Paragraaf D - Financiering

Paragraaf D | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf D | Financiering

In de paragraaf financiering moet tenminste het beleid van het risicobeheer en van de financieringsportefeuille worden behandeld.

Bij financiering gaat het om de vraag hoe de gemeente regelt dat ze steeds voldoende geld heeft om alle rekeningen te kunnen betalen. Dreigt de gemeente tijdelijk te weinig ‘in kas’ te hebben, dan moet er bij geleend worden. Heeft de gemeente tijdelijk teveel ‘in kas’, dan is ze verplicht dit geld uit te zetten bij het Rijk door middel van Schatkistbankieren. Al deze activiteiten leiden ertoe dat de gemeente een financieringsportefeuille c.q. financieringspositie heeft. Deze moet worden beheerd om de kosten en risico’s te beperken.

De kaders voor de uitoefening van de treasuryfunctie zijn door de gemeenteraad bepaald in artikel 15 van de financiële verordening 2020. De uitoefening van de treasuryfunctie die is opgedragen aan het college van B&W behelst op hoofdlijnen de navolgende activiteiten:

    • het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;
    • het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;
    • het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;
    • het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.


Beleidsvoornemens t.a.v. risicobeheer

In het kader van risicobeheer worden de navolgende uitgangspunten gehanteerd:

 

Kasgeldlimiet

Met de instelling van een kasgeldlimiet wordt het renterisico op de korte financiering beperkt. Voor de korte financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn. Fluctuaties in de korte rente hebben immers direct invloed op de rentelasten. Zoals uit het onderstaande blijkt, wordt de kasgeldlimiet op begrotingsbasis en in meerjarenperspectief overschreden. Ten tijde van de uitvoering zal strak gestuurd worden op het kasgeld limiet en indien noodzakelijk zal er externe financiering aangetrokken worden.

De kasgeldlimiet geeft het bedrag aan dat van overheidswege maximaal gefinancierd mag worden met kort geld. Aan de hand van de primitief begrote kasgeldlimiet en het begrote primitieve financieringssaldo kan vervolgens de kasgeldlimietruimte berkend worden:
2023 2024 2025 2026
Begrotingstotaal (uitgaven excl. primair resultaat) 36.766.993 37.027.267 37.618.014 37.609.373
Percentage regeling 8,50% 8,50% 8,50% 8,50%
Kasgeldlimiet 3.125.194 3.147.318 3.197.531 3.196.797
Geraamd financieringssaldo (+=overschot -/-= tekort) -12.945.795 -9.319.101 -6.071.802 -2.226.435
Kasgeldlimietruimte -9.820.600 -6.171.783 -2.874.271 970.361

Financieringssaldo

Terug naar navigatie - Financieringssaldo

Het omzetten van kortlopende geldleningen in langlopende geldleningen (consolidatie) is door het ontbreken van opgenomen langlopende geldleningen en door het positieve financieringssaldo niet aan de orde. Of er eventueel geconsolideerd moet worden, wordt jaarlijks bezien in relatie tot de voorgenomen investeringen.

Het financieringssaldo is per 1 januari als volgt berekend:

2023 2024 2025 2026
Boekwaarde investeringen 36.004.117 34.943.248 33.646.029 32.037.858
Uitgeleende langlopende geldleningen 5.138.307 5.138.307 5.138.307 5.138.307
A: Totaal te financieren vaste activa 41.142.424 40.081.555 38.784.336 37.176.165
Algemene reserve 4.886.464 6.747.596 8.788.970 10.942.544
Bestemmingsreserves 18.887.282 19.053.646 19.059.558 19.240.386
Voorzieningen 2.022.883 3.161.212 3.664.006 4.166.800
opgenomen langlopende geldleningen 2.400.000 1.800.000 1.200.000 600.000
B: Totaal voor financiering beschikbare vaste passiva 28.196.629 30.762.454 32.712.534 34.949.730
(B-A) Financieringssaldo (+ is overschot; -/- is tekort) -12.945.795 -9.319.101 -6.071.802 -2.226.435
tekort tekort tekort tekort

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Uit het onderstaande overzicht blijkt dat onze gemeente in 2022-2026 ruimschoots aan de renterisiconorm voldoet.

Renterisiconorm
Ter beperking van het gevaar van ongewenste renteschommelingenis in het kader van de Wet FIDO/Ruddo een zogenaamde renterisiconorm van toepassing:
2023 2024 2025 2026
(1) Renteherzieningen 0 0 0
(2) Aflossingen 600.000 600.000 600.000 600.000
(3) Renterisico (1+2) 600.000 600.000 600.000 600.000
(4) Renterisiconorm 7.479.747 7.584.034 7.762.260 7.718.474
(5a)=(4>3) Ruimte onder renterisiconorm 6.879.747 6.984.034 7.162.260 7.118.474
(5b)=(3>4) Ruimte boven renterisiconorm
Berekening renterisiconorm
2023 2024 2025 2026
(4a) begrotingstotaal (uitgaven excl. Primair resultaat) 37.398.734 37.920.171 38.811.299 38.592.371
(4b) percentageregeling 20% 20% 20% 20%
(4)=(4a x 4b/100%) Renterisiconorm 7.479.747 7.584.034 7.762.260 7.718.474

Leningen en garanties

Terug naar navigatie - Leningen en garanties

Bij het verstrekken van leningen op grond van de publieke taak worden zo mogelijk zekerheden of garanties geëist. In het treasurystatuut van de gemeente Doesburg is bepaald dat leningen of garanties op grond van de publieke taak kunnen worden verstrekt aan door het college van B&W / de raad goedgekeurde derde partijen. Ter beperking van financiële risico’s wordt een aantal criteria gehanteerd, waaraan verzoeken tot het verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties minimaal moeten voldoen:


