Paragrafen

Voortgang activiteiten

Paragraaf A | Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf A | Lokale heffingen

Paragraaf A | Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf A | Lokale heffingen

Inleiding
In deze paragraaf geven wij inzicht in de tarieven en de inkomsten met betrekking tot de lokale heffingen. De lokale heffingen vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. De inkomsten worden voor het merendeel opgebracht door inwoners en voor een kleiner deel door bedrijven. De heffing vindt plaats op basis van verordeningen die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. 

De lokale heffingen bestaan uit het totaal van belastingen, rechten en (bestemmings-)heffingen. 

  • Belastingen: de inkomsten uit belastingen zijn niet gelabeld en kunnen daarom voor alle gemeentelijke taken en/of voorzieningen worden ingezet. Voorbeelden zijn de onroerendezaakbelasting (OZB) en toeristenbelasting 
  • (Bestemmings-)heffingen: worden geheven voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. De inkomsten kunnen uitsluitend besteed worden aan die specifieke taak of voorziening waarvoor de heffing is opgelegd. Voorbeelden zijn de afvalstoffen- en rioolheffing. Voor deze heffingen geldt dat de gemeente niet meer in rekening mag brengen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt.
  • Rechten: worden geheven voor diensten die geleverd worden aan een individuele aanvrager. Rechten worden ook wel leges of retributies genoemd. Voorbeelden zijn het aanvragen van een rijbewijs, het aanvragen van een omgevingsvergunning en de lijkbezorging. Bij het heffen van rechten gelden beperkingen: er mag geen winst gemaakt worden op de diensten en voor een aantal diensten heeft de rijksoverheid een maximumtarief bepaald. 

In de paragraaf lichten we de volgende onderdelen toe: 

  1. Het beleid.
  2. De inkomsten uit lokale heffingen en de kostendekking.
  3. Kwijtschelding.
  4. De lokale lastendruk.

Het beleid

De gemeenteraad bepaalt via verordeningen welke gemeentelijke lokale lasten inwoners betalen alsook de hoogte van de tarieven.  De verordeningen voor het jaar 2024 zijn in december 2023 door de raad vastgesteld. De tarieven voor de lokale heffingen zijn in 2024 gemiddeld met 4,55% verhoogd ten opzichte van 2023.

Bij de afvalstoffenheffing en rioolheffing is het uitgangspunt 100% kostendekkenheid. Eventuele voor- en nadelen worden via de egalisatievoorziening vereffend.  

Voor 2024 gelden de volgende tarieven:

  2023 vastgesteld 2024 vastgesteld
Onroerendezaakbelasting eigenaren woning 0,1192% 0,1209%
Onroerendezaakbelasting eigenaren niet-woning 0,2210% 0,1952%
Onroerendezaakbelasting gebruiker 0,1613% 0,1314%
Afvalstoffenheffing per perceel € 239,45  € 239,45
Afvalstoffenheffing per aanbieding diftar diftar
Rioolheffing per m3 € 2,45 € 2,55

 

Overzicht lokale heffingen

Terug naar navigatie - Overzicht lokale heffingen

Overzicht lokale heffingen en geraamde inkomsten

De lokale heffingen bestaan uit belastingen en rechten. De belastingen dienen ter dekking van de algemene uitgaven van de gemeente en zijn in principe vrij besteedbaar. De rechten dienen ter dekking van de kosten die de gemeente maakt voor individuele dienstverlening aan de burger en zijn dus niet vrij besteedbaar.
In onderstaand overzicht zijn de gerealiseerde cijfers voor 2024 opgenomen. Ter vergelijking zijn ook de cijfers vermeld uit de begroting 2024 (na wijziging).

Omschrijving
Begroting
Realisatie
Leges (excl. leges omgevingsvergunning)
216.036
351.142
Parkeerheffingen
566.055
575.300
Lig-, haven- en kadegelden
76.458
71.755
Marktgeld
4.557
3.680
Afvalstoffenheffing
1.650.849
1.769.483
Rioolheffing
1.055.209
1.119.134
Lijkbezorgingsrechten
74.247
67.648
Leges omgevingsvergunning
124.232
435.609
Onroerendezaakbelastingen
2.388.176
2.386.242
Hondenbelasting
57.348
51.030
Precariobelasting
24.862
27.671
Toeristenbelasting
408.006
484.831
Roerende-zaakbelastingen
2.016
2.981
Reclamebelasting
53.739
56.825
TOTAAL
6.701.790
7.403.332

Belastingen

Terug naar navigatie - Belastingen

Belastingen 
De gemeente kan alleen een belasting heffen als de wet daar de bevoegdheid toe geeft. De opbrengsten van de algemene belastingen komen ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten vrij te besteden zijn. Het gaat om de onroerende zaakbelastingen, toeristenbelasting, hondenbelasting, parkeerbelasting en reclamebelasting. 
 
Onroerende zaakbelasting
Onroerende zaakbelastingen (OZB) zijn de belastingen op de waarde van een woning of bedrijf. Voor woningen mag alleen een eigenarenbelasting in rekening worden gebracht. Op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wordt ieder jaar van elk object de waarde vastgesteld. Deze waarde vormt de grondslag voor de berekening van de OZB aanslagen. Ontwikkelingen in de waarde als gevolg van de jaarlijkse herwaardering worden gecompenseerd via het tarief.  Stijgt de waarde dan moeten de tarieven neerwaarts worden bijgesteld om de opbrengst niet meer te laten stijgen dan de inflatiecorrectie.  De opbrengsten zijn conform de verwachting bij de IBB.In 2024 vond er een verschuiving plaats van inkomsten uit niet-woningen naar inkomsten uit woningen.

Parkeerbelasting
Parkeerbelastingen worden geheven voor:
a.   een verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze;
b.    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende dagkaart voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die dagkaart aangegeven plaats en wijze.
De opbrengst is met name hoger door de inkomsten uit naheffingsaanslagen.
 
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting wordt geheven voor het tegen vergoeding houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente. De opbrengst is ruim hoger dan de begroting. Het aantal overnachtingen op met name campings is opnieuw hoger dan voorgaande jaren.
 
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het in gebruik nemen van gemeentegrond, zoals bv. terrassen, voorwerpen voor reclamedoeleinden en bouwsteigers. De opbrengst is in lijn met de begroting.
 
Hondenbelasting
De hondenbelasting is een directe belasting die wordt geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente. De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. De opbrengst is iets lager uitgekomen dan de raming. Het aantal honden in de gemeente is licht gedaald.
 
Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. De opbrengsten zijn uitbetaald aan de Stichting Centrum Belang Doesburg. 

Bestemmingsheffingen

Terug naar navigatie - Bestemmingsheffingen

De inkomsten uit bestemmingsheffingen kunnen uitsluitend besteed worden aan die specifieke taak of voorziening waarvoor de heffing is opgelegd. De gemeente mag bij de begroting niet meer in rekening brengen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt. Mee- of tegenvallers worden verrekend met de egalisatievoorziening.

Rioolheffing
In 2023 is het Watertakenplan Olburgen (WTPO) 2023-2027 vastgesteld. Hierin is aangegeven hoe de gemeente invulling geeft aan de wettelijke zorgtaken op het gebied van riolering, water en klimaatadaptatie (DPRA). Een belangrijk uitgangspunt van het nieuwe plan is het op lange termijn betaalbaar houden van de rioolheffing voor de inwoners. In onderstaand overzicht is de kostendekking voor riolering weergegeven.
Taakveld
Begroting
Realisatie
Lasten
7.2 Riolering
829.259
1.100.312
0.4 Overhead incl btw en rente
278.378
419.370
2.1 Straatreiniging
153.804
102.103
6.3 Kwijtschelding
67.115
67.500
Totaal lasten
1.328.556
1.689.285
Baten
7.2 Opbrengst heffingen
1.301.883
1.119.134
7.2 egalisatievoorziening
111.304
570.152
Totaal baten
1.413.187
1.689.286
Dekkingspercentage
106%
100%
In 2024 zijn de opbrengsten opnieuw achtergebleven bij de begrote opbrengsten. De rioolheffing wordt berekend op basis van het waterverbruik. Daardoor kunnen de baten behoorlijk schommelen. Dit wordt gecompenseerd door een onttrekking aan de egalisatievoorziening. Bij vaststelling van het nieuwe watertakenplan is al aangegeven dat het te overwegen is om de heffingsmethodiek in de nabije toekomst te herzien. Hiervoor worden in 2025 voorbereidingen getroffen.
Afvalstoffenheffing
De kosten van de afvalinzameling worden gedekt door de opbrengsten uit de afvalstoffenheffing. Dit gebeurt op basis van 100 % kostendekkendheid. Daarnaast worden de opbrengsten uit de mileustraat door medegebruik van buurgemeenten ook meegenomen in de dekking. In onderstaand overzicht is de kostendekking voor afval weergegeven.
Taakveld
Begroting
Realisatie
Lasten
7.3 Afval
1.234.232
1.472.589
0.4 Overhead incl btw en rente
425.426
368.866
2.1 Straatreiniging
153.804
102.103
6.3 Kwijtschelding
67.115
91.946
7.3 egalisatievoorziening
0
116.322
Totaal lasten
1.880.577
2.151.826
Baten
7.3 Opbrengst belastingen
1.623.704
1.769.483
7.3 Overige opbrengsten
251.302
382.343
Totaal baten
1.875.006
2.151.826
Dekkingspercentage
100%
100%
In 2024 is de wijze van factureren door afvalverwerker Circulus gewijzigd, hierdoor ontstaat meer inzicht in baten en lasten die voorheen gesaldeerd werden. Zo worden de heffingen die aan milieustraat worden ontvangen niet meer gesaldeerd met de lasten, maar separaat als bate verantwoord. Doordat in 2024 meer heffingen werden ontvangen dan de lasten bedroegen werd er een bedrag van € 116.322 toegevoegd aan de egalisatie voorziening. Hiermee kunnen mogelijke tariefstijgingen in de toekomst worden opgevangen.

Rechten

Terug naar navigatie - Rechten

Rechten

Rechten worden geheven als de gemeente een specifieke dienst verleent. Bij het heffen van rechten geldt dat er geen winst gemaakt mag worden op de diensten. De belangrijkste rechten zijn de leges die geheven worden op basis van de legesverordening.  Ook de marktgelden en de lijkbezorgingsrechten horen bij dit onderdeel. Bij de IBB 2024 zijn de inkomsten voor leges leefomgeving en omgevingsvergunning verlaagd naar € 124.232 In het vierde kwartaal zijn echter nog enkele grotere vergunningsaanvragen afgerond. De inkomsten daarvan worden in 2024 verantwoord. De verwachte inkomsten uit de leges dienstverlening zijn bij de IBB 2024 verhoogd. 

