomen voor het verstrekken van leningen en garanties:

  • De door de gemeente te financieren zaken moeten nodig zijn in het kader van de uitvoering van een publieke taak in de gemeente. Dat wil zeggen dat ze moeten passen binnen en bijdragen aan het   gemeentelijk beleid en het openbaar belang. Tevens moet er met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend.
  • De te financieren zaken moeten essentieel zijn voor het voortbestaan of het in voldoende mate kunnen functioneren van de aanvrager (functionaliteitscriterium).
  • De te financieren zaken moeten in overwegende mate ten goede komen aan de inwoners van de gemeente.
  • Een lening wordt niet verstrekt indien de te financieren zaken niet voldoende zekerheid bieden voor verhaal van rente en aflossing van de te verstrekken garantie of lening. Dit betekent dat in geval de te financieren zaak een onroerende zaak is, het recht van hypotheek wordt verleend.

Een overzicht van de verstrekte leningen en garanties is opgenomen bij de toelichting op de balans.

Het uitzetten van overtollige kasmiddelen
Door het Rijk is bepaald dat het uitzetten van overtollige geldmiddelen uitsluitend mag geschieden bij het Rijk zelf, het zogenaamde Schatkistbankieren.

Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitende leningen te verstekken, aan te gaan of te garanderen in euro's.

Koersrisicobeheer
De gemeente maakte bij uitzettingen uitsluitend gebruik van rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito's, obligaties en garantieproducten. Op dit moment is dit niet meer aan de orde vanwege de verplichting tot schatkistbankieren.

Ontwikkeling financieringsstructuur
De ontwikkeling van de financieringsstructuur was in 2022 als volgt:

31-12-2021 31-12-2022
Boekwaarde investeringen 22.816.498 26.041.646
Uitgeleende langlopende geldleningen 5.138.307 4.931.012
A: Totaal te financieren vaste activa 27.954.805 30.972.658
Algemene reserve 7.257.644 4.491.463
Bestemmingsreserves 18.351.680 20.711.908
Voorzieningen 1.689.234 2.770.720
opgenomen langlopende geldleningen 0 2.400.000
B: Totaal voor financiering beschikbare vaste passiva 27.298.558 30.374.091
(B-A) Financieringssaldo (+ is overschot; -/- is tekort) -656.247 -598.567
tekort tekort
Rentekosten verbonden aan de financieringsfunctie
In de jaarrekening 2022 zijn de navolgende rentebaten en lasten verwerkt, die zijn verbonden aan de financieringsfunctie:
Externe rentelasten korte en lange financiering 15.456
Externe rentebaten 48.360
Totaal renteresultaat 32.904
Bij een nadelig renteresultaat worden de rentelasten d.m.v. de renteomslag-methode toegerekend aan de verschillende programma's. In 2022 is het saldo echter positief.

Paragraaf E | Bedrijfsvoering

Paragraaf E | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf E | Bedrijfsvoering

Doesburg en haar bedrijfsvoering
In 2022 hebben we ons in de bedrijfsvoering vooral gericht op het onderzoek naar het gastheerschap, het versterken van de uitvoeringskracht van onze organisatie in een steeds krapper wordende arbeidsmarkt, de ambtelijke huisvesting en het verder op orde krijgen van een aantal beheersmatige processen en integraal samenwerken. Langs deze lijnen zullen we ook de verantwoording afleggen over 2022.

Gastheerschap
Doesburg wil zijn uitvoeringskracht versterken op de inhoudelijke speerpunten van onze Toekomstvisie en ons apparaat hier goed op toerusten door slim samen te werken. De focus ligt hierbij op de samenwerking met de partners in de Groene Metropool. In 2021 is een onderzoek afgerond waaruit bleek dat het gastheerschap met één van de partners uit de Groene Metropool, een goede optie is. In 2022 is daarom aan het bureau Twynstra en Gudde gestart het gastheerschap vorm te gaan geven. Het college van B&W heeft besloten over het te doorlopen proces en hierover de raad geïnformeerd. In 2023 worden verdere stappen hierin gezet en resultaten geboekt waarin de raad ook wordt meegenomen.

Versterken uitvoeringskracht in een krapper wordende arbeidsmarkt.
Zoals in veel sectoren is ook voor gemeenten de arbeidsmarkt veranderd. De schaarste aan personeel begonnen we vooral in 2022 goed te merken. Medewerkers kunnen eenvoudig van baan veranderen, gaan in een andere keuken kijken en/of een hoger salaris verdienen. De schaarste doet zich voor op veel terreinen. Denk bijvoorbeeld aan consulenten, beleidsrollen, vergunningen, belastingen, beheertaken, inkoop en financiële functies, ICT en informatie. 
Het lukte in 2022 Doesburg niet meer om alle rollen zomaar te bemensen. Dit was dan ook een reden om bijvoorbeeld alle VTH taken over te dragen aan de ODRA. We zagen echter ook de inhuur toenemen. Een voorbeeld hiervan is het team Belastingen dat we vanaf 2022 bijna geheel door inhuur bemensen. We zijn in 2022 een onderzoek gestart om te kijken hoe we op korte termijn hiermee verder mee moeten in afwachting van de resultaten van het gastheerschap.
Het gebeurt vaker dan voorheen dat vacatures langer openstaan (en door inhuur moeten worden opgevuld) en er meerdere procedures moeten worden doorlopen. Ook zien we dat het aantrekken van nieuwe medewerkers vaak niet past binnen ons bestaande loongebouw. Gemeenten in de omgeving betalen hogere lonen voor hetzelfde werk en er is sprake van een sterke werknemersmarkt waarin stevig wordt onderhandeld. 
We zijn ons bij de werving van kandidaten meer gaan richten op het werven op competenties en het vermogen om te (willen) leren, dan het instap klaar zijn voor een functie en het hebben van gemeentelijke ervaring. Dit vraagt om extra begeleiding en opleiding. Vaker dan voorheen worden bij de aanstelling opleidingstrajecten afgesproken.
Doesburg is een kleine gemeente waar je breed wordt ingezet en veel kunt leren van gemeenteland. We hebben korte lijnen en werken voor een mooie stad waar politiek en inwoners dichtbij zijn. Als medewerker ben je niet één van de vele radartjes in het geheel. Dat zijn onze grote voordelen als werkgever. In 2022 zijn we deze feiten meer gaan gebruiken in onze werving- en selectieprocedures. Dat werkt positief en levert bovendien enige verjonging op in ons personeelsbestand.