•    een aanvraag dient vergezeld te gaan van de meest recent vastgestelde begroting en jaarrekening;
•    de current ratio (verhouding vlottende activa: vlottende passiva) moet minimaal 1 zijn (liquiditeit);
•    de verhouding vaste passiva: vaste activa moet minimaal 100% zijn (solvabiliteitspositie);
•    de begroting moet minimaal vier jaar aansluitend materieel in evenwicht zijn. Dit betekent dat geen incidentele baten mogen worden gebruikt voor de dekking van structurele lasten;
•    de investeringslasten waarvoor de financiering wordt gevraagd moet in meerjarenperspectief binnen de exploitatie kunnen worden opgevangen.

Uitzettingen

Terug naar navigatie - Uitzettingen

Door het Rijk is bepaald dat het uitzetten van overtollige geldmiddelen uitsluitend mag geschieden bij het Rijk zelf, het zogenaamde Schatkistbankieren.

Valutarisico en koers- en kredietrisico

Terug naar navigatie - Valutarisico en koers- en kredietrisico

Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitend leningen te verstekken, aan te gaan of te garanderen in euro's.

Koers- en kredietrisicobeheer
De gemeente maakte bij uitzettingen uitsluitend gebruik van rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito's, obligaties en garantieproducten. De hoofdsom blijft bij dergelijke uitzettingen in tact mits gekozen wordt voor een tegenpartij met een hoge kredietwaardigheid. De facto is dit nu met name het Rijk, doordat overtollige geldmiddelen uitsluitend mogen worden uitgezet via Schatkistbankieren.

Beleidsvoornemens tav de financieringsportefeuille

Terug naar navigatie - Beleidsvoornemens tav de financieringsportefeuille

Er zijn vooralsnog geen bijzondere beleidsvoornemens voorzien t.a.v. de financieringsportefeuille. Mogelijk moet - om in de toekomstige financieringsbehoefte te voorzien - vreemd vermogen worden aangetrokken door de gemeente Doesburg. Dit zal met name het geval zijn als er de komende jaren flink geïnvesteerd gaat worden. Het momentum is daarvoor gunstig, vooral gelet op de historisch lage rentestand.

Rente

Terug naar navigatie - Rente

Onze rentevisie hebben wij ontleend aan de economische verwachtingen en de rentevisie van de Bank Nederlandse Gemeenten. Mede op basis hiervan hebben wij in deze programmabegroting 2023-2026 de navolgende rentepercentages verwerkt:

Financieringstekort (rentelast kasgeld 1 maand)     0,00%
Financieringsoverschot (rentebaat deposito 1 maand)    0,00%
Rente eigen financieringsmiddelen (bespaarde rente)     0,00%
Rente lang geld (lang geld gelijk 25 jaar)     1,89%
 
Rentekosten verbonden aan de financieringsfunctie
De commissie BBV beveelt aan om inzicht te geven in de manier waarop het saldo van de rentelasten in de programmabegroting aan de programma's en taakvelden wordt toegerekend.  In de primaire begroting 2023-2026 zijn bij Programma 5 op het Taakveld 0.5 Treasury de navolgende rentelasten en rentebaten begroot:

 

Renteresultaat

Terug naar navigatie - Renteresultaat

Rentekosten verbonden aan de financieringsfunctie
De commissie BBV beveelt aan om inzicht te geven in de manier waarop het saldo van de rentelasten in de programmabegroting aan de programma's en taakvelden wordt toegerekend.

Rentelasten worden in principe door middel van de rente-omslagmethode toegerekend aan de verschillende programma’s en taakvelden. In de primaire begroting 2023-2026 zijn echter geen rentelasten opgenomen..

In de primaire begroting 2023-2026 zijn bij Programma 5 op het Taakveld 0.5 Treasury de navolgende rentelasten en rentebaten begroot:

Taakveld 0.5 Treasury Programma 5, renteresultaat 2023 2024 2025 2026
(A) Externe rentelasten over kortlopende en langlopende leningen (betreffende rente- en beheer SVN leningen) 3 3 3 3
(B) Externe rentebaten over kortlopende en langlopende leningen (rente over uitgezette geldleningen, incl. rente SVN leningen) 57 53 47 47
(C) (=A-/-B) saldo rentelasten en rentebaten -54 -50 -44 -44
(D) Rente door te berekenen aan grondexploitaties - - - -
(E) Rente toe te rekenen aan het eigen vermogen - - - -
(F) (=C+D+E) Totaal raming aan de taakvelden toe te rekenen rente - - - -
(G) Aan de taakvelden toe te rekenen d.m.v. de rente-omslagsystematiek - - - -
(H) (=F-/-G) Verwacht renteresultaat bij Programma 5 op Taakveld 0.5 Treasur (-/- is rente-voordeel en + is een rentenadeel) -54 -50 -44 -44
Recapitulatie Taakveld 0.5 Treasury Programma 5 rente en dividend 2023 2024 2025 2026
Rentelasten Taakveld 0.5 Treasury (zie A) 3 3 3 3
Totaal lasten Taakveld 0.5 Treasury 3 3 3 3
Rentebaten Taakveld 0.5 Treasury (zie A) 54 50 44 44
Dividendbaten Taakveld 0.5Treasury (zie B) 218 218 218 218
Totaal baten Taakveld 0.5 Treasury 272 268 262 262