Overzicht leges (inkomsten en kostendekking)
Begroting 2024
realisatie 2024
Leges algemene dienstverlening (hoofdstuk 1)
€ 139.723
€ 266.096
Leges leefomgeving en omgevingsvergunning (hoofdstuk 2)
€ 354.291
€ 457.039
Leges dienstverlening (hoofdstuk 3 vallend onder de Europese dienstenrichtlijn)
€ 21.174
€ 63.616
Totaal
€ 515.188
€ 786.751
Overzicht kostendekking
Begroting 2024
realisatie 2024
Leges algemene dienstverlening (hoofdstuk 1)
Lasten
€ 696.841
€ 803.046
Opbrengst leges
€ 139.723
€ 266.096
Dekkingspercentage
20%
33%
Leges leefomgeving en omgevingsvergunning (hoofdstuk 2)
Lasten
€ 476.541
€ 499.522
Opbrengst leges
€ 354.291
€ 457.039
Dekkingspercentage
74%
91%
Leges dienstverlening (vallend onder de Europese dienstenrichtlijn) (hoofdstuk 3)
Lasten
€ 203.266
€ 105.256
Opbrengst leges
€ 21.174
€ 63.616
Dekkingspercentage
11%
60%
Kosten leges totaal
€ 1.376.648
€ 1.407.824
Opbrengsten leges totaal
€ 515.188
€ 786.751
Dekkingspercentage legesverordening
37%
56%
Lijkbezorgingsrechten
Taakveld
Begroting
Realisatie
Lasten
7.5 Begraafplaatsen
90.752
72.383
0.4 Overhead
42.524
30.590
Totaal lasten
133.276
102.973
Baten
Opbrengsten belastingen
74.247
67.648
Dekkingspercentage
56%
66%
Marktgeld
Taakveld
Begroting
Realisatie
Lasten
3.1 Economische ontwikkeling
13.202
14.035
0.4 Overhead
11.000
9.488
Totaal lasten
24.202
23.523
Baten
Opbrengst marktgelden
4.557
3.679
Dekkingspercentage
19%
16%

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk vergeleken
Op de website van de provincie Gelderland zijn de gegevens te vinden van de belastingdruk per inwoner per Gelderse gemeente. Om een indruk te geven van de lokale belastingdruk van de gemeente Doesburg in regionaal verband wordt het onderstaande overzicht opgenomen:

Gemeente
Belastingdruk per inwoner 2023
Belastingdruk per inwoner 2024
Rheden
448
552
Westervoort
452
505
Montferland
454
515
Doesburg
473
536
Zevenaar
489
552
Duiven
469
541
Doetinchem
492
521
Bronckhorst
461
507
Gemiddelde Gelderland
494
551

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Kwijtschelding

Het kwijtscheldingsbeleid van de gemeente is van toepassing op de afvalstoffenheffing, de rioolheffing (gebruikersdeel) en de lijkbezorgingsrechten. Het kwijtscheldingsbeleid wordt uitgevoerd op basis van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De uitvoeringsregeling kent een drietal toetsen, die het mogelijk maken om de financiële situatie van de belastingplichtige te beoordelen: de inkomenstoets, de vermogenstoets en de schuldentoets. De gemeente Doesburg heeft in de Verordening kwijtscheldingen gemeentelijke belasting 2023 haar keuzes vastgelegd.  

In de jaarrekening 2024 zijn de kosten voor kwijtschelding opgenomen onder Programma 2. Voor 2024 was een bedrag van € 159.310 begroot. Er is een bedrag van € 159.420 aan kosten gemaakt voor kwijtschelding.  

Paragraaf B | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf B | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf B | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf B | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Daarbij worden de risico's meegenomen die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen is - tenzij anders vermeld in deze paragraaf - gebaseerd op de situatie eind 2024Het weerstandsvermogen is toereikend wanneer er voldoende mogelijkheden zijn om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Hiervan is dus sprake als het saldo tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s positief is.

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten - die onverwachts en substantieel zijn - te kunnen afdekken. De weerstandscapaciteit van de gemeente Doesburg is: 

Onderdeel
Bedrag
Algemene reserve
6.560.520
Onvoorzien
55.000
Totale weerstandcapaciteit
6.615.520

Algemene reserve
De algemene reserve bedraagt per 31-12-2024 € 6.560.520. Per ultimo 2024 is er een onttrekking geraamd ten laste van de algemene reserve in 2025 van € 100.000 voor planvormingsfase voor de verplaatsing van de sporthal en € 10.000 voor het amendement "de bloemetjes buiten zetten".

Onvoorzien
Voor de post onvoorzien is een bedrag van €15.000 opgenomen in de begroting. Daarnaast is er nog een vrij budget van € 10.000 per pijler opgenomen. Daarmee komt het totaal op € 55.000.

Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die nog mogelijk is voor een tariefsverhoging OZB alvorens men toe kan treden als artikel 12 gemeente. In deze begroting 2024 was hier nog een saldo voor opgenomen. We nemen echter hier geen post meer voor op aangezien dit niet op korte termijn kan worden ingezet en daarom niet geschikt is om incidentele tegenvallers op te vangen.

Inventarisatie van de risico’s

Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis met een nadelig financieel gevolg. De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet op een andere manier zijn ondervangen (bijvoorbeeld via verzekeringen of via gevormde voorzieningen). Doen deze risico’s zich voor dan moeten de nadelige financiële effecten hiervan ondervangen worden via het weerstandsvermogen.

Risico wordt vaak als volgt gedefinieerd: Risico = Kans x Gevolg

Een risico is groter wanneer de kans van optreden en de gevolgen van optreden groter zijn. Een groot gevolg gecombineerd met een minimale kans wordt in het algemeen als niet belangrijk beschouwd, net als een grote kans met een minimaal gevolg. Afhankelijk van de kans en het gevolg kan een risico op 4 manieren worden aangepakt:

  • Voorkomen: één of beide van de factoren kans en gevolg wegnemen;
  • Verminderen: één of beide van de factoren kans en gevolg afzwakken;
  • Uitbesteden: risico's onderbrengen bij verzekeraars;
  • Accepteren: alleen bij zeer kleine kans en/ of zeer kleine gevolgen. 

Risico’s en beheersing
Hieronder worden de geïnventariseerde risico's benoemd en wordt tevens aangegeven op welke wijze we de risico's proberen te beheersen. 

Cybercrime
De kans is reëel dat ook de gemeente Doesburg in de komende jaren een keer het slachtoffer wordt van een cybercriminaliteit. In het ergste scenario wordt er dan binnengedrongen in onze ICT omgeving, wordt er mogelijk kwaadaardige software geïnstalleerd; mogelijk bestanden onbruikbaar gemaakt of data buitgemaakt, die ongewenst openbaar gemaakt kan worden. In zo’n situatie worden we geconfronteerd met hoge kosten. Kosten i.v.m. analyseren van de omvang van de schade die ontstaan is; herstellen van de systemen en de mogelijk versleutelde gegevens. Ook krijgen we in zo’n situatie te maken met uitvoerende processen die stil komen te liggen en mogelijke gevolgschade hiervan. Ook zal er mogelijk sprake zijn van imagoschade en schade door identiteitsfraude.

Om deze risico's te beheersen zijn er o.a.  de volgende maatregelen genomen:

  1. We maken gebruik van de diensten en expertise van ICT samen (uitvoering door de gemeente Doetinchem)
  2. We beveiligen de toegang tot onze digitale werkomgeving m.b.v. 2FA
  3. We investeren in bewustwording bij personeel en staf op gebied van Informatieveiligheid

Fluctuaties gemeentefonds
De algemene uitkering van het gemeentefonds maakt zo'n 60% deel uit van de gemeentelijke inkomstenbronnen. Dit betekent dat de financiële positie van de gemeente in sterke mate afhankelijk is van de ontwikkelingen binnen het gemeentefonds en dat nadelige gemeentefondsontwikkelingen derhalve de financiële positie van de gemeente behoorlijk onder druk kunnen zetten. De algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft een omvang van rond de 29 miljoen euro in 2024. Het risico van fluctuaties is laag ingeschat op 1% omdat vanwege de nieuwe normeringssystematiek.  De nieuwe normeringssystematiek volgt de meerjarige ontwikkeling van het nominale bruto binnenlands product. De uitkering in 2024 was overigens hoger dan bij aanvang geraamd.  Voor de suppletie uitkering die wij ontvangen naar aanleiding van de herverdeling van het gemeentefonds die van toepassing is vanaf het jaar 2023 nemen we een post op van € 600.000. Dit is ongeveer 50% van de suppletie uitkering. Met de suppletie uitkering worden nadeel gemeenten gecompenseerd voor het nadeel groten dan € 37,50 per inwoner als gevolg van de herverdeling. Verwacht wordt dat er in 2026 meer duidelijkheid komt.  

Open einde regelingen sociaal domein
Het sociaal domein bevat een aantal open einde regelingen. Dit betreft dan met name de Participatiewet, de Jeugdzorg en de WMO. De laatste jaren zijn de budgetten voor de Jeugdzorg en WMO niet toereikend gebleken. Het risico is ingeschat op € 750.000 met een kans van 50%.  

Beheersing: de invloedsfeer is beperkt door autonome ontwikkelingen, bv.  aantal en zwaarte van de in te zetten zorg. In 2025 maken we gebruik van een praktijk ondersteuner van de huisarts (POH). Hierdoor verwachten we de doorverwijzing naar specialistische zorg te beperken.  In 2024 hebben wij  ca.€ 1.6 miljoen meer uitgegeven dan begroot als gevolg van de forse tariefaanpassingen n.a.v. het kostprijs onderzoek. 

Verbonden partijen
Onze gemeente neemt deel aan diverse verbonden partijen. Een overzicht hiervan is terug te vinden in de paragraaf “Verbonden partijen”. Door onverwachte tegenvallers in hun exploitatie is er een risico dat verbonden partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot . Deze tegenvallers worden in rekening gebracht bij de deelnemende gemeenten. Het maximale risico was bij de begroting ingeschat op € 500.000 met een kans van 10%.

Beheersing: We monitoren de ontwikkelingen van de verbonden partijen via tussentijdse rapportages. De invloed op tegenvallers gedurende het jaar is echter beperkt. 

Ontwikkeling arbeidsmarkt
Door schaarste op de arbeidsmarkt kan er een situatie ontstaan waarbij bepaalde vacatures lastig tijdig en adequaat kunnen worden ingevuld, waardoor relatief duurdere inhuur noodzakelijk is.

Verleende gemeentegaranties en aan derden verstrekte geldleningen
In de begroting was voor de gemeentegaranties een risico opgenomen van € 200.000.  Het saldo waarvoor de gemeente nog garant staat is gedaald tot onder de € 2 miljoen.  Voor verstrekte geldleningen wordt geen bedrag  meer opgenomen. Het risico op verstrekte geldleningen betreft vooral een theoretisch risico. Op basis van het treasury statuut zijn er strenge eisen aan het verstrekken van leningen gesteld en wordt er zekerheid gevraagd. De leningen die niet bezwaard zijn met een hypothecaire lening zijn verstrekt aan organisaties die voldoende inkomsten genereren om de rente en aflossing te kunnen betalen. Het saldo waarvoor de gemeente nog garant staat is gedaald tot onder de € 2 miljoen. In 2024 hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. 

Totaal risico's
In de onderstaande tabel worden de hiervoor genoemde risico’s van een financiële kwalificatie voorzien:

Risico's
Kans
Maximaal risico
kans x financieel gevolg
Cybercrime
25%
1.000.000
250.000
Fluctuaties gemeentefonds
1%
29.000.000
290.000
Vervallen suppletie uitkering gemeentefonds
50%
1.200.000
600.000
Open einde regelingen sociaal domein
50%
750.000
375.000
Personeel
80%
600.000
480.000
Verbonden partijen
25%
500.000
125.000
Verleende garanties en geldleningen
10%
1.600.000
160.000
Totaal
34.650.000
2.280.000

Weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Bij weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is om middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder haar hele beleid om te hoeven gooien.  Zoals uit onderstaand overzicht blijkt is het weerstandsvermogen voldoende. 

Weerstandsvermogen:
Ratio
Weerstandscapaciteit
6.615.520
Risico's
2.280.000
Weerstandsvermogen
2,9
Het weerstandsvermogen is van voldoende niveau om, wanneer een risico zich daadwerkelijk voordoet, de incidentele lasten op te vangen.

Kengetallen
De onderstaande kengetallen zijn ingevolge artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) opgenomen. De kengetallen maken het voor de raad gemakkelijker inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente Doesburg. Onder de tabel vindt u een korte toelichting en duiding van de kengetallen.

Kengetallen
Werkelijk 2023
Raming 2024
Werkelijk 2024
Netto schuldquote
5,3%
22,2%
-12,7%
Netto schuldquote gecorrigeerd met verstrekte leningen
-4,9%
11,4%
-20,3%
Solvabiliteitsrisico
68,0%
56,7%
64,0%
Grondexploitatie
0,2%
0,0%
0,2%
Structurele exploitatieruimte
4,3%
0,3%
1,1%
Belastingcapaciteit
108,8%
100,3%
106,6%

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen

Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een schuldquote van minder dan 90% wordt als goed beoordeeld (minst risicovol).

