Inleiding
Deze paragraaf is gebaseerd op het beleid tot en met de kadernota 2021 en bevat informatie over de gemeentelijke belastingen. De gemeentelijke belastingen zijn te onderscheiden in drie typen belastingen. De algemene belastingen, de bestemmingsheffingen en retributies. Na de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn dit de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente.
De opbrengsten van de algemene belastingen komen ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten van deze belastingen niet gelabeld zijn maar voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen kunnen worden ingezet. De onroerende-zaakbelastingen (verder OZB), hondenbelasting en de parkeerbelasting behoren tot deze categorie. Bestemmingsheffingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. Onder deze categorie vallen de afvalstoffen- en de rioolheffing. Retributies worden geheven als de gemeente een specifieke dienst verleent. De leges vormen de belangrijkste retributies in de gemeente Doesburg. Voor bestemmingsheffingen en retributies geldt dat er geen winst gemaakt mag worden. De opbrengst mag daarom niet hoger zijn dan de kosten die gemaakt moeten worden om de dienst te verlenen.
De opbrengsten van de gemeentelijke belastingen en leges
Voor de belangrijkste gemeentelijke belastingen zien de primaire ramingen voor 2021 in vergelijking met 2020 (inclusief begrotingswijzigingen 2020) er als volgt uit:
Belastingsoort |
2020 |
2021 |
OZB Eigenaar woningen Eigenaar niet woningen Gebruiker niet woningen |
1.644.863 279.654 178.058 |
1.681.872 285.946 182.064 |
Afvalstoffenheffing |
1.479.652 |
1.512.852 |
Rioolheffing |
1.203.490 |
1.230.468 |
Hondenbelasting |
52.256 |
53.432 |
Parkeerheffingen |
426.041 |
577.854 |
Toeristenbelasting |
246.392 |
372.591 |
Leges Algemene dienstverlening Omgevingsvergunning Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
240.451 322.785 10.345 |
245.861 330.048 10.671 |
De ontwikkeling van de tarieven in 2021
De inwoners van de gemeente krijgen jaarlijks een aanslag gemeentelijke belastingen. Voor de beoordeling van de lastendruk zijn de tarieven dan ook van groot belang.
Naast volumeontwikkelingen (bijvoorbeeld toename aantal woningen) en kostenontwikkelingen (bijvoorbeeld inzameling- en verwerkingsprijzen afval) is uitgegaan van een indexering van de tarieven 2021 met 2,25%. Samengevat hanteren we de volgende uitgangspunten voor de belastingen:
- de tarieven stijgen in principe met 2,25%;
- volumeontwikkelingen worden meegenomen;
-
afvalstoffenheffing en rioolheffing worden kostendekkend geraamd.
De belangrijkste tarieven voor 2021 (in vergelijking met het tarief 2020) zien er als volgt uit:
Belastingsoort |
Tarief 2020 |
Tarief 2021 |
Percentage |
OZB voor woningen: |
|
|
|
- tarief eigenaar per WOZ-waarde |
0,1533% |
0,1469% |
-4,15% |
OZB voor niet-woningen: |
|
|
|
- tarief eigenaar per WOZ-waarde |
0,2094% |
0,2120% |
1,25% |
- tarief gebruiker per WOZ-waarde |
0,1529% |
0,1548% |
1,25% |
Afvalstoffenheffing vastrecht: |
|
|
|
- vastrechtbedrag per jaar |
€ 226,00 |
€ 231,00 |
2,25% |
Afvalstoffenheffing per aanbieding: |
|
|
|
- een 240 liter container voor restafval |
€ 10,85 |
€ 11,10 |
2,25% |
- een 240 liter container voor GFT |
€ 4,90 |
€ 5,00 |
2,25% |
- een 140 liter container voor restafval |
€ 6,35 |
€ 6,50 |
2,25% |
- een 140 liter container voor GFT |
€ 2,85 |
€ 2,90 |
2,25% |
- een ondergrondse container 30 liter restafval |
€ 1,35 |
€ 1,40 |
2,25% |
- een ondergrondse container 60 liter restafval |
€ 2,70 |
€ 2,80 |
2,25% |
- een container voor plastic-, metaal- en drankenverpakkingen (PMD) |
€ 0,00 |
€ 0,00 |
0,00% |
|
|
|
|
Rioolheffing: - per m3 waterverbruik |
€ 2,18 |
€2,30 |
5,5% |
Hondenbelasting: |
|
|
|
- 1e hond |
€ 48,25 |
€ 49,35 |
2,25% |
- 2e hond |
€ 72,05 |
€ 73,65 |
2,25% |
- iedere volgende hond |
€ 108,35 |
€ 110,80 |
2,25% |
- hondenkennel |
€ 241,15 |
€ 246,60 |
2,25% |
Toeristenbelasting: |
€ 1,50 |
€ 1,50 |
2,25% |
Beschrijving van de beleidsvoornemens per belasting
Algemeen
We kennen een gesloten belastingstelsel. Dit betekent dat een gemeente een belasting alleen kan heffen als de wet daar nadrukkelijk de bevoegdheid toe geeft. Het beleid betreffende de gemeentelijke belastingen is o.a. opgenomen in de volgende documenten:
- Landelijke wet- en regelgeving;
- Diverse belastingverordeningen;
- Watertakenplan Olburgen (WTPO 2018-2022).
