Financieel perspectief

Financieel perspectief

Terug naar navigatie - Financieel perspectief

Onderstaand treft u op basis van de huidige inzichten een overzicht aan van het formele en materiële begrotingsperspectief 2023-2026 met daarin verwerkt de financiële consequenties van de begrotingsvoorstellen 2023-2026:

Financieel perspectief: 2023 2024 2025 2026
Formeel saldo tot de kadernota 2023 29.833 -16.691 -37.770 150.840
Begrotingsvoorstellen 2023-2026 (incidenteel en structureel) -22.035 -111.243 -150.408 -128.734
Formeel saldo tot en met de kadernota 2023 7.798 -127.934 -188.178 22.106
Geraamde incidentele baten en lasten tot de kadernota 2023:
Post onvoorzien (de post onvoorzien wordt tot de incidentele lasten gerekend) 15.000 15.000 15.000 15.000
Professioneel vastgoedbeheer (IA 2021-2024) 30.000
NME (amendement IA 2021-2024 2.500
Geraamde incidentele baten en lasten in de kadernota 2023 / begrotingsvoorstellen 2023-2026:
Geen
Materieel saldo tot en met de kadernota 2023 55.298 -112.934 -173.178 37.106

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

Het materiële saldo bevat uitsluitend de structurele baten en lasten. In het formele saldo zijn naast de structurele baten en lasten ook de incidentele baten en lasten meegerekend. Het materiële saldo geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is om de structurele lasten te dekken met structurele baten. Een sluitend c.q. positief materieel saldo is voor de provincie Gelderland een belangrijke voorwaarde  om in aanmerking te komen voor repressief toezicht.

Repressief toezicht houdt in dat de begroting en begrotingswijzigingen direct uitgevoerd kunnen worden (rechtskracht krijgen), zonder afhankelijk te zijn van een voorafgaande goedkeuring van het college van Gedeputeerde Staten. Ingeval van preventief toezicht is die voorafgaande goedkeuring wel nodig.

Er is altijd sprake van repressief toezicht als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

De begroting is structureel en reëel in evenwicht.
De structurele baten dekken ieder jaar de structurele lasten en de ramingen zijn realistisch. Als de begroting niet structureel en reëel in evenwicht is, dan moet aannemelijk zijn dat dit evenwicht uiterlijk in het laatste jaar van de meerjarenraming tot stand wordt gebracht.
De jaarrekening en begroting zijn op tijd ingezonden.
De jaarrekening vóór 15 juli van het jaar volgend op het verslagjaar en de begroting vóór 15 november van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar.

Meerjarenperspectief is inclusief een ingeboekte algemene taakstelling voor budget verruimende maatregelen sluitend
Het materiële saldo van de kadernota 2023 is in meerjarenperspectief "positief". Om dit te bereiken,  en zoals ook toegelicht in het onderdeel begrotingsvoorstellen 2023-2026,  hebben we wel een "nieuwe" taakstelling voor budget verruimende maatregelen ingeboekt met een minimale omvang van 800k. Dit bedrag komt dan bovenop de reeds bestaande taakstelling van 250k. In totaliteit gaat het dus om 1.050k om de begroting op basis van bestaand beleid sluitend te kunnen krijgen. De komende periode gaan wij gebruiken om deze taakstelling te vertalen naar concrete maatregelen, zodat deze uiterlijk bij de aanstaande begroting 2023-2026 ter besluitvorming aan uw raad kunnen worden voorgelegd.

Effecten mei circulaire niet verwerkt
Op het moment van het opstellen van de kadernota 2023 was de mei circulaire gemeentefonds 2022 nog niet verschenen. Uiteraard worden de financiële effecten van de mei circulaire 2022 conform de algemene technische uitgangspunten wel in de komende begroting 2023-2026 verwerkt. Indien blijkt dat de effecten van de mei circulaire van significante betekenis zijn voor ons financieel perspectief 2023-2026, zoals uiteengezet in deze kadernota, zullen we uw raad daarover tijdig informeren.