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een ratio tussen de 20 en 50% wordt als goed beoordeeld. Daar zit Doesburg ruim boven.

Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale baten. Een waarde van het kengetal onder de 20% wordt als goed beoordeeld. 

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Er wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positieve waarde geeft aan dat de structurele lasten zijn gedekt door structurele baten. 

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of de mate waarin er ruimte is voor nieuw beleid. De belastingcapaciteit van de gemeente is afgezet tegen het landelijk gemiddelde.  

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit
Bron: Databank FTG

Paragraaf C | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf C | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf C | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf C | Onderhoud kapitaalgoederen

In deze paragraaf wordt achtereenvolgens voor de kapitaalgoederen wegen, riolering/water, civiele kunstwerken, openbaar groen, gebouwen, openbare verlichting en speelgelegenheden aandacht gegeven aan het beleidskader, het beheer/de ontwikkelingen en de financiële consequenties. 

Wegen

Beleidskader
De gemeente heeft de plicht de openbare wegen te onderhouden. Hiervoor is het Beleids- en beheerplan wegen in 2017 vastgesteld, voor een periode van 5 jaar. In overeenstemming met de Nota ruimtelijke kwaliteit (NRK) werkt Doesburg met beeldkwaliteiten. In 2023 is gestart met het Meerjaren Investerings Plan wegen Plus. Dit plan is in 2024 vastgesteld. 

Kerncijfers
Het gemeentelijk wegennet omvat ongeveer 630.000 m2 verharding:

ongeveer 187.000 m2 asfalt (rijwegen en fietspaden);
ongeveer 431.000 m2 element verharding (woonstraten, voet- en fietspaden);
ongeveer 13.300 m2 cement beton verharding (fietspaden).

Beheer en ontwikkelingen
Het wegenareaal is met de benodigde kenmerken vastgelegd in een beheerapplicatie. De staat van de wegen wordt via inspecties actueel gehouden. Met de beheerapplicatie wordt een onderhoudsplanning opgesteld, die de basis vormt van het onderhoudsplan. In het onderhoudsplan wordt onderscheid gemaakt tussen rehabilitatie, groot onderhoud en klein onderhoud. Rehabilitatie betreft een volledige vervanging van de weg inclusief fundatie. Groot onderhoud betreft de voorziene, uit inspecties voortkomende werkzaamheden.  Voor het groot onderhoud wordt in 2025 een nieuw plan ter vaststelling voorgelegd. Klein onderhoud betreft reparaties en dergelijke uit bijvoorbeeld meldingen van inwoners. Voor rehabilitatie wordt een krediet aangevraagd. De kosten voor groot onderhoud worden onttrokken aan de voorziening onderhoud wegen. Voor het klein onderhoud wordt jaarlijks een exploitatiebudget opgenomen in de Programmabegroting. Waar mogelijk wordt een project integraal opgepakt, bijvoorbeeld met de aanleg van riolering of een combinatie van rehabilitatie en groot onderhoud. Bij de werkzaamheden is oog voor duurzaamheid, klimaatadaptatie en circulariteit. Zoals energie- en materiaal gebruik. Een voorbeeld is asfalt met wegdekreflectie, waarbij minder openbare verlichting nodig is.

In 2024 is de eerste fase van het project Rehabilitatie Angerloseweg, Bingerdenseweg en Breedestraat afgerond. De tweede fase van het project  wordt uitgevoerd bij realisatie van het plan Centrum Beinum. In september 2024 is gestart met de eerste fase van het project Flora 23, deze eerste fase wordt in 2025 afgerond. In 2026 start de tweede fase. In 2024 zijn de voorbereidingen gestart voor de rehabilitatie van de Koppelweg en de Oranjesingel. In 2024 is geen groot onderhoud uitgevoerd aan de wegen maar alleen klein onderhoud. Dit gaat weer gebeuren op basis van een bijgesteld wegenbeheerplan dan wordt voorbereid.

Riolering / watertaken

Beleidskader
In 2023 is het Watertakenplan Olburgen (WTPO) 2023-2027 vastgesteld. Hierin is aangegeven hoe de gemeente invulling geeft aan de wettelijke zorgtaken op het gebied van riolering, water en klimaatadaptatie (DPRA). Een belangrijk uitgangspunt van het nieuwe plan is het op lange termijn betaalbaar houden van de rioolheffing voor de inwoners en klimaatbestendigheid. Het is de ambitie om in 2050 klimaatbestendig te zijn. Dit houdt in dat 30% van het verharde oppervlak dat loopt op een gemengd rioolstelsel afgekoppeld moet zijn. 

Kerncijfers
•    ongeveer 29 kilometer vrij verval regenwater riool
•    ongeveer 22 kilometer vrij verval vuilwater riool
•    ongeveer 28 kilometer vrij verval gemengd riool
•    ongeveer 22 kilometer persleiding
•    13 gemalen en 57 drukriool units
•    3.600 kolken en 1,5 kilometer lijngoot.

Beheer en ontwikkelingen
In de periode 2023 tot en met 2027 investeren we in vernieuwing van de infrastructuur (vervanging en renovatie), aanpak van wateroverlast en het verbeteren, verduurzamen en klimaatbestendig maken. 

In 2024 zijn de volgende projecten gestart en/of afgerond:
Het project relining riool Kraakselaan is aanbesteed. De uitvoering hiervan zal in 2025 gerealiseerd worden. De gemalen Eekstraat en De Ooi worden aangepast. In 2024 is er een hemelwaterriool aangelegd in de Notenstraat. De projecten Koppelweg en Oranjesingel , die in combinatie met de  wegen worden gerealiseerd, zijn voorbereid in 2024. In de Oranjesingel zal een hemelwaterriool worden aangelegd, waardoor er meer verharde oppervlakte wordt afgekoppeld. 

Civiele kunstwerken

Beleidskader
Doesburg heeft verschillende civiele kunstwerken in de openbare ruimte. Civiele kunstwerken zijn meestal aangelegd om de infrastructuur te ondersteunen. Het kan gaan om het afwikkelen van verkeer over een watergang (brug), of het keren van grond of water. Basis voor het onderhoud is het vastgestelde Beheerplan civiele kunstwerken 2023-2027. 

Kerncijfers
•    6 bruggen
•    1 tunnel
•    4 kademuren
•    11 grond- en/of waterkerende constructies
•    2 steigers
•    1 geluidswal
•    11 trappen

Beheer en ontwikkeling
Met het Beheerplan civiele kunstwerken kan het beheer van en onderhoud aan de civiele kunstwerken voor een periode van 5 jaar efficiënt worden voortgezet en, waar mogelijk, verbeterd. De civiele kunstwerken worden opgenomen in de beheerapplicatie voor de openbare ruimte. Dit ondersteunt in het op het gewenste onderhoudsniveau brengen en houden van de civiele kunstwerken. 

Het vervangen van de houten bruggen Zanderskamp  en Hessengracht is aanbesteed. De uitvoering hiervan is vanwege hoge waterstanden in 2024 opgeschoven naar 2025. De bestekvoorbereiding  voor vervangen van trappen buitenhaven en keermuren/balustrade is gereed. De uitvoering hiervan is gepland voor 2025.

Openbaar groen 

Beleidskader
Het gemeentelijk beleidskader wordt gevormd door het Groenstructuurplan 2013 en het Bomenbeleidsplan 2014. De gemeente wil haar inwoners en bezoekers een aantrekkelijke leefomgeving bieden. Een groene inrichting door middel van plantsoenen en bomen maakt daar deel van uit. 

Kerncijfers
•    ongeveer 72 hectare openbaar groen
•    bijna 5.500 bomen 

Beheer en ontwikkelingen
De beeldkwaliteit van het openbaar groen is over het algemeen op orde. Via het project Naar buiten in Beinum zijn de groenvakken die aan renovatie toe waren aangepakt. Het openbaar groen buiten de binnenstad wordt onderhouden door Circulus. In 2024 is de dienstverleningsovereenkomst (DVO) met Circulus geactualiseerd. 

Bomen vormen een belangrijk onderdeel van de Doesburgse groenstructuur en een aantrekkelijke leefomgeving. De gemeente heeft een wettelijke zorgplicht voor bomen. Hieraan wordt voldaan door veiligheidscontroles en onderhoud, zoals snoei. Het bomenbestand is over het algemeen veilig en gezond. Wel is de soort “gewone es” aangetast door essentaksterfte. De paardenkastanjebomen zijn aangetast door de kastanjebloedingsziekte. Dit heeft vooral consequenties voor de essenlanen in het buitengebied. En in toenemende mate voor individuele essen en paardenkastanjes in de bebouwde kom. In het lopende onderhoud worden dode bomen vervangen. Waar nodig worden essen extra gesnoeid.

Gebouwen

Beleidskader
Het beheer van het gemeentelijk vastgoed is vastgelegd in het meerjarige onderhoudsplan. In 2023 zijn de geactualiseerde meerjarige onderhoudsplannen vastgesteld. Hierin zijn ook de verduurzamingsmaatregelen meegenomen (DMJOP). De planning beslaat 10 jaar. Op basis van het uitgevoerde onderhoud wordt jaarlijks beoordeeld of komende jaarschijven op hoofdlijnen bijgesteld moeten worden. Het vastgestelde DMJOP wordt in 2027 volledig geactualiseerd. Uitgangspunt voor de DMJOP’s is conditiescore 2 (goed). De conditiescore is een objectieve waarde van de technische toestand of staat van een gebouw(deel) onder NEN2767. Uitzondering hierop zijn de sportaccommodaties en het gebouw van de Harmonie. Voor deze gebouwen geldt conditiescore 4 (matig). De gebouwen zijn onder conditiescore 4 veilig voor het gebruik. Het grafmonument heeft conditiescore 5 (slecht). Omdat het gebouw aan de Nieuwstraat 2-4 niet is verkocht en omgebouwd wordt voor huisvesting Oekraïense vluchtelingen zal hier een nieuwe MJOP voor opgesteld worden na realisatie van de verbouwing eind 2025.
In 2016 is het huurprijsbeleid vastgesteld, hierin is o.a. opgenomen dat tenminste een kostprijs dekkende huur in rekening wordt gebracht.

Kerncijfers
Het gemeentelijk vastgoed bestaat uit 14 objecten, waarvan 1 grafmonument.

Beheer en ontwikkelingen
In 2024 is het Stadskantoor geheel in gebruik genomen met uitzondering van het Stadsarchief dat in februari 2025 naar hier is verhuisd. Uw raad heeft eind 2024 besloten het gehele stadhuiscomplex op de markt aan te bieden. In 2025 zullen de ontvangen biedingen worden beoordeeld en zal een besluit genomen worden over de eventuele verkoop van het stadhuiscomplex. Het pand Nieuwstraat 2-4 wordt verbouwd voor huisvesting ontheemde Oekraïners, dat zal medio 2025 zijn beslag krijgen. De locatie gymzaal Armgardstraat wordt ontwikkeld ten behoeve van wonen. Hierover bent u ruim geïnformeerd. De sloop van de huidige gymzaal kan niet eerder plaatsvinden nadat de vleermuis kolonie is vertrokken. Mogelijk eind 2025, anders begin 2026. Op dit moment wordt de financiële haalbaarheid van de bouw van een nieuwe volwaardige sporthal onderzocht. In deze fase is ook aandacht voorde ruimtelijke inpassingsmogelijkheden. Uw raad heeft voor dit onderzoek in 2024 geld ter beschikking gesteld. In het vierde kwartaal van 2025 zullen de resultaten en te nemen besluiten hierover aan u worden voorgelegd.  De bestaande sportaccommodaties worden onderhouden op het niveau dat veilig en gezond gebruik gemaakt kan worden van de accommodaties. 