Onroerende-zaakbelastingen
Onder de naam ‘onroerende-zaakbelastingen’ worden een gebruikers- en eigenarenbelasting geheven. Voor woningen wordt alleen een eigenarenbelasting geheven. Op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wordt ieder jaar van elk object de waarde vastgesteld. De waarde vormt de grondslag voor de berekening van de OZB aanslagen. Ontwikkelingen in de waarde als gevolg van de jaarlijkse herwaardering worden gecompenseerd via het tarief.
Bij de tarieven OZB voor 2021 is voorlopig rekening gehouden met een voor Doesburg ingeschatte waardestijging van 6,4% voor woningen (op basis marktanalyse 2021) en van een waardestijging van 1% voor niet-woningen (op basis van de mei-circulaire 2020). Dit betekent dat het woningtarief kan dalen met 4,15% om toch de opbrengststijging van 2,25% te realiseren. Het niet-woningentarief moet daarentegen met 1,25% stijgen om de geraamde opbrengst te verwezenlijken. Het gemiddeld aanslagbedrag OZB wordt dus 2,25% hoger.
De definitieve OZB tarieven worden bepaald op basis van de daadwerkelijke waardeontwikkeling in Doesburg. Deze waardeontwikkeling is later dit jaar bekend. Dan kunnen de definitieve tarieven OZB 2021 berekend worden. Deze tarieven worden vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2020.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing wordt geheven om de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval te dekken. Deze heffing mag maximaal kostendekkend zijn. In Doesburg is de afvalstoffenheffing gebaseerd op Diftar (gedifferentieerde tarieven). Huishoudens betalen een vast deel en een variabel deel. Het vaste deel is voor alle huishoudens gelijk en moet de vaste kosten dekken. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten voor (ondergrondse) containers, het recycleplein en inzamel- en verwerkingskosten. Het variabele deel bestaat uit het aantal keren dat de groene container aan de weg wordt gezet of de afvalzak in de ondergrondse restafvalcontainer wordt gedeponeerd.
Vanaf 1 januari 2019 wordt het restafval in een ondergrondse container aangeboden. Dit wordt ook wel 'gespiegeld inzamelen' genoemd. Standaard zijn de ondergrondse restafvalcontainers uitgevoerd met een trommel voor 60 liter afvalzakken. Op 16 locaties verspreid door de stad zijn deze containers uitgevoerd met een trommel voor zowel 60 liter als 30 liter afvalzakken. De oude grijze minicontainer voor restafval kan gebruikt worden om het oud papier (gratis) aan te bieden. Alleen huishoudens in het buitengebied houden de grijze mini-container voor het aanbieden van restafval omdat in het buitengebied geen ondergrondse restafvalcontainers zijn geplaatst. De tarieven voor de grijze minicontainers voor restafval blijven daarom in de belastingverordening staan.
Huishoudens in de binnenstad of van hoogbouw kunnen ook een groene minicontainer krijgen voor het GFT (Groente-, Fruit- en Tuinafval). Voorwaarde is dat deze container op eigen terrein wordt geplaatst. Voor GFT kunnen huishoudens uit 2 containerformaten kiezen: 140 liter of 240 liter. Huishoudens kunnen daarnaast ook gebruik maken van een oranje minicontainer voor PDM (Plastic-, Metaal- en Drankenverpakkingen). Ook deze minicontainer moet op eigen terrein worden geplaatst. Het aanbieden van deze container is gratis.
Op het recycleplein aan de Parallelweg Den Helder kan grof huishoudelijk afval tegen betaling worden aangeboden, zoals kapot en/of versleten meubilair, bouw- en sloopafval, gips en hout. Maar liefst 18 afvalstromen kunnen er gratis worden gebracht, zoals snoeiafval tot 500kg, bakolie en frituurvet, harde kunststoffen en piepschuim.
Voor begrotingsjaar 2021 is besloten om de tarieven met de inflatiecorrectie van 2,25% te verhogen zodat 100% kostendekking bereikt kan worden.
