Inleiding
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingVoor u ligt de programmabegroting 2025-2028. De programmabegroting geeft op hoofdlijnen de gemeentelijke activiteiten weer o.a. in termen van programmadoelen en bijbehorende maatregelen vanuit het collegeprogramma 2022-2026. De programmabegroting is opgesteld op basis van het tot en met de kadernota 2025 vastgestelde beleid en de bij de kadernota 2025 vastgestelde uitgangspunten. De uitvoering van de programmabegroting is opgedragen aan het college van B&W. Het college van B&W informeert de gemeenteraad via de integrale voortgangsrapportage omtrent de uitvoering van de programmabegroting. Na afloop van het begrotingsjaar vindt verantwoording plaats middels de jaarrekening en het jaarverslag.
Het programmaplan
Terug naar navigatie - Het programmaplanDe programmabegroting bevat o.a. een programmaplan. Het programmaplan bevat de te realiseren programma’s (een programma is een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen die zijn gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren gekoppeld kunnen worden), zoals die door de Raad zijn vastgesteld alsmede, een overzicht van de beschikbare algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorziene uitgaven. Het in deze begroting opgenomen programmaplan bevat de navolgende programma’s:
1. Evenwichtig en leeftijdsbestendig woon- en vestigingsklimaat
2. Verbindende en versterkende sociale aanpak
3. Kwaliteitstoerisme en toegankelijke natuurrecreatie
4. Bestuur en organisatie
Deze programma’s zijn in het programmaplan verder uitgewerkt. Hierbij staan de navolgende drie zogenaamde “W–vragen” centraal:
- Wat willen we bereiken?
Bij de beantwoording van deze vraag gaat het om de beoogde maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid. Een beoogd maatschappelijk effect zou bijvoorbeeld kunnen zijn “Een veilig gevoel voor alle inwoners van de gemeente Doesburg”. - Wat gaan we daarvoor doen?
Nadat de te bereiken maatschappelijke effecten zijn benoemd, wordt bij dit onderdeel vervolgens uiteengezet wat in het begrotingsjaar gedaan moet worden om de beoogde maatschappelijke effecten (op termijn) te kunnen realiseren. - Wat mag het kosten?
Bij de beantwoording van deze vraag geeft de Raad aan wat de uitvoering van het betreffende programma mag kosten.
De paragrafen
Terug naar navigatie - De paragrafenNaast een programmaplan bevat de programmabegroting ook een aantal verplicht voorgeschreven paragrafen. In deze paragrafen zijn de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede de beleidslijnen die worden gehanteerd ten aanzien van de lokale heffingen, zoals de onroerende zaakbelastingen en de afvalstoffenheffingen. In het betreffende onderdeel van deze programmabegroting komen achtereenvolgens de navolgende (verplichte) paragrafen aan de orde
- A - Lokale heffingen
- B - Weerstandsvermogen en Risicobeheersing
- C - Onderhoud Kapitaalgoederen
- D - Financiering
- E - Bedrijfsvoering
- F - Verbonden partijen
- G - Grondbeleid
- H - Wet Open Overheid
Financiële begroting
Terug naar navigatie - Financiële begrotingIn dit onderdeel van deze programmabegroting wordt aan de hand van de ramingen per programma, de beschikbare algemene dekkingsmiddelen, het beschikbare bedrag voor onvoorziene uitgaven en de geraamde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves het begrotingsresultaat inzichtelijk gemaakt. Belangrijke afwijkingen worden van een toelichting voorzien en u vindt een overzicht met de geraamde incidentele baten en lasten. Ook bevat dit hoofdstuk van de programmabegroting een uiteenzetting van en een toelichting op de financiële positie van de gemeente Doesburg. Aandacht wordt o.a. geschonken aan de algemene financiële uitgangspunten, de (meerjarige) budgettaire positie, de investeringen en de omvang van de reserves en de voorzieningen.
BBV beleidsindicatoren
Terug naar navigatie - BBV beleidsindicatorenVoor het toelichten van de maatschappelijke effecten in de begroting zijn gemeenten verplicht om de effecten van beleid toe te lichten aan de hand van een op Rijksniveau vastgestelde set aan beleidsindicatoren. In dit boekwerk zijn deze verplichte indicatoren middels grafieken opgenomen in de Bijlage van het boekwerk, waarbij de scores van Doesburg worden vergeleken met de gemiddelde waarden in Nederland. Door de indicatoren (en daarmee de ontwikkeling ervan) op deze wijze te presenteren, ontstaat er een overzichtelijk beeld van de cijfers. Het doel van deze indicatoren is o.a. dat de beleidsresultaten van de gemeenten onderling vergelijkbaarder worden.