Openbare verlichting

Beleidskader
De openbare verlichting draagt bij aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare situatie tijdens de donkere uren (ongeveer 4.100 uur per jaar, 47% van de tijd). De basis voor beleid en beheer ligt in het Beleidsplan openbare verlichting 2014-2024 en het Beheerplan openbare verlichting 2017-2024.. Het Beleidsplan gaat uit van beeldkwaliteit. De binnenstad is inmiddels (vrijwel) geheel voorzien van klassieke verlichting. Er is aandacht voor energiebesparing door bij vervanging uit te gaan van dimbare, energiezuinige laag vermogende armaturen (meestal LED). 

Kerncijfers
Bijna 2.270 lichtmasten, waarvan inmiddels ongeveer 330 klassiek; het aandeel klassieke lichtmasten zal de komende jaren stijgen. De gemeente beheert voor Woonservice IJsselland beheert ook ruim 250 lichtmasten langs achterpaden. 

Beheer en ontwikkelingen
Het beheer van de openbare verlichting wordt uitgevoerd door een externe partij op basis van een bestek. De beheerwerkzaamheden omvatten een periodieke controle van de openbare verlichting op basis van klachtenregistratie, waarbij kleine defecten (zoals kapotte lampen) worden hersteld. Daarnaast wordt gezorgd voor instandhouding op lange(re) termijn en eventueel uitbreiding. Het gaat bij openbare verlichting om een doorlopend proces, waarbij gewerkt wordt aan verbetering van het rendement. In 2023 is opdracht gegeven om een groot deel van het openbare verlichting areaal om te vormen (van regulier naar klassiek in de binnenstad) en/of te vernieuwen. Nu deze werkzaamheden (bijna) zijn afgerond is ongeveer 50% van de masten en 75% van de armaturen vernieuwd. 

Speelgelegenheden

Beleidskader
Het Beleidsplan Spelen, bewegen en ontmoeten Doesburg 2018-2026 vormt de basis voor het beheer en onderhoud van de speelgelegenheden. 

Kerncijfers
•    38 speelgelegenheden
•    228 speeltoestellen

Beheer en ontwikkelingen
De speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd en waar nodig gerepareerd. In 2024 zijn er 8 toestellen verwijderd omdat de veiligheid niet meer gegarandeerd kon worden en de kosten van de reparatie te hoog werden. In het Beleidsplan is vastgesteld dat in samenspraak met de inwoners het aantal speelgelegenheden en speeltoestellen verminderd wordt. Binnen het project Naar buiten in Beinum zijn de speelgelegenheden en -toestellen meegenomen. In 2023 is gestart met een pilot in het Noordelijk Molenveld, deze is in 2024 afgerond. Locaties de Armgardstraat, Vierackerlaan en Loddero zijn deels gerenoveerd. De speelplaats aan de Waterstraat en de skatebaan bij jongerencentrum 0313 worden in 2025 vernieuwd. Ieder jaar moeten er 2 locaties gerenoveerd of omgevormd worden, zoals gevraagd in het vigerende beleidsplan, maar daar zijn geen financiële middelen voor gereserveerd.

Paragraaf D | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf D | Financiering

Paragraaf D | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf D | Financiering

Bij financiering gaat het om de vraag hoe de gemeente regelt dat ze steeds voldoende geld heeft om alle rekeningen te kunnen betalen. Dreigt ze tijdelijk te weinig ‘in kas’ te hebben, dan moet ze lenen. Heeft de gemeente tijdelijk teveel ‘in kas’, dan is ze verplicht dit geld uit te zetten bij de Staat middels schatkistbankieren. Al deze activiteiten leiden ertoe dat de gemeente een financieringsportefeuille heeft. Die moet worden beheerd om de kosten en risico’s te beperken. De kaders voor de uitoefening van de treasuryfunctie zijn door de raad bepaald in de financiële verordening . Deze kaders zijn door het college verder uitgewerkt in een treasurystatuut dat februari 2019 is geactualiseerd. De uitoefening van de treasuryfunctie die is opgedragen aan het college van B&W behelst op hoofdlijnen de navolgende activiteiten:

    • het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de Raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;
    • het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s (indien van toepassing);
    • het zo veel mogelijk beperken van de kosten van eventuele leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;
    • het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Beleidsvoornemens t.a.v. risicobeheer
In het kader van risicobeheer worden de navolgende uitgangspunten gehanteerd:

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is bedoeld om het renterisico te beperken met betrekking tot kortlopende financiering (netto vlottende schuld). Het geeft de limiet aan die maximaal gefinancierd mag worden met kort geld en bedraagt 8,5% van de totale lasten bij aanvang van het begrotingsjaar 2023.

 

2023

Begrotingstotaal 42.214.756
Percentage regeling 8,50%
Kasgeld limiet 3.588.254

In 2024 zijn diverse keren kasgeldleningen aangetrokken ter dekking van de tijdelijke financieringsbehoefte. In onderstaand tabel is een overzicht opgenomen van de gemiddelde netto vlottende middelen per kwartaal. Het 2e en 3e kwartaal laten een negatiefsaldo zien maar ruim binnen de kasgeldlimiet. In oktober is een langlopende lening aangetrokken van € 5 miljoen waardoor het gemiddelde saldo weer positief wordt.

Netto vlottende middelen (bedragen * 1000)
1e kwartaal 1.251
2e kwartaal -1.066
3e kwartaal -1.532
4e kwartaal 3.523

Renterisiconorm
 De renterisiconorm is bedoeld om het renterisico op langlopende leningen te beperken als gevolg van tussentijdse rente aanpassingen en herfinanciering van langlopende leningen. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt blijven wij ruimschoots binnen de limiet. Ultimo 2023 staat er 1 langlopende lening open van € 1,8 miljoen. jaarlijks wordt er € 600.000 afgelost.

Begroot
(1)
Renteherzieningen
0
(2)
Aflossingen
600.000
(3)
Renterisico (1+2)
600.000
(4)
Renterisiconorm
8.442.951
(5a)=(4>3)
Ruimte onder renterisiconorm
7.842.951
(5b)=(3>4)
Ruimte boven renterisiconorm
Berekening renterisiconorm
2024
(4a)
begrotingstotaal (uitgaven excl. Primair resultaat)
42.214.756
(4b)
percentageregeling
20%
(4)=(4a x 4b/100%)
Renterisiconorm
8.442.951

Verstrekken van leningen en garanties
Bij het verstrekken van leningen op grond van de publieke taak worden zo mogelijk zekerheden of garanties geëist. In het treasurystatuut van de gemeente Doesburg zijn de volgende criteria opgenomen voor het verstrekken van leningen en garanties:

  • De door de gemeente te financieren zaken moeten nodig zijn in het kader van de uitvoering van een publieke taak in de gemeente. Dat wil zeggen dat ze moeten passen binnen en bijdragen aan het gemeentelijk beleid en het openbaar belang. Tevens moet er met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend.
  • De te financieren zaken moeten essentieel zijn voor het voortbestaan of het in voldoende mate kunnen functioneren van de aanvrager (functionaliteitscriterium).
  • De te financieren zaken moeten in overwegende mate ten goede komen aan de inwoners van de gemeente.
  • Een lening wordt niet verstrekt indien de te financieren zaken niet voldoende zekerheid bieden voor verhaal van rente en aflossing van de te verstrekken garantie of lening. Dit betekent dat in geval de te financieren zaak een onroerende zaak is, het recht van hypotheek wordt verleend.

Een overzicht van de verstrekte leningen en garanties is opgenomen bij de toelichting op de balans.

Het uitzetten van overtollige kasmiddelen
Door het Rijk is bepaald dat het uitzetten van overtollige geldmiddelen uitsluitend mag geschieden bij het Rijk zelf, het zogenaamde Schatkistbankieren.

Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitende leningen te verstekken, aan te gaan of te garanderen in euro's.

Koersrisicobeheer
De gemeente maakte bij uitzettingen uitsluitend gebruik van rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito's, obligaties en garantieproducten. Op dit moment is dit niet meer aan de orde vanwege de verplichting tot schatkistbankieren.

Ontwikkeling financieringsstructuur
De ontwikkeling van de financieringsstructuur was in 2023 als volgt:

31-12-2023
31-12-2024
Boekwaarde investeringen
28.562.206
32.583.614
Uitgeleende langlopende geldleningen
4.771.096
3.831.967
A: Totaal te financieren vaste activa
33.333.302
36.415.581
Algemene reserve
5.754.157
6.560.520
Bestemmingsreserves
21.609.770
21.712.220
Voorzieningen
2.400.655
1.338.887
opgenomen langlopende geldleningen
1.800.000
6.200.000
B: Totaal voor financiering beschikbare vaste passiva
31.564.582
35.811.627
(B-A) Financieringssaldo (+ is overschot; -/- is tekort)
-1.768.720
-603.954
tekort
tekort
Rentekosten verbonden aan de financieringsfunctie
In de jaarrekening 2024 zijn de navolgende rentebaten en lasten verwerkt, die zijn verbonden aan de financieringsfunctie:
Externe rentelasten korte en lange financiering
87.870
Externe rentebaten
153.111
Totaal renteresultaat
65.241
Bij een nadelig renteresultaat worden de rentelasten d.m.v. de renteomslag-methode toegerekend aan de verschillende programma's. In 2024 is het saldo echter positief.

Paragraaf E | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf E | Bedrijfsvoering

Paragraaf E | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf E | Bedrijfsvoering

Vanuit de afdeling Externe en Interne Dienstverlening streven we naar het verlenen van de beste dienstverlening aan de stad en gemeentelijke collega’s binnen de gegeven omstandigheden. Deze omstandigheden worden enerzijds gevoed door een steeds toenemende hoeveelheid taken en rollen, waarvan de complexiteit toeneemt, in tijden van een steeds krapper wordende arbeidsmarkt. Anderzijds willen we vanuit dienstverleningsperspectief bijdragen aan de pijlers van de Toekomstvisie van Doesburg: een evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat; een verbindende en versterkende sociale aanpak en kwaliteitstoerisme en toegankelijke natuurrecreatie. Ter ondersteuning aan deze pijlers heeft de afdeling Externe en Interne Dienstverlening de afgelopen periode gewerkt aan twee hoofdthema’s:  

1. Processen en beheer op orde,  
2. Aantrekkelijk werkgeverschap. 

Bij de uitwerking van deze thema’s is het uitgangspunt of realistisch ambitieniveau om de basis verder op orde te krijgen en te houden. 

 1. Processen en beheer op orde  

De “basis op orde” begint bij goede (proces-)inrichting voor gemeentelijke beheertaken en dienstverlening aan burgers. Het afgelopen jaar hebben we een start gemaakt met het doorlichten van de processen om waar mogelijk efficiënter en effectiever te werken. Een goede ondersteuning van ICT is een voorwaarde hiertoe. Digitalisering neemt alleen maar toe. Deels omdat dit een opgave is voor gemeenten (bv. opslaan en toegankelijk maken van digitale informatie in het e-Depot), deels omdat we er niet aan ontkomen (bv. overgang van applicaties naar een SaaS (Software as a Service) – omgeving), maar vooral omdat dit de dienstverlening aan onze inwoners ten goede komt (ook inwoners van Doesburg kunnen nu afspraken met de publieksbalie inplannen via onze website). We volgen de ontwikkelingen om onze kerntaken uit te kunnen voeren. Zo kunnen bijvoorbeeld e-diensten het de burger makkelijker maken producten van de publieksbalie via de website aan te vragen, terwijl de verwerking ervan in de back office verder wordt geautomatiseerd.  