Bij de bepaling van de tarieven voor 2021 is uitsluiten rekening gehouden met de inflatiecorrectie van 2,25%. Uitgangspunt voor deze paragraaf is de primaire begroting 2021.
Rioolheffing
De gemeente kan naast de zorg voor het riool ook voorzieningen bekostigen die het mogelijk maken in te spelen op de zorg voor het hemel- en grondwater binnen de gemeente. Op 22 februari 2018 is het Watertakenplan Olburgen 2018–2022 door de gemeenteraad vastgesteld. Er is daarbij gekozen voor de financieringsvariant dotaties midden. Dat wil zeggen dat de rioleringsvoorzieningen op middellange termijn worden gebruikt om de tarieven geleidelijk te laten stijgen.
Uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de rioolheffing is 100% kostendekking op grond van het vastgestelde watertakenplan. Hiermee komt het tarief voor de rioolheffing voor 2021 op €2,30 per m3 (afval)water. Dit is een stijging van 5,5% ten opzichte van het tarief 2020 (€2,18 per m3).
Hondenbelasting
De tarieven voor de hondenbelasting worden jaarlijks uitsluitend met de inflatiecorrectie verhoogd. Voor 2021 bedraagt deze algemene verhoging 2,25%. We kiezen voor een oplopend tarief per hond om ongebreidelde aanschaf van honden te ontmoedigen.
Parkeerbelastingen
De tarieven voor de parkeerbelastingen worden jaarlijks verhoogd met de inflatiecorrectie. Voor 2021 bedraagt deze algemene verhoging 2,25%. Dit jaar zijn de parkeertarieven in de parkeerautomaten niet meegenomen omdat een beperkte procentuele verhoging van de tarieven nu eenmaal lastig is door te voeren in de parkeerautomaten. Uitgangspunt voor deze paragraaf is de primaire begroting 2021.
Toeristenbelasting
Het tarief voor de toeristenbelasting wordt jaarlijks doorgerekend met de inflatiecorrectie maar pas verhoogd wanneer het bedrag van de verhoging €0,05 of meer bedraagt. Bij de doorrekening van de inflatiecorrectie van 2,25% blijft het niet afgeronde tarief voor 2021 binnen de marge van € 0,05. Het tarief wordt dus niet gewijzigd en blijft op het niveau van 2020. Dit is €1,50 per overnachting. Uitgangspunt voor deze paragraaf is de primaire begroting 2021.
Leges
De leges zijn belastingen die de gemeente kan heffen voor het verstrekken van diensten. Er mag geen winst worden gemaakt. Kruissubsidiëring in de legesverordening is wel toegestaan. Onder kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger vaststellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Uit de hieronder ingevoegde tabel onder leges blijkt dat er inderdaad geen winst wordt gemaakt op de leges. Uitgangspunt voor deze paragraaf is de primaire begroting 2021.
Precariobelasting voor ondergrondse kabels en leidingen
Deze belasting is met ingang van 1 januari 2016 in Doesburg ingevoerd en kan nog geheven worden tot en met 2021. In de primaire begroting is rekening gehouden met de opbrengst voor gasleidingen van €178.000 en voor elektriciteitsleidingen van €300.000 tot en met het jaar 2021.
Lasten- en baten overzicht van de kostendekkende tarieven
Hieronder is inzichtelijk gemaakt hoe bij de berekening van de tarieven wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Dit hebben we gedaan voor de tarieven van belastingen die hoogstens kostendekkend mogen zijn. Dit overzicht van kostendekkende tarieven ziet er voor 2021 als volgt uit:
Leges / Titel |
Onderwerp |
Taakveld |
Toe te rekenen lasten* |
Toe te rekenen baten |
Dekking in % |
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
|
|
|
|
|
Basisregistratie personen (BRP) |
0.2 Burgerzaken |
129.343 |
4.699 |
4% |
|
Naturalisatie en optie |
0.2 Burgerzaken |
9.868 |
3.407 |
35% |
|
Reisdocument en rijbewijzen |
0.2 Burgerzaken |
129.832 |
88.257 |
68% |
|
Burgerlijke stand |
0.2 Burgerzaken |
53.723 |