Ambtelijke huisvesting
In 2022 deed zich vrij onverwacht de kans voor het kantoorpand aan de Leigraafseweg 8 te kopen en hiervan een stadskantoor te maken. Bovendien was het mogelijk een aantal maatschappelijke partners ook van huisvesting te voorzien. En kunnen verschillende gemeentelijke gebouwen worden afgestoten. Na een korte voorbereiding heeft de raad in september 2022 besloten de koop aan te gaan en zijn de voorbereidingen voor de verhuizing meteen gestart. Het pand moest op een aantal punten worden aangepast. De daadwerkelijke verhuizing vindt plaats in twee delen (februari en zomer 2023). Hierna is de ambtelijke organisatie weer duurzaam gehuisvest. In 2022 is de voorbereiding gestart voor het opstellen van scenario’s voor de herbestemming van de leegkomende gemeentelijke panden. Dit loopt door in 2023.

Beheer op orde
Op diverse manieren is gewerkt aan het verder op orde brengen van beheer en processen. 

Juridische Zaken
In 2022 is stevig ingezet op de informele aanpak bij afhandeling van bezwaren. Dat betekent dat bij binnenkomst van bezwaren goed naar de juistheid van de oorspronkelijke besluitvorming wordt gekeken of de bezwaarde wordt gebeld en er overlegd wordt over de inhoud van het bezwaar. Van de 26 binnengekomen bezwaren in 2022, zijn er dan ook maar 9 uiteindelijk door de commissie bezwaarschriften behandeld en 2 worden er in 2023 nog behandeld. In de overige gevallen heeft de informele aanpak geleid tot het intrekken van het bezwaar, het meteen herzien van het primaire besluit of het treffen van een informele oplossing. We merken dus dat beduidend meer zaken eerder en zonder juridische gang worden opgelost.
In 2022 is ook gestart met het voorbereiden van basis trainingen Gemeentewet en Algemene wet Bestuursrecht en subsidieverstrekking voor medewerkers. Deze trainingen zijn in 2023 van start gegaan en geven de medewerkers een goed begrip van de juridische en bestuurlijke context waarin zij werken.
Informatie en automatisering, veiligheid en privacy
In 2022 is een enorme slag gemaakt met het op orde brengen van het papieren archief. Er is uitgezocht wat (tijdelijk) moet worden bewaard en wat in 2022 al kon worden vernietigd. Ook is gewerkt aan het archiefwaardig overdragen van gemeentelijke documenten aan het Streekarchief SALD. In het digitale archief zijn de zoekwoorden voor documenten (metadatering) verbeterd. Hierdoor kunnen we opgeslagen documenten makkelijker vinden. Deze actie blijft vooralsnog nodig. 
In 2022 is de update van het Informatieveiligheidsbeleid opgepakt. Dit ligt ter besluitvorming voor in 2023. Informatieveiligheid is in 2022 ingebed in de P&C cyclus. Vanuit het samenwerkingsverband ICT Samen zijn verdere maatregelen genomen. Zo is er een beveiligingsspecialist in dienst genomen en worden de ICT systemen 24/7 gemonitord op verdachte activiteiten.
Ook hebben we deelgenomen aan het project Troje, een nulmeting naar onze informatieveiligheid op initiatief van de provincie Gelderland. Net als uit onze gehouden eigen acties bleek dat we bewustzijn, kennis en alertheid moeten blijven triggeren op dit gebied omdat veel veiligheids- en privacy issues worden veroorzaakt door menselijk falen. 
In 2022 werden in Doesburg 4 veiligheidsincidenten en 6 datalekken geregistreerd. We hebben geen ernstige datalekken hoeven aanmelden bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Bij ICT Samen zijn afgelopen jaar 233 kwetsbaarheidsmeldingen binnengekomen, die allemaal onderzocht zijn. Op 50 meldingen zijn (technische) mitigerende maatregelen genomen. 

Communicatie
Direct na corona zijn er weer allerlei communicatie-activiteiten geweest voor bijeenkomsten, bezoeken en evenementen enzovoort die weer plaats vonden. Ook participatiebijeenkomsten konden na 2 jaar weer normaal doorgang vinden.
Sinds 2022 kunnen onze inwoners op www.onsdoesburg.nl ook digitaal meepraten over allerlei vraagstukken in Doesburg. In het eerste jaar is er gebruik van gemaakt voor onder andere de herinrichting van de Koppelweg, de flexwoningen aan de Kraakselaan, Centrum ‘Hart van Beinum’ en buurtje Wemmesweerd. De bedoeling is dat dit digitale participatie platform ook in het sociale domein wordt ingezet. Ook bekijken we hoe Ons Doesburg de wijkraden in hun rol verder kan ondersteunen.