Het onderzoeken van digitale oplossingen stond het afgelopen jaar centraal. Dit moet worden gezien in het licht van een onderzoek naar de digitale ontwikkelingen die de komende jaren op ons afkomen en de wijze waarop Doesburg hierop kan acteren om dienstverlening aan de inwoners te waarborgen. Aandacht voor al deze facetten is nodig om steeds de juiste informatie tijdig op de juiste plek beschikbaar te hebben. Daartoe zijn informatiebeheer en de zorg voor digitale veiligheid en privacy belangrijke aspecten. We hebben in kaart laten brengen welke ICT-investeringen ons te wachten staan en wat ons dat oplevert. Zo zijn we overgegaan op een SaaS versie van onze belastingapplicatie.  

Voor wat betreft het versterken van onze beheertaken hadden we ingezet op het structureel in de regio beleggen van advies op gebied van inkoop- en aanbestedingsbeleid. De regio heeft deze samenwerking afgehouden vanwege de Doesburgse herindelingsdiscussie. Daarnaast is ingezet op verdere invulling van goed gastheerschap richting de maatschappelijke organisaties die in het stadskantoor zijn getrokken. Hiertoe is reeds een facilitair medewerker aangesteld, die samen met de bodes deze taak verder oppakt.  

Rechtmatigheid van aanbestedingen, inkopen en inhuur heeft op veel aandacht kunnen rekenen. Er is in 2024 een voortvarende start gemaakt met het rechtmatig krijgen van aanbestedingen en inkopen door een nieuwe inkoopadviseur aan ons te verbinden en een inkoopmodule in het zaaksysteem te bouwen. Verder zijn we voor de inhuur van medewerkers overgaan op de het DAS systeem van Flextender, dat via Werken in Gelderland wordt aangeboden.  

2. Aantrekkelijk werkgeverschap  

De in de voorgaande paragraaf beschreven inzet op proces- en beheeroptimalisatie is nodig, maar in het licht van een moeizame arbeidsmarkt lastig. De vraagstukken die op ons afkomen zijn talrijk en worden steeds complexer. Dit is voor Doesburg niet anders dan voor andere gemeenten. Doesburg is een kleine gemeente waar medewerkers over het algemeen een breed takenpakket hebben. We zijn ons ervan bewust dat we als kleine gemeente hetzelfde moeten doen als grotere gemeenten, maar dan met minder mensen. Werken voor Doesburg betekent een brede blik hebben en van meerdere markten thuis zijn. Omdat dit voor een specifieke doelgroep Doesburg tot een aantrekkelijke werkgever maakt, hebben we onze arbeidsmarktcommunicatie en wijze van werven hierop aangepast. Om een aantrekkelijke werkgever te zijn en te blijven zetten we zoveel mogelijk in op korte en krachtige werving- en selectieprocedures, de ontplooiing van nieuwe en huidige medewerkers en het creëren van een prettige, veilige en duurzame werkomgeving.  

Gezien de moeizame arbeidsmarkt zullen we steeds vaker te maken hebben met medewerkers die nog moeten bijleren. Dat vraagt om het goed begeleiden en opleiden van nieuwkomers, wat extra inspanning vraagt van zittende collega’s.  

Naast het aantrekken van nieuwe mensen willen we collega’s ook behouden en minder afhankelijk zijn van externe inhuur. We houden de balans tussen inhuur en vaste medewerkers goed in de gaten. Het streven is voor maximaal 15% van de loonsom in te huren. We merken jaarlijks, ondanks de strakke sturing erop, dat de druk op het percentage inhuur toeneemt. Er is een toename van complexe vraagstukken, die vraagt om de inhuur van specialistische kennis. Daarnaast is er schaarste op de arbeidsmarkt, waardoor bepaalde vacatures erg lastig of niet te vervullen zijn. 

Aan de andere kant dienen we kritisch te kijken naar de inschaling van functies ten opzichte van omliggende gemeenten. Als we mee willen op de arbeidsmarkt, dan zullen we een concurrerend functiehuis moeten hebben. Vooralsnog zijn we hier budgettair niet toe uitgerust, dus doen we al het mogelijke binnen de bestaande loonsom.  

Aanvullende informatie financiële rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Aanvullende informatie financiële rechtmatigheid

In dit onderdeel van de paragraaf bedrijfsvoering is aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. Het gaat hierbij om vanuit intern uitgevoerde verbijzonderde controles geconstateerde afwijkingen groter dan € 50.000 conform artikel 10 lid 2 van de financiële verordening en de maatregelen welke door het college worden/inmiddels zijn getroffen om de vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

Toelichting verbijzonderde interne controle
De verbijzonderde interne controle (VIC) heeft primair als doel om onafhankelijk (vanuit het team control) van de uitvoering binnen de teams (lijn) vast te stellen of de controlemaatregelen binnen de processen juist en op een rechtmatige wijze hebben plaatsgevonden.

De (aantoonbare) interne controle maatregelen in de lijn (als onderdeel van de primaire processen) zijn in onze gemeente beperkt. Dit heeft o.a. te maken met de beperkte ambtelijke capaciteit. De VIC  is in onze gemeente daarom vooral gegevensgericht. 

De VIC is in onze gemeente opgedragen aan de werkgroep rechtmatigheid.  De werkgroep verricht onder verantwoordelijkheid van de concerncontroller op basis van een in overleg met de accountant tot stand gekomen VIC actieplan de controlewerkzaamheden met behulp van het zogenaamde KIC online systeem vanuit het door de raad vastgestelde controleprotocol met het bijbehorende normenkader, waarin o.a. een gedetailleerde inventarisatie van relevante externe en interne wet- en regelgeving is opgenomen.

Voor zover de bevindingen daartoe aanleiding geven,  worden zo nodig (aan de desbetreffende proceseigenaar) voorstellen tot verbetering en/of herstel gedaan.

1. VOORWAARDENCRITERIUM

Europese aanbestedingsregels
Er zijn bij een aantal crediteuren overschrijdingen geconstateerd van de grensbedragen voor Europese aanbesteding, waarbij niet Europees is aanbesteed. Dit geeft een onrechtmatigheid van € 1.965.723.  De overschrijdingen doen zich met name voor bij stilzwijgende verlengingen van overeenkomsten, waarbij door oplopende uitgaven in opvolgende jaren een overschrijding van de grensbedragen voor Europese aanbesteding wordt gerealiseerd, zonder dat er tijdig wordt ingegrepen.

De volgende maatregelen zijn getroffen:

  • Om meer grip te krijgen op de overschrijdingen van de EA-grens bij de inhuur van extern personeel is er per 1 januari 2025 een contract aangegaan met een broker (DAS), waarmee de inhuur van personeel binnen de Europese aanbestedingsregels is gewaarborgd. 
  • Per 1 januari 2025 is er een aangescherpte inkoopprocedure in werking getreden met betere waarborgen voor een conforme toepassing van het interne inkoopbeleid en de Europese aanbestedingsregels.

Intern inkoopbeleid
Naast een VIC op de toepassing van de Europese aanbestedingsregels is ook een VIC uitgevoerd op het volgen van het interne inkoopbeleid voor inkopen onder de Europese aanbestedingsgrens. In de aan deze VIC gekoppelde steekproef zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd.

2.  MISBRUIK EN ONEIGENLIJK GEBRUIK

Onderdeel van de rechtmatigheidsverantwoording is in hoeverre misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) van gemeentelijke regelingen door derden wordt voorkomen en bestreden. Het gaat dan bijvoorbeeld om uitkeringen en voorzieningen, subsidies en het innen van belastingen. Voorop staat het vertrouwen van de gemeente in een goed gebruik van de gemeentelijke regelingen door inwoners en bedrijven/instellingen. Maatregelen die worden getroffen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen en indien nodig te sanctioneren, dienen proportioneel te zijn. Dit betekent dat ze in verhouding moeten staan tot het risico dat wordt gelopen. Het college heeft inmiddels een gemeentelijk overkoepelend M&O beleid vastgesteld dat hiervoor een onderliggend kader moet gaan bieden. Het formuleert uitgangspunten, bevat richtlijnen voor controle en eventuele sancties en benoemt welke risicogebieden er zijn. Ook geeft de nota M&O beleid richting aan, op welke wijze beheersmaatregelen kunnen worden toegepast in de bedrijfsvoering om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen en te sanctioneren. In 2024 is dit beleid verder verankerd. Er zijn geen fouten en/of onrechtmatigheden aangetroffen > € 50.000.

3. BEGROTINGSRECHTMATIGHEID

Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen. De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 5 van de financiële verordening. Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd. Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

  • Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.
  • Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.
  • De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.
Programma
Begroot
Realisatie
Saldo
1. Evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat
11.121
11.555
-434
2. Verbindende en versterkende sociale aanpak
27.449
27.600
-151
3. Kwaliteitstoerisme en toegankelijke natuurrecreatie
1.155
1.191
-36
4. Bestuur en organisatie
7.710
7.510
200
Algemene dekkingsmiddelen
434
548
-114
Totaal
47.869
48.404
-535
Programma 1. Evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat
De gepresenteerde lasten op programma 1 overschrijden de begroting met € 424.000. De hogere lasten betreffen extra lasten voor openbare verlichting door niet voorziene prijstijgingen in onderhoud en energielasten. Door een aanpassing in de wijze van factureren van Circulus stijgen de lasten voor afval in realisatie, door deze aanpassingen stijgen echter ook de opbrengsten. Per saldo zijn de baten hoger dan de lasten waardoor er € 116.000 werd toegevoegd aan de egalisatievoorziening. Deze toevoeging is verantwoord onder de lasten. De afrekening en het boeken van mutaties op de grondexploitatie vinden plaats bij de jaarrekening, de geboekte lasten voor de grondexploitatie werden nagenoeg gedekt door de bijbehorende opbrengsten. In verband met ziekte-vervanging en extra werkzaamheden op gebied van herijking van het parkeerbeleid werden de begrote personeelslasten voor verkeer en vervoer overschreden. Van de totale overschrijding op programma 1 is een bedrag van € 304.000 acceptabel omdat tegenover de overschrijding hogere opbrengsten staan (€ 212.000 afval) of past binnen bestaand beleid (€ 92.000 grondbeleid). Een bedrag van € 130.000 kan als begrotingsonrechtmatigheid beoordeeld worden. Dit betreft het niet tijdig melden van de overschrijding op openbare verlichting en groenonderhoud/onderhoud speeltuinen.
Programma 2. Verbindende en versterkende sociale aanpak
De overschrijding van de lasten wordt veroorzaakt door een tegenvaller bij de jeugdzorg. De ingezette crisiszorg loopt langer door dan op basis van de informatie was te voorzien. Het is een wettelijke verplichting van de gemeente vanuit de jeugdwet. De overschrijding is acceptabel, omdat het hier gaat om een open einde regeling.
Algemene dekkingsmiddelen
De hogere lasten betreffen de storting in de voorziening dubieuze debiteuren en BTW correcties naar aanleiding van een controle over 2023. De storting in de voorziening wordt in de regel bepaald bij de jaarrekening. De controle BTW over 2023 is vooral uitgevoerd in het 4e kwartaal en afgerond in het 1e kwartaal 2025. Deze overschrijding kon bij de IBB nog niet worden gemeld en past binnen het bestaande beleid en kan derhalve als acceptabel worden aangemerkt.
Kredieten
Begroot
Realisatie
Saldo
Parkeervakken Binnenstad
98.633
107.874
-9.241
0
Totaal
98.633
107.874
-9.241
Parkeervakken Binnenstad
De overschrijding is ontstaan doordat na participatie meer maatwerk nodig was.

Paragraaf F - Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf F - Verbonden partijen

Paragraaf F | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf F | Verbonden partijen

In deze paragraaf vindt u een lijst met partijen waarmee de gemeente Doesburg banden is aangegaan ter behartiging van bepaalde publieke belangen. Het gaat hierbij om privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke organisaties, waarin Doesburg een financieel en een bestuurlijk belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake indien er zeggenschap bestaat uit hoofde van stemrecht dan wel vertegenwoordiging in het bestuur van de organisatie. Van een financieel belang is sprake als een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat. Ook als er financiële aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt, is er sprake van een financieel belang. De verbonden partijen worden afzonderlijk toegelicht. 