20.792 |
39% |
|
Overige burgerzaken |
0.2 Burgerzaken |
152.702 |
2.709 |
2% |
|
Verklaring Omtrent Gedrag (COVOG) |
0.2 Burgerzaken |
6.569 |
8.939 |
136% |
|
Gehandicaptenkaart |
0.2 Burgerzaken |
3.865 |
6.340 |
164% |
|
Totaal titel 1: |
|
485.902 |
135.143 |
28% |
Titel 2 |
Omgevingsvergunning |
|
|
|
|
|
|
8.3 Wonen en Bouwen |
317.139 |
329.314 |
104% |
|
Totaal titel 2: |
|
317.139 |
329.314 |
104% |
Titel 3 |
Dienstverlening (vallend onder de Europese dienstenrichtlijn) |
|
|
|
|
|
Uitvoering bijzondere wetten |
1.2 Openbare orde en veiligheid |
68.820 |
2.767 |
4% |
|
Algemene plaatselijke verordening |
1.2 Openbare orde en veiligheid |
113.178 |
6.603 |
6% |
|
Totaal titel 3: |
|
191.998 |
9.370 | 5% |
|
TOTAAL (titels 1, 2 en 3): |
|
995.039 |
473.827 |
48% |
Lijkbezorgingsrechten |
|
|
|
7.5 Begraafplaatsen |
137.176 |
|
|
0.4 Overhead |
6.131 |
|
|
Totale kosten |
|
143.307 |
|
Opbrengst belastingen |
66.384 |
|
|
Overige opbrengsten |
0 |
|
|
Totale opbrengsten |
|
66.384 |
|
Dekking |
|
|
48% |
|
|
|
|
Afvalstoffenheffing |
|
|
|
7.3 Afval |
1.186.231 |
|
|
0.4 Overhead inclusief btw en rente |
347.609 |
|
|
2.1 Straatreiniging |
163.108 |
|
|
6.3 Kwijtschelding |
65.565 |
|
|
Totale kosten |
|
1.762.513 |
|
7.3 Opbrengst belastingen |
1.512.852 |
|
|
7.3 Overige opbrengsten |
199.535 |
|
|
Totale opbrengsten |
|
1.712.383 |
|
Dekking |
|
|
97% |
|
|||
Marktgeld |
|
|
|
3.1 Economische ontwikkeling |
13.231 |
|
|
0.4 Overhead |
9.350 |
|
|
Totale kosten |
|
22.581 |
|
Opbrengst marktgelden |
7.728 |
|
|
Totale opbrengsten |
|
7.728 |
|
Dekking |
|
|
34% |
Rioolheffing |
|
|
|
7.2 Riolering |
602.380 |
|
|
0.4 Overhead inclusief btw en rente |
404.679 |
|
|
2.1 Straatreiniging |
163.108 |
|
|
6.3 Kwijtschelding |
68.297 |
|
|
Totale kosten |
|
1.238.463 |
|
Opbrengst heffingen |
1.230.468 |
|
|
Overige opbrengsten |
635 |
|
|
Totale opbrengsten |
|
1.231.103 |
|
Dekking |
|
|
99% |
Lokale lastendruk
Het onderstaande overzicht geeft de berekende belastingdruk voor Doesburg 2021. Het gaat hierbij om de onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Deze worden gerekend tot de zogenaamde gemeentelijke woonlasten. De volgende uitgangspunten gelden bij de vergelijking van de belastingdruk van 2021 met die van 2020:
- onderscheid tussen huur en koop bij meerpersoonshuishoudens;
- de waarde van een woning van €223.000 (gemiddeld 2020: €210.000 + 6,4%);
- waterverbruik 125 m3 en 16 aanbiedingen 60 liter trommel ondergrondse container en 8 aanbiedingen 140 liter GFT container.
De belastingdruk voor de bewoners ziet er in 2021 ten opzichte van 2020 dan als volgt uit:
Jaar |
Meerpersoonshuishouden |
OZB |
Afval |
Riool |
Totaal |
2021 |
in een huurhuis |
- |
299 | 288 | 587 |
2021 |
in een koophuis |
328 | 299 | 288 | 915 |
2020 |
in een huurhuis |
- |
292 |
273 |
565 |
2020 |
in een koophuis |
322 |
292 |
273 |
887 |
De lastendruk voor huishoudens in een huurhuis stijgt gemiddeld met 3,9% en in een koophuis gemiddeld met 3,2%. In beide gevallen is de stijging meer dan de inflatiecorrectie voor 2021 van 2,25%. Dit komt omdat het tarief rioolheffing in 2021 ) met 5,5% is gestegen ten opzichte van het tarief in 2020 om 100% kostendekking te bereiken.
Het kwijtscheldingsbeleid
In de belastingverordeningen is geregeld dat kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen alleen verleend kan worden voor de afvalstoffenheffing, het onderhoudsrecht van graven, de rioolheffing en de OZB. Kwijtschelding wordt verleend op basis van de rijksnormen. De kwijtscheldingsnorm is 100% van de bijstandsnorm. In de begroting 2021 is een budget van €136.000 (exclusief uitvoeringskosten) opgenomen om uitvoering te kunnen geven aan het beleid.