Financiën
Financiën, budgethouders -en beheerders hebben in 2022 de handen ineen geslagen om diverse budgetten te verhelderen en waar nodig op orde te brengen. Dit is ook vertaald in de administratie.
De uitvoering van de verplichtingenadministratie is stop gezet omdat de beschikbare digitale applicaties te veel administratieve rompslomp met zich mee  brengen en lte weinig opleveren. 

Inkoop 
In 2022 is het inkoop- en aanbestedingsbeleid en het inkoopproces geüpdatet. In 2023 zal dit ter besluitvorming voorliggen. Het inkoopproces zal strakker dan voorheen worden georganiseerd. 
Ook is een start gemaakt met de aanbestedingen van divers categorieën personele inhuur (bijvoorbeeld de ingenieursdiensten). Dit wordt in 2023 afgerond en hiermee gaan we voldoen aan rechtmatigheidseisen op dit gebied, 

Integraal samenwerken 
Het sociale domein bij de gemeente is weer als één domein gaan werken waarin beleid en uitvoering dicht bij elkaar zitten en hun werk afstemmen. In het nieuwe stadskantoor zullen ook sociale partners gehuisvest zijn. Deze fysieke nabijheid moet leiden tot een nog gemakkelijkere afstemming en toegankelijke dienstverlening. Ook in het fysieke domein werken beleid en uitvoering nauwer met elkaar samen. Ook de bedrijfsvoeringsfuncties worden vaker aan de voorkant betrokken. Juiste en tijdige afstemming tussen beleid en uitvoering en tussen de pijlers van de Toekomstvisie blijven om aandacht vragen.

Paragraaf F | Verbonden partijen

Paragraaf F | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf F | Verbonden partijen

In deze paragraaf vindt u een lijst met partijen waarmee de gemeente Doesburg banden is aangegaan ter behartiging van bepaalde publieke belangen. Het gaat hierbij om privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke organisaties, waarin Doesburg een financieel en een bestuurlijk belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake indien er zeggenschap bestaat uit hoofde van stemrecht dan wel vertegenwoordiging in het bestuur van de organisatie. Van een financieel belang is sprake als een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat. Ook als er financiële aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt, is er sprake van een financieel belang. De toelichting op de verbonden partijen vindt u in desbetreffende programma’s.

Lijst met verbonden partijen
Hieronder volgt een lijst met de partijen verbonden aan de gemeente  Doesburg verdeeld naar gemeenschappelijke regelingen, stichtingen/verenigingen en coöperaties/vennootschappen.

Gemeenschappelijke regelingen
Verbonden partij Vestigingsplaats
Groene Metropool regio Arnhem- Nijmegen Arnhem
Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Arnhem
Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg Zevenaar
Omgevingsdienst Regio Arnhem Arnhem
Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen (DRAN) Arnhem
Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Domein Centraal-Gelderland (MGR) Arnhem
Euregio Rijn-Waal Emmerich
Stichtingen/Verenigingen
Verbonden partij Vestigingsplaats
Coƶperaties/Vennootschappen
Verbonden partij Vestigingsplaats
BNG Bank Den Haag
Alliander Arnhem
Vitens Utrecht
Circulus-Berkel B.V. Zutphen
Voor nadere inhoudelijke informatie over de verbonden partijen wordt u verwezen naar de verschillende programma's. Hierin wordt onder ander stil gestaan bij de visie, beleidsvoornemens en wordt de financiƫle positie van de verbonden partijen nader uiteengezet.

Paragraaf G | Grondbeleid

Paragraaf G | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf G | Grondbeleid

1. Samenvatting
Teruggeblikt wordt op de verschillende in gang gezette ontwikkelingen, de gemeentelijke grondposities, en in hoeverre de gemeentelijke investeringen in lijn zijn met de verwachtingen. 
De particuliere woningbouw in Beinum West is nagenoeg gerealiseerd. Eén bouwkavel moet nog worden verkocht. Wanneer dit in 2023 gaat gebeuren, kan snel daarna dit grondbedrijfproject administratief worden afgesloten met waarschijnlijk een positief eindresultaat, iets waar het lange tijd niet naar uit heeft gezien. Over het andere grondbedrijfproject: Koppelweg 20-22 valt te vermelden dat in het najaar van 2022 de woonkavels zijn verkocht aan de beoogde ontwikkelaar. De verwachting is dat de woningen rond september 2023 worden opgeleverd, waarna in opdracht van de gemeente de openbare ruimte rondom de woningen wordt ingericht.
De stand van zaken van deze twee projecten wordt naast tien andere projecten besproken in hoofdstuk 5. Omdat op het merendeel van de ontwikkelingslocaties woningbouw wordt gerealiseerd, wordt in hoofdstuk 4 kort het woonbeleid aangestipt en worden de afspraken die hierover binnen de stadsregio zijn/worden gemaakt kort toegelicht. De schaarste aan woningen vraagt van gemeenten -waar mogelijk- woningbouw te versnellen, maar ook -waar mogelijk- méér te bouwen dan alleen voor de lokale woningbehoefte. De bijdrage van Doesburg zal bescheiden zijn en naar inschatting voor de komende jaren zich beperken tot enkele honderden woningen. 