Lijst met verbonden partijen

Hieronder volgt lijst met de partijen verbonden aan de gemeente Doesburg verdeeld naar gemeenschappelijke regelingen, overige verbonden partijen en coöperaties/vennootschappen. 

Verbonden Partijen
Gemeenschappelijke regelingen
Vestigingsplaats
Groene Metropool regio Arnhem-Nijmegen
Arnhem
Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
Arnhem
Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg
Zevenaar
Omgevingsdienst Regio Arnhem
Arnhem
Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen (DRAN)
Arnhem
Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Domein Centraal-Gelderland (MGR)
Arnhem
Overige verbonden partij
Vestigingsplaats
Euregio Rijn-Waal
Emmerich
Coöperaties/Vennootschappen
Vestigingsplaats
BNG Bank
Den Haag
Alliander
Arnhem
Vitens
Utrecht
Circulus-Berkel B.V.
Zutphen

Groene metropool regio Arnhem - Nijmegen

Terug naar navigatie - Groene metropool regio Arnhem - Nijmegen

Het gemeenschappelijk orgaan is een samenwerkingsverband dat de belangen behartigt van deelnemende gemeenten in de regio. De focus ligt op het fysieke domein: woningbouw, circulariteit, economie en mobiliteit. Maar ook samenwerking op het gebied van cultuur en toerisme is een aandachtsveld. Het doel van de samenwerking is het realiseren van groei én het versterken van het groene karakter van deze bijzondere regio. 

Het draagt bij aan de doelstelling van programma 1 “Een evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat.

Het aandeel van de gemeente is afgerond 3,5%. De lasten worden omgeslagen naar rato van het aantal inwoners per gemeente. 

Beleidsvoornemens:
In 2024 is besloten om de deelname aan de Groene metropool regio te beperken tot de opgaven van de groene groeiregio, circulaire regio, 
verbonden regio en het regioprogramma werklocaties als onderdeel van de productieve regio voor de periode 2025-2028.

Risico’s 
Het financiële risico is beperkt tot de bijdrage van de gemeente.

Financieel overzicht:

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
Bijdrage gemeente
Jaarrekening
2023
€ 380.937
€ 5.298.904
€ 197.682
€ 89.175
Jaarrekening
2024
€ 371.783
€ 6.728.664
€ 244.427
€ 102.285

Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM)

Terug naar navigatie - Veiligheid- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM)

De gemeenschappelijke regeling verzorgt voor 16 gemeenten in de regio Midden-Gelderland de regionale brandweer, ambulancezorg en volksgezondheid/GGD. 

Het draagt bij aan de doelstelling van programma 1 ‘Evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat’ en programma 2 ‘Verbindende en versterkende sociale aanpak, in verband met volksgezondheidszorg’.

Het aandeel van de gemeente schommelt rond de 1,5%. 

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s :
Het financiële risico is beperkt. De gemeente draagt bij aan een eventueel tekort in de exploitatie.

Financieel overzicht:

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
Bijdrage gemeente
Jaarrekening
2023
€ 9.309.000
€ 48.887.000
€ 1.730.000
€ 997.000
Jaarrekening
2024
€ 14.331.000
€ 47.664.000
€ 4.059.000
€ 1.174.000

Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg

Terug naar navigatie - Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg

Het Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg beheert de archieven van de gemeenten Doesburg, Duiven, Westervoort en Zevenaar. Bij het Streekarchivariaat is veel historisch materiaal beschikbaar over Doesburg.

Het draagt bij aan de doelstellingen van programma 3 ‘Kwaliteitstoerisme en toegankelijke natuurrecreatie’.

Het aandeel van de gemeente is ongeveer 23%. De kosten van het Streekarchivariaat worden over de deelnemende gemeenten verdeeld op basis van inwoners en naar rato van werktijden.

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s: 
Het financiële risico is beperkt. De gemeente draagt bij aan een eventueel tekort in de exploitatie.

Financieel overzicht:

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
Bijdrage gemeente
Jaarrekening
2023
€ 0
€ 91.954
€ 0
€ 70.634
Jaarrekening
2024
€ 0
€ 81.379
€ 0
€ 93.741

Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA)

De Omgevingsdienst verzorgt namens gemeenten en provincie milieutaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast heeft Doesburg ook de verlening van omgevingsvergunningen voor bouwen ondergebracht bij de ODRA.

Het draagt bij aan de doelstellingen van programma 1 ‘Evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat’.

Het aandeel van de gemeente voor de milieu- en algemene taken is 1,4%, het aandeel in de bouwtaken is 5,4%  Er wordt afgerekend op basis van prijs x hoeveelheid.

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s :
De toenemende complexiteit van uitvoering en maatschappelijke opgaven vragen om een innovatieve omgevingsdienst. Schaalvergroting tot een robuuste toekomstbestendige omgevingsdienst is nodig om de benodigde innovatie en ontwikkeling te kunnen realiseren. De Omgevingsdienst is daarom voornemens om te fuseren met de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Een dergelijke fusie brengt (financiële) risico's met zich mee.

Financieel overzicht:

Bron:
Jaar
Eigen vermogen (* € 1.000)
Vreemd vermogen (* € 1.000)
Exploitatieresultaat ( * € 1.000)
Bijdrage gemeente (* € 1.000)
Jaarrekening
2023
857
7.099
144
611
Jaarrekening
2024
870
6.555
67
643

Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen (DRAN)

Terug naar navigatie - Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen (DRAN)

De vervoersorganisatie behartigt de belangen van de deelnemers met betrekking tot het tot stand brengen, ontwikkelen en in stand houden van een kwalitatief hoogwaardig, herkenbaar, efficiënt en eenvoudig te gebruiken doelgroepenvervoer. Er wordt op toegezien dat het aanvullend vervoer ook in het buitengebied en de kleine kernen voldoende gewaarborgd is en dat het vervoer optimale aansluiting heeft op het openbaar/vervoer/netwerk. 

Het draagt bij aan de doelstellingen van Programma 2 'Verbindende en versterkende sociale aanpak' (WMO, jeugd en onderwijs).

Het aandeel in de overhead is minder dan 2%. 

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s :
In 2024 eindigt de initiële periode van de vervoerscontracten. Gezien de huidige marktomstandigheden (krapte arbeidsmarkt, energieprijzen,  investering zero emissie voertuigen) is het zeer reëel om te verwachten dat een aanbesteding zal leiden tot hogere tarieven dan de huidige contractueel overeengekomen tarieven. Er is rekening gehouden met groei van de vraag naar vervoer, waardoor het risico daarvoor laag wordt ingeschat.

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
Bijdrage gemeente
Jaarrekening
2023
€ 0
€ 10.690.891
€ 0
€ 486.406
Jaarrekening
2024
€ 0
€ 10.103.447
€ 0
€ 529.041

MGR sociaal domein Centraal-Gelderland

Terug naar navigatie - MGR sociaal domein Centraal-Gelderland

De MGR (Modulaire Gemeenschappelijke Regeling) biedt een algemeen kader voor samenwerking op het gebied van het sociaal domein binnen de regio Centraal-Gelderland en voorziet in samenwerkingsmodules. Er wordt deelgenomen aan de modules: Inkoop Zorg, Werkgevers Service Punt (WSP) en Werkgeverschap Sociale Werkvoorziening (WgSW).

Het draagt bij aan de doelstellingen van Programma 2 'Verbindende en versterkende sociale aanpak' (WMO, jeugd en participatiewet).

Het aandeel in de overhead is ruim 2%. 

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s :
Het financiële risico is beperkt. De gemeente draagt bij aan een eventueel tekort in de exploitatie. In de begroting van de MGR is rekening gehouden met loonstijgingen van SW-ers. Dit kan afwijken n.a.v. CAO ontwikkelingen.

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
Bijdrage gemeente
Jaarrekening
2023
€ 714.000
€ 7.149.000
€ 0
€ 1.639.246
Jaarrekening
2024
€ 560.000
€ 4.512.000
€ 0
€ 1.591.433

Euregio Rijn-Waal

Terug naar navigatie - Euregio Rijn-Waal

De Euregio Rijn-Waal heeft als belangrijkste doel de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van economie en maatschappij te verbeteren en te intensiveren. De Euregio Rijn-Waal brengt partners bij elkaar om gezamenlijke initiatieven te starten en zo gebruik te maken van synergie-effecten.

Het draagt bij aan de doelstellingen van Programma 1 Evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat.3

Het lidmaatschap kost ca. € 3.300

Beleidsvoornemens:
In 2024 is het lidmaatschap opgezegd, er geldt een opzegtermijn van 3 jaar.

Risico’s :
Het financiële risico is zeer beperkt. De gemeente draagt bij aan een eventueel tekort in de exploitatie.

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
Bijdrage gemeente
Jaarrekening
2023
€ 1.734.760
€ 2.700.800
€ -11.942
€ 3.150
Jaarrekening
2024
€ 1.588.995
€ 2.300.406
€ -145.629
€ 3.250

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Doesburg is aandeelhouder van de BNG. De BNG is de bank voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. 

De deelneming in aandelen bedraagt 0,05%.

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s :
Het financiële risico is zeer beperkt. De boekwaarde van de aandelen is € 69.030, in de begroting is het dividend geraamd op € 70.000.

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
ontvangen dividend
Jaarrekening
2023
4.721 miljoen
110.819 miljoen
254 miljoen
€ 69.030
Jaarrekening
2024
4.777 miljoen
123.614 miljoen
294 miljoen
€ 59.642

Alliander

Terug naar navigatie - Alliander

Alliander N.V. is de holding van een netwerkbedrijf. De dochterbedrijven zijn netbeheerders voor het transport van (duurzame) energie.

De deelneming in aandelen bedraagt 0,13%.

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s :
Het financiële risico is beperkt. De boekwaarde van de aandelen is € 8.168, in de begroting is het dividend geraamd op € 100.000. Daarnaast hebben we in 2021 een achtergestelde geldlening verstrekt van € 757.800.

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
ontvangen dividend
Jaarrekening
2023
4.749 miljoen
6.897 miljoen
267 miljoen
€ 103.547
Jaarrekening
2024
6.038 miljoen
6.918 miljoen
976 miljoen
€ 219.105

Vitens

Terug naar navigatie - Vitens

Vitens is het waterbedrijf voor ruim 4 miljoen mensen en bedrijven in Friesland, Overijssel, Flevoland, Gelderland en Utrecht. 

De deelneming in aandelen bedraagt 0,24%.

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s :
Het financiële risico is beperkt. De boekwaarde van de aandelen is € 1.996, in de begroting is geen dividend geraamd. Er is al enkele jaren geen dividend uitgekeerd.

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
Dividend
Jaarrekening
2023
677,7 miljoen
1.559,7 miljoen
27,2 miljoen
€ 0
Jaarrekening
2024
713,6 miljoen
1.684,8 miljoen
34,5 miljoen
€ 0

Circulus B.V.

Terug naar navigatie - Circulus B.V.

Circulus  B.V. verzorgt het afvalbeheer en verricht diensten in de openbare ruimte voor klantgemeenten, die ook aandeelhouder zijn. Het werkgebied van Circulus bestaat uit de gemeenten Apeldoorn, Bronckhorst, Brummen, Deventer, Doesburg, Epe, Lochem, Zutphen en Voorst. De activiteiten worden uitgevoerd op basis van individuele afspraken met gemeenten, met als gezamenlijk doel een duurzame leefomgeving. 

Het draagt bij aan de doelstellingen van Programma 1 Evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat.

De deelneming in aandelen bedraagt 2,44%. 

Beleidsvoornemens:
Er zijn geen wijzigingen voorzien in de samenwerking. Het bestaande beleid wordt voortgezet.

Risico’s :
Het financiële risico is beperkt. De boekwaarde van de aandelen is € 22.235. In de begroting is geen dividend geraamd.

