Nadere toelichting begrotingsvoorstellen kadernota

Nadere toelichting voorstellen kadernota

Terug naar navigatie - Nadere toelichting voorstellen kadernota

Ten tijde van de raadsvergadering inzake de kadernota op 01-07 j.l. is toegezegd dat een aantal grote onderdelen nader uiteen worden gezet. Hieronder worden deze nader toegelicht.

De onderwerpen zijn:

A.11 Openbaar groen

De budgetten voor groenbeheer zijn niet toereikend. Voor de jaren 2019 en 2020 heeft u in de kadernota 2019 incidenteel 85.000,- per jaar beschikbaar gesteld voor uitbesteed openbaar groen. Dit bedrag was in eerste instantie structureel aangevraagd, maar is incidenteel toegekend. De kosten van het onderhoud zijn echter niet gedaald, of hebben we niet om kunnen buigen. Omdat het onderhoud op een milieu-vriendelijker manier gaat, is het ook arbeidsintensiever geworden. Zo gebruiken we geen round-up meer en ander schadelijke stoffen. Als we het huidige beeldsniveau van de buitenruimte in tact willen laten, zal er meer budget bij moeten, naast de 85.000,- die we al structureel nodig hadden. Daarnaast willen we de bekostiging van de bloembakken in het centrum structureel opnemen. Ook dit is de afgelopen jaren incidenteel begroot. De waardering hiervan is echter dermate dat we van mening zijn dat we dit structureel op moeten nemen. Voor dit alles is een ophoging van bijna € 200.000 nodig als we het huidige onderhoudsniveau en voorzieningen in stand willen houden.

Omdat we dit niet gewenst vinden hebben we maatregelen onderzocht om extra budget zoveel mogelijk te beperken Dit lukt echter niet volledig. Wij stellen voor het budget voorshands structureel met € 100.000 te verhogen. Door deze ophoging kunnen we de bloembakken in de binnenstad en het onderhoud van de roosjes op diverse plekken in de stad behouden. Ook de kosten van het onderhoud van de lage linie (na aanleg van het rolstoelpad), is hiermee geborgd, structureel. Het plaatsen en ledigen van groenkorven komt te vervallen, en op diverse plekken in de stad zal minder vaak gemaaid worden dan nu het geval is (extensief).

A.13 Jeugdzorg

De jeugdwet is een open einde regeling en de laatste jaren lopen de kosten voor de jeugdzorg steeds verder op. Dit is een landelijke ontwikkeling. Omdat ook hele dure zorg onder de jeugdwet valt en de gemeente verplicht is de juiste jeugdhulp te bieden, dient het budget structureel te worden verhoogd. In de begroting 2022 is nu € 2.979.279 geraamd (inclusief de ophoging n.a.v. de integrale afweging 2021-2024). Werkelijke kosten in 2020 waren: € 3.525.234. Voor 2021 heeft Zorg Lokaal (die de facturen voor de ingezette jeugdhulp betaalt) een voorschot gekregen van € 3.762.000. Uitgaande van dit voorschot zou er € 782.721 moeten worden bijgeraamd. Vooralsnog wordt een structurele verhoging van € 500.000 voorgesteld.

A.16 Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen WMO

Per 1 januari 2020 is het abonnementstarief van kracht gegaan. Dit is een vast tarief voor de eigen bijdragen aan Wmo-voorzieningen. Dit betekent dat de inwoner, ongeacht welke zorg hij vanuit de Wmo ontvangt, een maximum eigen bijdrage van € 19,- per maand moet betalen. Voorheen was deze eigen bijdrage inkomensafhankelijk en liep op tot veel hogere bedragen. Door de invoering van het abonnementstarief is een structurele daling van de inkomsten vanuit de eigen bijdrage zichtbaar, welke de gemeente tot voorheen ontving.

A.20 Huishoudelijke hulp WMO

De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om uitvoering te geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning. Vanuit deze wet moet de gemeente er zorg voor dragen dat mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn de ondersteuning ontvangen die zij nodig hebben. Dit kan bijvoorbeeld door de inzet van huishoudelijke ondersteuning. Per 1 januari 2020 is het abonnementstarief van kracht gegaan. Dit is een vast tarief voor de eigen bijdragen aan Wmo-voorzieningen. Dit betekent dat de burger ongeacht welke zorg hij vanuit de Wmo ontvangt een maximum eigen bijdrage van € 19 per maand moet betalen. De invoering van het abonnementstarief leidt aantoonbaar tot een aanzuigende werking op Wmo-ondersteuning, vooral huishoudelijke ondersteuning. De tweede landelijke monitorrapportage abonnementstarief Wmo toont een sterke groei aan in het beroep op de Wmo die vooral zichtbaar is in hogere inkomensgroepen. Ter illustratie: bij de laagste inkomensgroep is de groei in vraag ongeveer 0%, bij de hoogste inkomensgroepen loopt dit op tot bijna 80%. De gevolgen van de invoering van het abonnementstarief zijn terug te zien op het budget van Wmo huishoudelijke hulp. De geschatte kosten voor 2021 zijn € 1.572.000. De verwachting is dat deze tendens zich doorzet en dat de kosten hoger blijven. Wij stellen voor de betreffende raming voorshands met € 200.000 te verhogen.