2. Inleiding
In deze paragraaf wordt primair verantwoording afgelegd van de in gang gezette ontwikkelingen op gemeentelijke gronden over 2022, en secundair over de stand van zaken met betrekking tot herontwikkeling en herinrichting op gronden, waarvan de gemeente niet eigenaar is. We hebben het dan over initiatieven van derden, die door de gemeente worden gefaciliteerd. Op die locaties waar we als gemeente een grondpositie hebben, gaat de gemeentelijke inbreng verder dan het stellen van randvoorwaarden en het verlenen van de nodige vergunningen. Op gronden in eigendom staat de gemeente zelf ‘aan de lat’ voor het bouw- en woonrijpmaken. De wijze waarop hier verder uitvoering aan wordt gegeven kan variëren van een actieve grondexploitatie tot het sluiten van zogenaamde anterieure overeenkomsten met potentiële bouwers en ontwikkelaars. In al deze gevallen gaat het om de gemeente die acteert als ondernemer, waarvoor de spelregels zijn vastgelegd in de BBV en in gemeentelijk grondbeleid. Daarnaast dienen ontwikkelingen te voldoen aan wettelijke bepalingen zoals vastgelegd in bestemmingsplan en de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Voor het gemeentelijk grondbeleid wordt verwezen naar de Nota Grondbeleid 2008. Zie hiervoor: https://www.doesburg.nl/grondbeleid
Het merendeel van de ontwikkelingen in voorbereiding en in uitvoering is terug te voeren op het gemeentelijk woonbeleid, zoals vastgelegd in de Woonvisie 2017-2022. Zie hiervoor: https://www.doesburg.nl/woonvisie-doesburg-2017-2022/. Hoewel het woonbeleid strikt genomen buiten de reikwijdte valt van wat in deze paragraaf verantwoord dient te worden, besteden we hier wel aandacht aan. Het woonbeleid kan namelijk niet los worden gezien van het grondbeleid, waar het betreft het toevoegen van nieuwe woningen, waarvoor gronden moeten verworven. 
De verschillende ontwikkelingslocaties zijn onderverdeeld in zogenaamde grondbedrijfprojecten en niet-grondbedrijfprojecten. Voorwaarde voor grondbedrijfprojecten is dat de gemeente zelf eigenaar is van de grond en zij de geprognosticeerde kosten en opbrengsten moet verantwoorden in financiële grondexploitaties (GREX’en). Waar het vroeger gangbaar was dat gemeenten gronden aankochten voor woningbouw om daarmee volledige ‘grip’ te houden op wat wordt gebouwd is dat met de huidige Wro minder noodzakelijk. De Wro biedt gemeenten mogelijkheden om grondeigenaren, bouwers en ontwikkelaars woningen te laten bouwen volgens een vastgesteld gemeentelijk woningbouw-programma. Afspraken over het bouwprogramma en over de kwaliteit van de aan te leggen openbare voorzieningen worden in een zo vroeg mogelijk stadium schriftelijk vastgelegd in bijvoorbeeld een intentieovereenkomst. 

3. Stand van zaken met betrekking tot de verschillende ontwikkelingen

3.1 Resultaatverwachting grondbedrijf projecten (2):

Bijgestelde resultaatverwachting Beinum West
vermoedelijk jaar van realisatie 2023

Bedragen x 1.000 2022
2021
verschil
duiding
Kosten     € 7.471 € 7.520 € 49 uiteindelijke kosten worden lager ingeschat
Opbrengsten     € 7.600 € 7.520 € 33 uiteindelijke opbrengsten worden lager ingeschat
Saldo € 116 € 47 €69 Het geprognosticeerde bedrijfsresultaat lijkt nu vrijwel alle kosten en opbrengsten zijn gerealiseerd nog iets gunstiger uit te pakken.
 Gerealiseerd K   99%  96%  3% Resterende kosten betreffen met name het bouwrijp maken van de laatste bouwkavel voor de realisatie van vier starterswoningen.
Gerealiseerd O 99%   93% 6% In 2022 is één bouwkavel verkocht.
  • De lagere kosten laten zich verklaren door een voorspelbare uitvoering van het bestek voor het woonrijp maken van de Strijp-De Kilder, waardoor zich niet tot nauwelijks onvoorziene zaken hebben voorgedaan.
  • De hogere grondopbrengst laat zich met name verklaren doordat één koopgarantwoning door de corporatie is verkocht, waarover volgens afspraak een nabetaling over de grond heeft plaatsgevonden (€ 28.000).
  • Lange tijd werd als gevolg van de financiële crisis nog vanuit gegaan dat Beinum-West zou afsluiten met een negatief resultaat van € -100.000 (zoals verantwoord in de GREX, 5de wijziging van juni 2018). 


Bijgestelde resultaatverwachting Koppelweg 20-22
vermoedelijk jaar van realisatie 2024
 

Bedragen x 1.000  2022 2021   verschil  duiding
Kosten € 710 € 710     €  0  De kosten zijn grotendeels gebaseerd op offertes en op basis hiervan verleende opdrachten. Er is geen aanleiding om de hierop gebaseerde geprognosticeerde kosten bij te stellen 
Opbrengsten € 1.249  € 1.249 € 0 De grondopbrengsten zijn gerealiseerd conform de hierover gemaakte contractafspraken.
Saldo     € 539 € 539  € 0  
 Gerealiseerd K  59%  42%  17%  De in 2022 gerealiseerde kosten hebben met name betrekking op het bouwrijp maken van de ontwikkelingslocatie.
Gerealiseerd O 100%   0%   100%   In 2022 zijn de woonkavels verkocht voor de afgesproken prijs, zoals is opgenomen in de GREX, 1e wijziging van 25 mei 2022. 


3.2 Financiële stand van zaken van de niet-grondbedrijf-projecten  

Niet – grondbedrijf-projecten (bedragen x € 1.000)

nr  projectnaam d.d.  krediet saldo duiding
3 Sluyswachter 27-6-2018 € 23 € 46 In 2021 kon een netto grondopbrengst worden bijgeschreven van € 47.000 als gevolg van de verkoop van een perceel gemeentegrond (Koppelweg 14). De resterende kosten bedragen circa € 5.000 en hebben betrekking op de overdracht van de openbare ruimte. Dit vindt waarschijnlijk in 2023 plaats.
4 Centrum Beinum  4-11-2021 € 145 €107 Voorbereidingsbudget is opgenomen in Programmabegroting 2022-2025
5 Halve Maanweg 31-10-2019 € 50 € 27 Uitvoeringsbudget uit Programmabegroting 2020-2023. In de IBB van 2020 is het budget overgeheveld naar 2022, restant wordt overgeheveld naar 2023. Dit is nodig omdat de aanleg van de parkeerplaatsen rondom de nieuwbouw volgt op de oplevering van het wooncomplex. De aanleg ervan heeft vertraging opgelopen
6 Bloemenbuurt (PeGe) 19-12-2019      € 1.660       € 504 Project is in 2022 afgesloten. Van het restantbedrag vloeit een deel terug naar het budget Watertakenplan (€ 330.000) 
7 Schoollocatie De Ooi        Herontwikkeling van deze schoollocatie wordt voorlopig niet opgestart. In 2022 is de school ingericht voor tijdelijke huisvesting van Oekraïners.
8 Turfhaven   30-11-2017  € 163  € 86 Uitgaven zijn gereserveerd voor o.a. het invoeren van een nieuw betaalsysteem in de passantenhaven.
9 Vitale Binnenstad  19-12-2019  € 4.400 € 2.063     Voor de herinrichting van de winkelstraten, de uitbreiding van locatie De Bleek en voor de herinrichting van de Kloostertuin t.h.v. Supermarkt AH moeten in 2023 e.v. nog  kosten worden gemaakt. Voor deze drie projecten is er een resterend budget beschikbaar van respectievelijk: € 836.000 € 60.500  en € 163.000. 
10 Project Flora 23 23-08-2022 € 60 € 59 Gelijktijdig met vastgesteld projectplan is besloten om € 60.000 aan planvoorbereidingskosten beschikbaar te stellen voor het opnieuw inrichten van de openbare ruimte rondom de nieuw te bouwen woningen.

 

3.3 De financiële risico’s

Algemeen risico:
Met betrekking tot de financiële risico’s van de twee genoemde grondbedrijfprojecten houden we in de berekening van het weerstandsvermogen rekening met een algemeen risico van 20% van de boekwaarde van de grexen. Zie tevens onderstaand kader.

Projectspecifieke risico’s:
Ten aanzien van de projectspecifieke risico’s worden in de grexen afzonderlijk rekening gehouden met stelposten dit om mogelijke tegenvallers binnen de grex op te kunnen vangen. Zo wordt er een post onvoorzien opgenomen, die aan het begin van het ontwikkelingsproces hoog is en naar mate meer kosten zijn gerealiseerd qua bedrag afneemt.
Algemene risico’s bouwgrondexploitaties en weerstandsvermogen:
Bij het opstellen van grondexploitaties wordt ingespeeld op mogelijke risico’s. Gedurende de uitvoering van het project kunnen echter risico’s manifest worden die vooraf niet of niet juist zijn ingeschat. Dit kan met name het geval zijn bij exploitaties die zich over een langere periode van meerdere jaren uitstrekt. De risico’s kunnen worden onderverdeeld in gebied gerelateerde risico’s (bodem, archeologie e.d.) en marktrisico’s (economische ontwikkelingen, maatschappelijke ontwikkelingen e.d.). Het risicobedrag wordt grofweg ingeschat op 20% van de boekwaarde van de diverse complexen per enig jaar.

4. De woningbouwontwikkelingen

4.1 Het woningbouwprogramma
Het merendeel van de hierboven genoemde ontwikkelingen heeft betrekking op woningbouw. In hoofdstuk 5 wordt op de te onderscheiden ontwikkelingen nader ingegaan. Woningbouwinitiatieven worden getoetst aan de in 2018 vastgestelde Woonvisie 2017-2022 en aan de meest recente cijfers over de bevolkings- en huishoudensamenstelling. Bedoeling is om in 2023 een woon(zorg)visie op te stellen op basis van 1) de nieuwste woningbouwprognoses en 2) de ambitie om te komen tot een (meer) evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat volgens de vastgestelde Toekomstvisie Doesburg 2040. 

4.2 Verstedelijkingsstrategie Groene Metropool
Stadsregio Arnhem Nijmegen en regio Food Valley werken eendrachtig aan de Verstedelijkings-strategie Groene Metropool. De strategie draait om het faciliteren van de groei in de regio, én het tegelijkertijd versterken van de leefkwaliteit. Voor de (middel)lange termijn beschrijft de strategie de voorwaarden en principes om te komen tot groei van wonen en werken. Deze groei moet bijdragen aan het versterken van mobiliteit, leefbaarheid en landschap. Daarbij is het voortdurend zoeken naar de juiste balans tussen enerzijds stedelijke ontwikkeling (er moeten tot 2040 circa 100.000 woningen worden bijgebouwd), en anderzijds een ontspannen leefkwaliteit, dit onder het motto: “Meer landschap, meer stad”. 
In het najaar van 2022 hebben alle regiogemeenten ingestemd met het Verstedelijkingsakkoord Verstedelijkingsstrategie Arnhem Nijmegen Foodvalley. Dit akkoord vormt de basis voor een langjarige samenwerking tussen Rijk, provincies, waterschappen, regio’s en regiogemeenten. Het vormt de basis voor het maken van afspraken met het Rijk over te nemen concrete maatregelen; investeringen in onder andere mobiliteit en infrastructuur om daarmee de woningbouwopgaven in onze regio in “goede banen” te kunnen leiden 
De rol van Doesburg in het bouwen van extra woningen is vanwege zijn ligging en zijn beperkte uitbreidingsmogelijkheden bescheiden. Tot 2030 gaat het naar verwachting om enkele honderden toe te voegen woningen. 

4.3 Huisvestingsverordening Doesburg 2024
De huisvestingsverordening 2020 expireert 31-12-2023. Omdat er nog steeds sprake is van schaarste aan corporatiewoningen is in het verslagjaar besloten om een nieuwe regionale huisvestingsverordening op te stellen. De voorbereidingen hiervoor zijn medio 2022 gestart. Begonnen is met een evaluatie van de huidige verordening. Hiervoor zijn naast meetbare resultaten gemeenten, corporaties en woningzoekenden bevraagd naar hun ervaringen en om te komen met eventuele verbetervoorstellen.  Al sinds 2007 worden in de woningmarktregio Arnhem-Nijmegen alle vrijkomende woningen van de woningcorporaties op dezelfde manier verdeeld. Met de verordening wordt op regionale schaal schaarse woonruimte op een rechtvaardige, uniforme  en transparante wijze verdeeld.

4.4 Woondeal 2.0
In 2020 zijn gemeenten binnen de Groene Metropoolregio, provincie Gelderland en Rijk een langjarig partnerschap aangegaan voor een beter werkende woningmarkt. Aanleiding was de constatering dat de regio in de top 3 van regio’s met het hoogste woningtekort stond, de woonopgaven boven-gemiddeld zijn en de uitvoering onder druk staat. Recent uitgevoerd regionaal woningbehoefte-onderzoek herbevestigen dat de woonopgave het lokale niveau overstijgt. In 2022 is de opvolger van de eerste woondeal voorbereid. Hierin is opgenomen dat gemeenten vanaf 2025 in hun nieuwbouwplannen tenminste 30% sociale huurwoningen moeten opnemen en minimaal 35% van de nieuwbouwwoningen moeten bestaan uit middenhuur en betaalbare koop (tot € 355.000). Maar ook dient een deel van deze betaalbare koopwoningen specifiek beschikbaar te komen voor lagere inkomens. Daarbij hoort dan een maximale koopsom van € 250.000. 

4.5 Prestatieafspraken Wonen
In de jaarlijks met Stichting Woonservice IJsselland te maken Prestatieafspraken Wonen worden de te behalen doelen op de aspecten: Bereikbaarheid & betaalbaarheid, Duurzaamheid, Zorg (en welzijn) en Leefbaarheid. De afspraken worden getoetst aan  het gemeentelijk woonbeleid, zoals vastgelegd in woonvisie en de in 2021 vastgestelde toekomstvisie voor Doesburg 2040. Vierjaarlijks vindt er met de corporatie een formeel bestuurlijk overleg plaats. Tijdens deze besprekingen worden actuele zaken besproken, waaronder de voortgang in de verschillende projecten, zoals opgenomen in de prestatieafspraken. 

5. De projecten
5.1 Beinum West
In het verslagjaar is de laatste bouwkavel voor particulier opdrachtgeverschap verkocht. Op een resterende incourante bouwstrook van circa 600 m2 is in 2021 een koopovereenkomst gesloten met een ontwikkelaar die op deze strook vier starterswoningen gaat bouwen. De planvoorbereidingen kosten de initiatiefnemer meer tijd dan aanvankelijk door hem ingeschat. Hierdoor kon de verwachting om in 2022 de bouwkavel te verkopen niet worden waargemaakt. Dit wordt nu zeer waarschijnlijk 2023. 

  Aantal onverkochte kavels op1-1-2022 Aantal onverkochte kavels per 31-12-2022 Aantal nog niet opgeleverde woningen op  kavels op 1-1-2022 Aantal nog niet opgeleverde woningen op  kavels op 31-12-2022
Fase 1 excl. Het Erf 00 van 29 00 van 29 01 van 29 00 van 29
Het Erf   01 van 02 01 van 02 04 van 05 04van 05
Fase 2 (De Strijp, De Kilder  01 van 23   00 van 23   04 van 23  01 van 23 
 Totalen  2 van 54 01 van 54 09  van 58 05 van 58


  
5.2 -5.3  Koppelweg e.o.
De Havenmeester
In 2022 is bouwgrond in bouwrijpe staat verkocht aan de beoogde ontwikkelaar. Op deze voormalige locatie van de Stadswerf verrijzen 13 meergeneratiewoningen. Eind 2022 is gestart met de bouw. Naar verwachting zullen de woningen in het vierde kwartaal van 2023 worden opgeleverd, waarna in opdracht van de gemeente de openbare ruimte (straten, groenperkjes et cetera) wordt ingericht.

De Sluyswachter
Iets verderop op een voormalige bedrijfslocatie aan de Koppelweg worden 55 koopwoningen gerealiseerd; 15 eengezinswoningen zijn in 2022 opgeleverd. De kopers van de 40 appartementen krijgen in de eerste helft van 2023 de sleutel uitgereikt. Nadat voor rekening van de ontwikkelaar de openbare ruimten zijn ingericht worden deze overgedragen aan de gemeente, die vanaf dat moment het beheer en onderhoud op zich neemt. 

Herinrichting Koppelweg
De woningbouw vraagt om een herinrichting van de Koppelweg. De planvoorbereidingen hiervoor zijn in het najaar van 2022 opgestart. Om te beginnen is aan de bewoners gevraagd welke aandachtspunten voor de nieuwe inrichting de ontwerpers mee willen geven. Er komt in ieder geval een voetpad. Ook worden wegdek en wegfundering, daterend uit de jaren ’60 vervangen, én de weg wordt waarschijnlijk ingericht als een 30km-weg, iets wat ook duidelijk de voorkeur heeft van de nieuwe bewoners.  
 
5.4 Centrumplan Beinum
De gemeente wil van het huidige centrum van Beinum een plek maken tot een plek waar men graag komt. Een aantrekkelijk centrumgebied biedt de inwoners van deze wijk kans op contact en ontmoetingen met andere buurtbewoners wat de leefbaarheid ten goede komt.
In het gebied liggen op dit moment veel opgaven en kansen op het gebied van leefbaarheid, voorzieningen, verkeersveiligheid & parkeren, klimaatadaptatie en onze woningbouwopgave. Zo dient het toekomstige ontwerp in ieder geval ruimte te bieden aan het toevoegen van appartementen, een uitbreiding van de supermarkt, het verbeteren van de verkeersveiligheid en vooral in te zetten op het verbeteren van de leefbaarheid in het gebied. 
In 2022 heeft het project Hart van Beinum in het teken gestaan van vele groepsgesprekken, straatinterviews, ruim 200 ingevulde enquêtes en een wijkfestival in de sporthal Beumerskamp. Dit leidde tot de ‘Nota van Uitgangspunten’, een lijst met randvoorwaarden voor het nieuwe centrum van Beinum. Afgelopen november heeft de gemeenteraad deze uitgangspunten vastgesteld waarna in januari gestart is met de ontwerpfase. Het streven is om in december een definitieve ontwerp, inclusief een onderbouwing van de financiële en ruimtelijke haalbaarheid voor het nieuwe ‘Hart van Beinum’, aan de gemeenteraad voor te leggen.
 
5.5 Halve Maanweg
Bedoeling was om in het vierde kwartaal van 2022 het aan de Halve Maanweg verrezen appartementencomplex op te leveren. De levering van stroom waarvoor de capaciteit van het netwerk moet worden uitgebreid heeft vertraging opgelopen. Thans is het streven om in januari 2023 de sleutels uit te reiken.  In het eerste kwartaal van 2023 worden rondom de nieuwbouw in opdracht van Stichting WIJ 30 gratis bezoekersparkeerplaatsen aangelegd, met daarnaast 2 x 10 parkeerplaatsen op de nabijgelegen locaties Mauritsveld en De Linie. Met deze vijftig extra parkeerplaatsen wordt door de corporatie een toezegging uit 2003 ingelost. De extra parkeerplaatsen dragen bij aan de ambitie om de binnenstad autoluw te maken (zie hiervoor 5.9; Project Vitale Binnenstad). 

5.6 Herstructurering Bloemenbuurt (Vervanging PeGe-woningen)
De rondom de hier gebouwde nieuwe woningen is in opdracht van de gemeente de openbare ruimte aangepakt, onder gelijktijdige renovatie/vervanging van de riolering. Deze werkzaamheden zijn in het voorjaar van 2022 afgerond.

5.7 Schoollocatie Horizon De Ooi
Met ingang van het schooljaar 2019-2020 is basisschool Horizon De Ooi opgeheven. Om verpaupering van het leegstaande gebouw te voorkomen is een vastgoedbeschermer gecontracteerd. In 2022 is het schoolgebouw beschikbaar gesteld als woonruimten voor Oekraïners. Dit heeft ervoor gezorgd dat de transformatie van deze locatie tot woonlocatie voor onbepaalde tijd is uitgesteld.  

5.8 Turfhaven
De eigenaren van de GTW-loods in de Turfhaven transformeren deze loods in fasen tot een toeristisch recreatieve verblijfsplaats. De haven en camperplaatsen blijven voorlopig geëxploiteerd worden door de gemeente. De haven kampt vanaf de oprichting met een exploitatietekort. In het verslagjaar hebben wij ons georiënteerd op de wijze waarop de haven het beste kan worden geoptimaliseerd met als doel het jaarlijks tekort op de exploitatie te doen verminderen. Een eerste aanzet hiertoe is gegeven door op korte termijn toe te werken naar een ander beter toegankelijk betaalsysteem. Hiervoor is in het verslagjaar alvast de verordening op het innen van lig-, sta- en kadegelden aangepast. In 2023 wordt het nieuwe betaalsysteem ingevoerd. 
 
5.9 Vitale binnenstad
Met het project Vitale Binnenstad waarvoor een investeringskrediet beschikbaar is gesteld, hebben we als doel gesteld de aantrekkelijkheid van de binnenstad te behouden en te versterken voor zowel bezoekers als bewoners. Het gaat dan in grote lijnen om het opwaarderen van het kernwinkelgebied en het opnieuw inrichten van de aangrenzende parkeerplaats Kloostertuin. In het verslagjaar is gestaag gewerkt aan de herinrichting van de winkelstraten. Dit gebeurt in meerdere fasen, waarbij rekening wordt gehouden met het toeristenseizoen; in die periode wordt niet gewerkt. Verwachting is dat medio 2023 de laatste fase kan worden afgerond. De Kloostertuin is grotendeels opnieuw ingericht. Wat resteert is de openbare ruimte grenzend aan de supermarkt van AH. Dit wordt opgepakt nadat de supermarkt is uitgebreid. Wanneer deze uitbreiding ter hand wordt genomen is op dit moment niet duidelijk, wel zijn hierover principe-afspraken gemaakt met de eigenaar van AH. 

