Algemene technische uitgangspunten

Algemene technische uitgangspunten

Terug naar navigatie - Algemene technische uitgangspunten

Voorgesteld wordt bij de samenstelling van de programmabegroting 2023-2026 behoudens relevante specifieke begrotingsvoorstellen 2023-2026 in principe de navolgende algemene uitgangspunten te hanteren:

> IJkpunt
De programmabegroting 2023-2026 wordt opgesteld op basis van het tot en met de kadernota 2023 vastgestelde beleid en dus inclusief de bij de kadernota 2023 gehonoreerde begrotingsvoorstellen 2023-2026.

> Materieel sluitende begroting
Het uitgangspunt is een structureel sluitende meerjarenbegroting.

> Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
De programmabegroting 2023-2026 wordt opgesteld conform de wet- en regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

> Onvoorzien
De post onvoorzien wordt evenals voorgaande jaren gesteld op een vast bedrag van € 15.000.

> Rentepercentages
In de begroting 2023 worden mede op basis van de actuele rentetarieven van de BNG (mei  2022) de navolgende rentepercentages gehanteerd:

  • Financieringstekort (rentelast kasgeld 1 maand) 2,45%
  • Financieringsoverschot (rentebaat deposito 1 maand) 0%
  • Rente eigen financieringsmiddelen (bespaarde rente) 0%
  • Rente lang geld (lineair 25 jaar) 1,89%

> Algemene uitkering uit het gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt in de begroting 2023-2026 geraamd op basis van de mei circulaire 2022 en de aantallen maatstaven, zoals hierna opgenomen onder het hoofdstuk "Maatstaven algemene uitkering gemeentefonds".

> Algemene prijsstijgingen
Ten aanzien van de in de begroting 2023 op te nemen ramingen wordt ten opzichte van de actuele ramingen 2022 op basis van het Centraal Economisch Plan (CEV) van het Centraal Plan Bureau (CBP) uitgegaan van een algemene prijsstijging van 5%. Dit percentage is inclusief een inhaalcorrectie over 2022 van 4,1% (nieuwe raming CEP) minus 1,4% (nullijn maatregel 2022) = 2,7%.

> Verbonden partijen
De bijdragen aan verbonden partijen worden gebaseerd op de meest actueel beschikbare begrotingen van deze partijen.

> Salarislasten eigen personeel
De huidige CAO loopt op 1 januari 2023 af. Op basis van het CEV van het CPB wordt ten opzichte van de ramingen in de begroting 2022 rekening gehouden met 6,9%. Dit is inclusief een inhaalcorrectie 2022 van 4,8% (nieuwe raming CEP) minus 1,2% (meegenomen in de begroting 2022) = 3,6%.  

> Belastingopbrengsten
Bij de raming van de opbrengst van de gemeentelijke heffingen wordt, m.u.v. de rioolheffing en de precario op ondergrondse kabels en leidingen, rekening gehouden met een algemene stijging van 5,95%. Dit is een gewogen gemiddelde van de prijsstijgingen (gewicht 50%) en de salarisstijgingen (gewicht 50%). Ook de opbrengst van de toeristenbelasting en de parkeerheffing wordt op dit percentage gebaseerd. De opbrengst van de rioolrechten wordt gebaseerd op het Watertakenplan.

> Constante prijzen
De meerjarenramingen 2023-2026 worden gebaseerd op basis van het prijspeil per 1 januari 2023 en opgesteld in constante prijzen.

> Kapitaallasten nieuwe investeringen
Bij de berekening van de kapitaallasten van nieuwe investeringen wordt voor wat betreft de rentecomponent uitgegaan van de begrote marktrente van lang geld te weten 1,89%. De afschrijvingslast wordt op basis van artikel 9 van de financiële verordening 2020 bepaald en begroot met ingang van het dienstjaar volgend op het jaar waarin de investering gerealiseerd wordt.

> Subsidies en inkomensoverdrachten
In het BBV wordt nader onderscheid gemaakt tussen subsidies en inkomensoverdrachten. De subsidies en inkomensoverdrachten voor 2023 worden geraamd op basis van het niveau van 2022, vermeerderd met het inflatiepercentage.

> Stortingen in voorzieningen
De stortingen in de voorzieningen worden gebaseerd op de meest actuele beheerplannen.

> Saldering reserves
De dotatie en onttrekking van enkele bestemmingsreserves gebeurt op begrotingsbasis budgettair neutraal (dotatie gelijk aan onttrekking) of op basis van een realistische planning (bestemmingsreserve kapitaallasten). Op rekeningbasis wordt op basis van het werkelijke saldo gedoteerd, dan wel onttrokken.

Het gaat hierbij om de volgende bestemmingsreserves:

  • bestemmingsreserve kapitaallasten.
  • bestemmingsreserve rehabilitatie wegen.
  • bestemmingsreserve groot onderhoud kapitaalgoederen.

> Toerekening apparaatslasten en urenverdeling
Apparaatslasten worden toegekend aan taakvelden en aan te activeren investeringen. De verdeling van salariskosten zal in de begroting 2023-2026 worden verwerkt op basis van de meest actuele gegevens.

> Dividend
Het dividend wordt geraamd op basis van het gemiddelde gerealiseerde dividend over de afgelopen jaren.