Bron:
Jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Exploitatie-resultaat
Dividend
Jaarrekening
2023
€ 17.058.935
€ 40.642.060
€ 1.400.193
€ 0
Jaarrekening
2024
€ 17.439.208
€ 48.611.800
€ 857.198
€ 0

Paragraaf G | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf G | Grondbeleid

Paragraaf G | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf G | Grondbeleid

Inleiding
In deze paragraaf wordt primair verantwoording afgelegd van de in gang gezette ontwikkelingen op gemeentelijke gronden over 2024, en secundair over de stand van zaken met betrekking tot herontwikkeling en herinrichting op gronden, waarvan de gemeente niet eigenaar is. We hebben het dan over initiatieven van derden, die door de gemeente worden gefaciliteerd. Op die locaties waar we als gemeente een grondpositie hebben, gaat de gemeentelijke inbreng verder dan het stellen van randvoorwaarden en het verlenen van de nodige vergunningen. Op deze gronden is de gemeente zelf opdrachtgever voor het bouw- en woonrijp maken en gaat zij over de gronduitgifte. De wijze waarop hier verder uitvoering aan wordt gegeven kan variëren van een actieve grondexploitatie tot het sluiten van zogenaamde anterieure overeenkomsten met potentiële bouwers en ontwikkelaars. In al deze gevallen gaat het om de gemeente die acteert als ondernemer, waarvoor de spelregels zijn vastgelegd in de BBV en in gemeentelijk grondbeleid. Daarnaast dienen ontwikkelingen te voldoen aan wettelijke bepalingen zoals vastgelegd in Omgevingsplan en Omgevingswet. 

1. Samenvatting

Terug naar navigatie - 1. Samenvatting

Teruggeblikt wordt op de verschillende in gang gezette ontwikkelingen, de gemeentelijke grondposities, en in hoeverre de gemeentelijke investeringen in lijn zijn met de verwachtingen. Alle bouwkavels in Beinum West zijn verkocht. Deze grondexploitatie kan daardoor administratief worden afgesloten. Voor de resterende kosten bouw- en woonrijp maken wordt een voorziening getroffen. Een nieuwe grondexploitatie is geopend voor het Centrum van Beinum.  Deze twee projecten worden naast  twee andere projecten besproken in hoofdstuk 5. Omdat op de besproken ontwikkelingslocaties woningbouw wordt gerealiseerd, wordt in hoofdstuk 4 kort het woonbeleid aangestipt en worden de afspraken die hierover binnen de stadsregio zijn gemaakt toegelicht.  

2. Beleid

Terug naar navigatie - 2. Beleid

Er is een nieuwe nota Grondbeleid Doesburg vastgesteld. In deze nota is de beleidskeuze gemaakt voor het toepassen van Sturend Grondbeleid, met een voorkeur voor een faciliterende rol. Sturend Grondbeleid gaat uit van een manier van werken die door de tijdige inzet van grondbeleidsinstrumenten leidt tot de tijdige bestuurlijk gewenste verandering in het ruimtelijk grondgebruik. Doesburg neemt in ontwikkelingen bij voorkeur een regisserende rol en toont zich daarbij bereid om met ontwikkelaars, bouwers en corporaties op voet van gelijkheid te onderhandelen en samen te werken. Een optimale onderhandelingspositie wordt gecreëerd door zo effectief mogelijk gebruik te maken van het aan gemeenten beschikbaar gestelde grondbeleidsinstrumentarium.  

Met de Omgevingswet (Ow) die per 1 januari 2024 in werking is getreden, zijn alle wetten, regels en afspraken voor de fysieke leefomgeving geïntegreerd in één stelsel. De juridische instrumenten voor grondbeleid onder de Ow zijn grotendeels overgenomen uit bestaande wetten: 

  • de regeling van het voorkeursrecht vervangt de Wet voorkeursrecht gemeenten;
  • de regeling van onteigening vervangt de Onteigeningswet
  • de regeling kostenverhaal vervangt de Afdeling grondexploitatie uit de Wro  (Wet ruimtelijke ontwikkeling). 

Indien er niet, niet tijdig of niet op voor de gemeente acceptabele voorwaarden tot overeenstemming kan worden gekomen, kan de realisatie van een nieuwe functie aldus worden afgedwongen door het inzetten van een of meerdere van de hierboven genoemde wettelijke instrumenten.  

Ontwikkelingslocaties zijn onderverdeeld in zogenaamde grondbedrijfprojecten en niet-grondbedrijf-projecten. Voorwaarde voor grondbedrijfprojecten is dat de gemeente zelf eigenaar is van de grond en zij de geprognosticeerde kosten en opbrengsten moet verantwoorden in financiële grondexploitaties (Grexen).  

3. Stand van zaken

Terug naar navigatie - 3. Stand van zaken
Resultaatverwachting grondbedrijf projecten (2):
Beinum West - alle opbrengsten zijn gerealiseerd in 2024
Als gevolg van faillissement van de beoogde ontwikkelaar van de vier starterswoningen is de bouw van deze woningen uitgesteld.
Bedragen x € 1.000
2024
2023
verschil
duiding
Kosten
7521
7.510
11
uiteindelijke kosten worden hoger ingeschat. In het verslagjaar zijn extra kosten gemaakt n.a.v. verzoek van bewoners om te onderzoekenof de Strijp voor weggebruikers veiliger kan worden ingericht.
Opbrengsten
7.630
7.630
-
Saldo
109
120
-11
Het geprognosticeerde bedrijfsresultaat lijkt nu vrijwel alle kosten zijn gerealiseerd als gevolg van voornoemd onderzoek iets ongunstiger uit te pakken.
Gerealiseerd K
100%
98%
1%
Resterende kosten betreffen kosten bouwrijp maken van de laatste bouwkavel en een nog te verstrekken subsidie wanneer de door de particulier hierop te realiseren woning wordt gebouwd volgen het principe “nul op de meter”
Gerealiseerd O
100%
98%
2%
Met de verkoop van de laatste bouwkavel zijn alle opbrengsten gerealiseerd.
Centrum van Beinum- geopend medio mei 2024
Gelijktijdig met het vaststellen van de ontwikkelingskaders voor het nieuwe centrum is een eerste financiële grondexploitatie vastgesteld, gebaseerd op het ontwikkelingsplan (de drie laatste kolommen kunnen hierdoor nog niet worden ingevuld.
Bedragen x € 1.000
2024
2023
  verschil
duiding
Kosten
5.464
Opbrengsten
6.173
Saldo
709
Op basis van een eerste doorrekening van de plannen wordt rekening gehouden met een positief bedrijfsresultaat.
Gerealiseerd K
1,3%
De in 2024 gerealiseerde kosten hebben betrekking op de planvoorbereidingskosten die op basis van de vaststelling van de GREX op 29 mei 2024 hierop worden geboekt.
Gerealiseerd O
0

4. Risico's

Terug naar navigatie - 4. Risico's

Algemeen risico:
Met betrekking tot de financiële risico’s van grondbedrijfprojecten wordt in de berekening van het weerstandsvermogen rekening gehouden met een algemeen risico van 20% van de boekwaarde van de grondexploitaties. 

Projectspecifieke risico’s:
Ten aanzien van de projectspecifieke risico’s worden in de grondexploitaties afzonderlijk rekening gehouden met stelposten, dit om mogelijke tegenvallers binnen de grondexploitatie op te kunnen vangen. Zo wordt er een post onvoorzien opgenomen, die aan het begin van het ontwikkelingsproces hoog is en naar mate meer kosten zijn gerealiseerd qua bedrag afneemt.

Algemene risico’s bouwgrondexploitaties en weerstandsvermogen:
Bij het opstellen van grondexploitaties wordt ingespeeld op mogelijke risico’s. Gedurende de uitvoering van het project kunnen echter risico’s manifest worden die vooraf niet of niet juist zijn ingeschat. Dit kan met name het geval zijn bij exploitaties die zich over een langere periode van meerdere jaren uitstrekken. De risico’s kunnen worden onderverdeeld in gebied gerelateerde risico’s (bodem, archeologie e.d.) en marktrisico’s (economische ontwikkelingen, maatschappelijke ontwikkelingen e.d.).  Het risico wordt grofweg ingeschat op 20% van de boekwaarde van de diverse complexen per enig jaar.

5. Woningbouw ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 5. Woningbouw ontwikkelingen

5.1 Het woningbouwprogramma
Allen hierna in hoofdstuk 5 genoemde ontwikkelingen hebben betrekking op woningbouw. Woningbouwinitiatieven worden getoetst aan de medio 2024 vastgestelde Woonzorgwelzijnvisie 2024-2028 en aan de meest recente cijfers over de bevolkings- en huishoudensamenstelling. In de nieuwe visie is de ambitie opgenomen om tot een (meer) evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat te komen. Door schaarste aan (betaalbare) woningen wordt beroep gedaan op gemeenten om -zo mogelijk- méér te  bouwen dan alleen voor de lokale behoefte. In Doesburg gaat het om enkele honderden woningen extra, waarmee tegelijkertijd meer balans in woningvoorraad kan worden gebracht. Een woningvoorraad die zich laat typeren als een voorraad met een bovengemiddeld aandeel sociale huurwoningen en een fors aandeel goedkope koopwoningen.   

In de Woonzorgwelzijnvisie Doesburg 2024-2030 zijn de prioriteiten van het lokale woonbeleid in al zijn facetten voor de komende jaren vastgelegd. De visie geeft niet alleen inhoud en richting aan de ontwikkelingen op de woningmarkt. In samenhang met wonen wordt ook bezien wat nu en in de nabije toekomst gewenst is op het gebied van zorg en welzijn. Daarbij wordt qua programma concreet ingezet op de komende vijf tot zeven jaar, met een doorkijk richting 2040. De gemeente baseert zich daarbij in belangrijke mate op het Woning-behoefteonderzoek Doesburg 2022-2040.  

5.2 Regionaal afsprakenkader (nadere uitwerking Woondeal 2.0)
In 2020 zijn gemeenten binnen de Groene Metropoolregio, provincie Gelderland en Rijk een langjarig partnerschap aangegaan voor een beter werkende woningmarkt. Aanleiding is het grote woningtekort, waardoor de woonopgaven bovengemiddeld zijn en de uitvoering onder druk staat. In de geactualiseerde regionale woondeal – Woondeal 2.0 - stond de afspraak dat de regio aan de slag gaat met een regionale woonzorgvisie (afspraak 14). Dit ook vanwege het besef dat de opgave in het huisvesten van de verschillende aandachtsgroepen te groot is om als individuele gemeenten, zonder afstemming, op te pakken. Regionale afspraken kunnen hierin helpen. Deze afspraken komen in de plaats van een regionale woonzorgvisie.  

De basis voor het afsprakenkader bestaat uit twee uitgangspunten: 1) de aandachtsgroepen zijn onze inwoners en 2) we werken toe naar toekomstbestendige vitale wijken. 

  1. Aandachtsgroepen? Onze inwoners!
    Elke aandachtsgroep of urgentiecategorie bestaat uit inwoners van alle regiogemeenten. Het Rijk verstaat onder aandachtsgroepen mensen die dak- en thuisloos zijn, die uitstromen uit een intramurale (zorg)instelling, statushouders en diverse groepen mensen met sociale of medische urgentie, waaronder slachtoffers van huiselijk geweld en mantelzorgers. Deze mensen hebben niet alleen een dak boven hun hoofd nodig, maar vaak ook behoefte aan zorg en ondersteuning. Daarnaast vallen arbeidsmigranten, woonwagenbewoners, studenten en ouderen onder de aandachtsgroepen. Allemaal inwoners die door omstandigheden wat extra hulp en urgentie nodig hebben bij het vinden van een thuis. De gemeenten van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen zien het als hun gezamenlijke taak om te zorgen voor voldoende en goede huisvesting voor al haar inwoners, dit onder het motto:  “Een thuis voor iedereen!”
  2. Toekomstbestendige vitale wijken als basis 
     De komende decennia krijgen we te maken met dubbele vergrijzing, waaronder een toename van eenpersoonshuishoudens (vooral van mensen boven de 75 jaar). Sommigen hebben wat meer zorg en aandacht nodig, terwijl het tekort aan zorgpersoneel de komende jaren toeneemt. Dit vraagt om een nieuwe manier van denken bij zowel inwoners als maatschappelijke organisaties. Begrippen zoals sociale cohesie, inclusie, samenredzaamheid en wederkerige      ondersteuning krijgen betekenis in de dagelijkse praktijk, zodat kwetsbare mensen zelfstandiger kunnen blijven in hun buurt. Tussen wijken, maar ook tussen gemeenten, bestaan grote verschillen. Sommige wijken/gemeenten  zijn overbelast, andere hebben ruimte. Dit vraagt om goede toedeling en beleid. 