5.10 Project Flora 23
In het verslagjaar is voor de vervanging van 59 gedateerde PéGé-woningen in wijk De Ooi de stedenbouwkundige kaders vastgesteld, en er is met initiatiefnemer Stichting Woonservice IJsselland een samenwerkingsovereenkomst gesloten, onder andere inhoudende dat de corporatie een bijdrage levert in het opnieuw inrichten van de openbare ruimte rondom de woningen. Dit opnieuw inrichten is nodig omdat de woningen met het oog op de gewenste variatie in woningtypes anders op de locatie worden gepositioneerd. De te vervangen woningen bevinden zich aan de Betulastraat, Notenstraat en op locatie Ribesstraat-Prunusstraat-Van Tuijlplein. Bij de opnieuw en idealiter duurzaam klimaat-adaptief in te richten openbare ruimte wordt gelijktijdig de riolering, daterend uit de jaren ’60 (deels) vervangen, en er wordt een apart riool voor de afvoer van regenwater aangelegd.  De corporatie streeft ernaar om in het vierde kwartaal van 2023 te starten met de eerste fase woningbouw. We hebben het dan over de Betulastraat en Notenstraat, waarvoor met inbreng van bewonerscommissie en omwonenden 

5.11 Project Wemmersweerd
In 2022 hebben er gesprekken plaatsgevonden met de eigenaar van 5,5 hectare bouwland in Beinum Noordwest. Eigenaar is ontwikkelaar Roosdom Tijhuis uit Rijssen (Ov), die jaren geleden deze grond, grenzend aan de wijk “Wemmersweerd” om strategische reden heeft aangekocht. Met deze ontwikkelaar is contact gelegd om te bezien hoe alhier woningbouw kan worden gerealiseerd, en hoe met deze locatie invulling kan worden gegeven aan de door u vastgestelde Toekomstvisie Doesburg 2040; “het streven naar een meer evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat.” In het verslagjaar is met de ontwikkelaar een intentieovereenkomst gesloten, inhoudende dat ontwikkelaar en gemeente samen onderzoek doen naar de ruimtelijke en financiële haalbaarheid. In gezamenlijke opdracht is een stedenbouwkundig bureau gecontracteerd, die met inbreng van stakeholders waaronder omwonenden een ontwikkelingsplan gaat opstellen. De tussenproducten worden gepubliceerd op www.onsdoesburg.nl, een digitaal platform waar een ieder over de ontwerpuitgangspunten zijn mening kan geven.   

5.12 Flexwoningen Kraakselaan
Om versneld woningen te bouwen voor starters en statushouders is in het verslagjaar een overeenkomst gesloten met Stichting Woonservice IJsselland om op basis van een tijdelijke vergunning 15 flexwoningen te plaatsen op een perceel gemeentegrond gelegen aan de Kraakselaan. Over dit plan is in een zo vroeg mogelijk stadium een informatiebijeenkomst voor omwonenden georganiseerd. Met de opbrengst van deze bijeenkomst is een schetsplan uitgewerkt en zijn er haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd op ruimtelijk en financieel gebied. Deze haalbaarheids-onderzoeken, maar ook de voorwaarden waaronder gemeentegrond uiteindelijk geleverd wordt aan de corporatie zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst (getekend op 9 december 2022).
Streven is om rond 1 oktober 2023 de sleutels uit te reiken aan de toekomstige bewoners. Hieraan voorafgaand moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd en verleend op basis van de Crisis- en herstelwet. Gebruikmakend van deze wet kan een vergunning worden verleend voor een periode van 20 jaar. 

Paragraaf H | Wet Open Overheid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wet Open Overheid (Woo)
In de Wet Open Overheid is bepaald dat bestuursorganen zich moeten verantwoorden in de begroting en de jaarrekening hoe zij rekening houden met de met de bepalingen uit deze wet in beleid en uitvoering. De Woo is sinds 1 mei 2022 van kracht en is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
De Woo gaat uit van het recht op informatie van de inwoner dat de overheid actief openbaar maakt of op aanvraag kan verstrekken. Daarom moet de overheid, volgens de Woo, haar informatie zodanig op orde brengen, beheren en ontsluiten dat altijd en tijdig de juiste informatie kan worden gevonden of op aanvraag kan worden verstrekt. Er is een gefaseerde invoering van te publiceren documenttypen per informatiecategorie. De fasering moet nog officieel worden vastgesteld bij Koninklijk Besluit. Op welke platforms documenten worden gepubliceerd is nog onduidelijk. 

Woo en Doesburg
We zijn in 2022 gestart met het inventariseren wat er volgens de WOO moet gebeuren. Hiervoor zijn seminars en trainingen gevolgd. Op dit moment is vanuit de wetgever nog steeds niet op alle punten helder wat in welke fase van de invoering moet worden opgeleverd. In Doesburg is het standpunt ingenomen dat we de uitgangspunten van de WOO volgen en deze geleidelijk aan zullen invoeren.  In 2022 zijn, zoals gevraagd, twee medewerkers als WOO functionaris benoemd. Zij houden zich naast hun reguliere takenpakket, bezig met de invoering van een aantal WOO zaken en zijn aanspreekpunt.  Ook is er anonimiseringssoftware aangeschaft om openbaar te maken stukken gemakkelijker te kunnen ontdoen van persoonsgegevens. Het gebruik van de software wordt in 2023 in gebruik genomen. In 2023 gaan we verder met de uitrol. Het grip krijgen op informatiebeheer om tijdig en juist te kunnen publiceren is urgent maar gebeurt nog maar mondjesmaat omdat hiervoor middelen en menskracht ontbreken.