Hoe worden de gestelde doelen bereikt? 

De komende jaren wordt binnen de stadsregio op basis van de vastgestelde regionale afsprakenkaders ingezet op een evenwichtige verdeling van onze inwoners, die extra ondersteuning en aandacht vragen over wijken/gemeenten. Dit wordt gedaan op basis van inwoneraantal.  

In de woonzorgwelzijnvisie Doesburg 2024-2028 is gesignaleerd dat de lokale behoefte aan wonen met zorg niet volledig kan worden gerealiseerd in onze gemeente. Oplossing voor dit probleem lijkt gevonden te kunnen worden door samen te werken met andere gemeenten, waarbij elke gemeente bijvoorbeeld een aandachtsgroep huisvest waar niet alleen eigen inwoners maar ook inwoners uit omliggende gemeenten met dezelfde indicatie en/of problematiek kunnen worden gehuisvest.  

Bij eerdere gelegenheid is de gemeenteraad geïnformeerd over locatie gymzaal Armgardstraat en dat deze locatie bij uitstek geschikt lijkt om invulling te geven aan één van aandachtsgroepen (raadsinformatiebrief van 21 mei 2024). In 2025 wordt het alhier gewenste programma nader gedefinieerd (zie tevens 6.5).  

5.3 Prestatieafspraken Wonen
In de jaarlijks met Stichting Woonservice IJsselland te maken Prestatieafspraken Wonen worden de te behalen doelen over wonen in relatie tot bereikbaarheid & betaalbaarheid, duurzaamheid en zorg & welzijn vastgelegd. In 2023 zijn prestatieafspraken voor de komende vier jaar vastgelegd in een convenant. In het verslagjaar zijn de afspraken uit dit convenant geëvalueerd en geactualiseerd. Afspraak is om dit jaarlijks te doen. Dit geactualiseerde document wordt vervolgens door de corporatie overgelegd aan de Autoriteit wonen.  

6. Projecten

Terug naar navigatie - 6. Projecten

6.1 Beinum West 

Het laatste kavel, waarop vier starterswoningen worden gerealiseerd, is verkocht. Daarmee zijn alle opbrengsten gerealiseerd, zoals hierboven vermeld onder 3.3.1.  Op 28 maart 2024 is de zesde en laatste financiële grondexploitatie voor Beinum West vastgesteld. Deze grondexploitatie is in het verslagjaar afgesloten. Voor de resterende kosten van maximaal € 27.000 wordt een voorziening getroffen. In totaal zijn in Beinum West in een periode van ruim vijftien jaar 183 1 woningen gebouwd en een woonzorggebouw voor 24-uurs-zorg . In onderstaande tabel is de verdeling over de verschillende woningcategorieën weergegeven:  

Totaal
Huur
Koop
sociaal
vrije sector
goedkoop
middelduur
duur
183
33
27
9
37
77
100%
18%
15%
5%
20%
42%

6.2 Centrumplan Beinum
In het verslagjaar zijn voor de geplande herinrichting van het centrum van Beinum de ruimtelijke kaders en een beeldkwaliteitsplan vastgesteld. Ook zijn op basis van het te realiseren programma de met een zekere marge te verwachten kosten en opbrengsten berekend en verwerkt in een financiële grondexploitatie (GREX). Voor de uitkomsten hiervan wordt verwezen naar paragraaf 3.3.2. Bedoeling is om voor de herontwikkeling van dit centrumgebied een ontwikkelaar te contracteren aan wie bouwgrond met bouwrecht wordt verkocht. In de tweede helft van 2024 is de voorgenomen herinrichting geplaatst op TenderNed: hét online Marktplein voor aanbestedingen van de Nederlandse Overheid. Met potentiële ontwikkelaars hebben marktconsultaties plaatsgevonden.  

Daarnaast zijn verschillende ruimtelijke onderzoeken uitgevoerd die als opmaat dienen voor het te wijzigen omgevingsplan.  Van het huidige centrum van Beinum wordt een aantrekkelijke plek gemaakt die  inwoners uitnodigt om elkaar te ontmoeten wat de leefbaarheid ten goede komt. Het nieuwe centrum moet ruimte bieden aan zo’n 120 tot 130 appartementen en een grotere moderne supermarkt. Met de eigenaar van de supermarkt is een principe akkoord bereikt over aankoop van de huidige supermarkt en verkoop van bouwgrond voor een nieuwe supermarkt met aangrenzende parkeerplaats.  

In 2025 wordt de procedure voor het wijzigen van het omgevingsplan opgestart en zal ook waarschijnlijk een tender worden uitgeschreven voor het verwerven van een ontwikkelaar die de woningbouwplannen en de inrichting van de openbare ruimte gaat uitvoeren. Nádat er een ontwikkelaar is gecontracteerd kan de grondexploitatie worden afgesloten. Vanaf dat moment worden de gemeentelijke kosten in de verdere planvoorbereiding en -uitvoering (het samenspel tussen gemeente en ontwikkelaar) bekostigd uit (een deel van) het van de ontwikkelaar ontvangen geldbedrag voor de aan hem verkochte bouwgrond (met bouwrecht).  

6.3 Project Wemmerse Woerden
Op 4 juli 2024 zijn de ruimtelijke kaders en beeldkwaliteitsplan vastgesteld voor uitbreidingslocatie Wemmerse Woerden. Voor de ontwikkelaar was dit het startsein om allerlei ruimtelijke onderzoeken uit te voeren voor de alhier ruim 300 te bouwen woningen op circa 14 hectare agrarische grond. Niet alle bouwgrond is al in handen van de ontwikkelaar. Hierop is het wachten alvorens er met de gemeente een vervolgovereenkomst kan worden gesloten. Deze zogenaamde anterieure overeenkomst bevat nadere afspraken over onder andere de wijze waarop ná realisatie de openbare grond (wegen, groen, riolering, straatmeubilair) wordt ingericht en wordt geleverd aan de gemeente. In 2025 wordt de procedure tot wijziging van het omgevingsplan opgestart.  De woningen zullen in meerdere fasen worden gerealiseerd en dit zal naar verwachting zes tot acht jaar in beslag nemen. 

6.4 Project Flora 23
De eerste fase van de door Stichting Woonservice IJsselland in totaal te vervangen 59 gedateerde eengezinswoningen in wijk De Ooi is in 2024 afgerond. Van de woningen in de tweede fase hoopt de corporatie eind 2025 de sleutels aan huurders te kunnen uitreiken. In deze tweede fase gaat het om de sloop van 39 eengezinswoningen, die worden vervangen door 19 grotendeels uit hout opgetrokken eengezinswoningen en 39 appartementen. In de met de corporatie gesloten samenwerkings-overeenkomst is onder andere afgesproken dat de corporatie een bijdrage levert in het opnieuw inrichten van de openbare ruimte rondom de woningen. Dit opnieuw inrichten is nodig omdat de woningen met het oog op de gewenste variatie in woningtypes anders op de locatie worden gepositioneerd. Bij de opnieuw en idealiter duurzaam klimaatadaptief in te richten openbare ruimte wordt gelijktijdig de riolering, daterend uit de jaren ’60 (deels) vervangen, en wordt er een apart riool voor de afvoer van regenwater aangelegd. 

6.5 Gymzaal Armgardstraat
In 2021 is de gymzaal aan de Armgardstraat buiten gebruik gesteld. Een tijd lang is het gebouw beheerd door een anti-kraak-organisatie. De sloop van het gebouw is in voorbereiding. Een  stedenbouwkundige verkenning is uitgevoerd over een nieuwe invulling van deze locatie. Deze informatie is gedeeld met de gemeenteraad waarbij is uitgesproken om alhier een geclusterde vorm van wonen met zorg te realiseren voor bij voorkeur: 

  1. Mensen met een verstandelijke beperking, óf
  2. Mensen die niet zelfstandig kunnen wonen vanwege psychische en/of psychosociale problematiek volgens de regeling Beschermd Wonen.   

De toekomstige bewoners behoeven niet persé Doesburg als hun huidige verblijfplaats te hebben. Zij kunnen uit verschillende regiogemeenten komen, daarbij handelend conform het in het najaar van 2024 vastgesteld Regionaal Afsprakenkader Huisvesting Aandachtsgroepen.  Dit kader (deze instructie) moet zorgen voor een evenwichtige verdeling van aandachtsgroepen over de regio. Naar rato van inwoneraantallen gaat het in Doesburg om circa vijfendertig mensen. 

In 2025 wordt de procedure tot wijziging van het omgevingsplan opgestart en wordt meer concreet het woon(zorg)programma bepaald, waarna een procedure wordt opgestart tot vermarkten van de bouwlocatie met bouwrecht.  

Paragraaf H | Wet Open Overheid

Terug naar navigatie - Paragraaf H | Wet Open Overheid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wet open overheid (Woo)

De Wet Open Overheid verplicht bestuursorganen om verantwoording af te leggen in hun begroting en jaarrekening over hoe zij de bepalingen uit deze wet in beleid en uitvoering toepassen. De Woo gaat uit van het recht van inwoners op overheidsinformatie, die actief openbaar gemaakt wordt of op aanvraag kan worden verstrekt.

Volgens de Woo moet de overheid haar informatie zodanig beheren en ontsluiten dat altijd en tijdig de juiste informatie kan worden gevonden of op aanvraag kan worden verstrekt. De wet voorziet in een gefaseerde invoering van actieve openbaarmaking van verschillende informatiecategorieën (tranches). Op 1 november 2024 moesten de eerste categorieën actief openbaar worden gemaakt: organisatie- en bereikbaarheidsgegevens en wet- en regelgeving en overige  besluiten van algemene strekking.

De tweede tranche bestaat uit ontwerpen van regelgeving waarover advies is gevraagd aan een externe partij (met inbegrip van de adviesvraag) en gevraagde en ongevraagde adviezen van adviescolleges en commissies over andere onderwerpen (met inbegrip van de adviesvraag). Daarnaast zullen ook jaarplannen en jaarverslagen, vergaderstukken van raad en college, en agenda’s en besluiten van het college actief openbaar gemaakt worden. Dit voor zover dat nu niet al gebeurt. Ook het actief openbaar maken van Woo-verzoeken en -besluiten valt onder de tweede tranche en ook dat gebeurt inmiddels al. 
Wanneer de tweede tranche in werking treedt voor gemeenten wordt na 1 juli 2025 bekend.

Woo en Doesburg

Het grip krijgen op informatiebeheer om tijdig en juist informatie actief te kunnen openbaren of op aanvraag te verstrekken is urgent. Gemeente Doesburg heeft hiervoor het platform woo.doesburg.nl ingericht, dat ook is geïntegreerd in de gemeentelijke website. Hier worden de wettelijk verplichte informatiecategorieën toegankelijk gemaakt.

De wet schrijft voor dat informatie ook vindbaar moet zijn via één centrale vindplaats: de Woo-index. De Woo-contactpersoon van de gemeente zorgt ervoor dat de juiste informatie wordt aangeleverd aan deze index, zodat de openheid van informatie ook geborgd is via het kanaal van Overheid.nl, de wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden.